VI, al zevenbloemig; de bovenden tienbloemig of
•Afdeel. (jaar omtrent. Boven loopen zy eenigszins
Hoorn- puntig uit. De Kelkblaadjes zyn klein en on-
5TUR* gebaard, doch anders Lancetvormig en Geut»
achtige gelyk het buitenfte Bloemblaadje, dat
ëen Baardje heeft, uit de Rug, onder de tip,
voortkomende: des het volftrekt tot dit Ge-
flagt behoort, en,dewyl het binnenfteBloem-
kafje Vliezig dun is en op de kanten gehaaird;
zo zou het de Agtfte Soort zeer.naby komen,
indien de Kafjes in Baardjes uitliepen , gelyk
Scheuchzer daar van getuigt.
(i o) Zwenkgras met een opgeregte Pluim en
Cenlcuia- afjlandige Bloempjes; de Halm leggende,
^Kni - met een Knietje*
buigend.
In Portugal is dit door den Heer Vandel.
L i waargenomen. Het heeft de Halmen naauw-
lyks een Handbreed hoog, het uiterfte Leedje
opgeregt, en bekleed met de Scheedjes van
Grasachtige Bladen. De Pluim, die overend
ftaat, heeft geen dunne, maar byna driekantige
ruuwe Steeltjes.., De Aairtjes beftaan uit
vier Blommetjes , eenigermaate ruig, van elkander
afhandig , met taamelyk lange regte
Baardjes.
( i r )
O ) Bromus Pan, erefta., Flosc. diftantibus Peduncu-
lis angulatis , Culmo gem& procurobente. Sp. Plant. 19.
Mant, p, 33.
M « H l Ë Ü iS
( r i ) Zwenkgras met een knikkende Pluim en
Liniaale Aairtjes. ' Hoorn-
Op drooge Heuvelen, óp de Daken der x £
Huizen en op óud Muurwerk, groeit dit Zwenk-
gras door geheel Europa : weshalve het ook, derDa,-
vanfommigen, Muur gras wordt geheten. D ekelu
eerfte Soort komt het zeer naby, doch ver-
fchilt door de knikkende Pluim en dunner ,
eenigermaate Haairige Aairtjes, zo T o urne
fort aanmerkt. De aangehaalde Afbeeldingen
van Plukenet en Morison , ver-
toonen ondertusfchen dit Gras met opgeregte
AMrtjes en Pluim; welke gehalte het in ’t
bloeijen heeft, vervolgens knikkende, gelyk
veel en van dit Geflagt. L innaeus z e g t,
dat het te Upfal de Daken bedekt, even als
een Zaailand van Koorn. Hier te Lande vindc
men ’t ook veel op oude Boeren Woonin-
gen. In de Zuidelyke deelen van Vrankryk
groeit het overal, op hooge drooge plaatfen
en Puinhoopen. De Ridder befchryft het
dus. „D
e
( n ) Bromus PaniculS. nutantc, Spicis Linearibns. Sp.
Plant. 8- Gort, Belg. 26. Ft. Suec. 86 , 98. Gouaïï
Monsp. 51. Ger. Prov. 99, Brom. hixfutus, Pan. nutan-
te pauciflorL Ha lx.. Helv. N. 1508. Gramen Murorum
Spicis pendulis anguftioribus. T ournf. Par. 91. Feftu-
ca Avenacea fterilis Spicis ereclis. Raj. Angl. III. p .
4x3. Pluk. Alm. 174. T. 299. f. 3. Mor. ,S. 8. T. 7.
f. 13.