V E E L W V V I GE
VI.
A fdeel.
VIL
H o o f d stuk.
VIII.
Holcus
taxus.
Zwak.
594
Dit laatfte heeft de Pluim meer gedrongen
en minder uïtgefpreid dan het Gewolde;
ook zyn de Bladen , op ver naa, zo Wollig
niet, in beiden dof Zeegroen en taamelyk breed.
H aller twyfelde, of zy niet tot eene zelfde
Soort behoorden. Immers deeze Grasplanten
zyn, zo deHoogleeraar de Gorter
aan tekent, zeer veranderlyk, niet alleen in
de Kleur van de Pluim, welke groen, Olyf-
kleurig of geelachtig is in de ppvfte, t e rw y l
de andere dezelve wit of bleek paarfch, paaj-fch
of zwart heeft; maar ook in derzelver uitgebreidheid.
De Baardjes, zegt zyn Ed. , zyn
in de leevende Plant byna allen regt, en de
Bloemblaadjes, groeijen fomtyds zeer languit.
( 8) Zorghzaad met de Kafjes tweeblpemigglad,
ongebaard, gejpitst en een Draadachtige
Jlappe Pluim.
In Virginie en Kanada groeit deeze Soort ,
die de geftalte heeft van het Blaauwe Rietgras.
De Halmen zyn tweeVoeten lang, dun, wat
knikkende-: de Bladen glad , aan den rand
rauw, ruig gemikt: de Pluim zwak, zeer
weinig getakt, met de Bloemfteeltjes meestal
tweebloemig: het Mannelyk Bloempje dik,
Èyrond. (9)
(S j Holcus Glumis glabris bifloris muticis acuminatis,
Panicula Filifdrmi debili. Sp. Plant. 8. Aira Calycibus tri-
valvibus trifloris. Gron. Virg. 136. II. 159.
G r a s p l a n t e n . 59$
(9) Zorghzaad met de Kaßes tweebloemig ge- VI.'
flreept, ongehaard , ge/pitst , en een ge- '
drongene langwerpige Pluim. Hoorn.
STUK.
In Moerasfen van Virginie groeit deeze,die jp/lus
lange platte Bladen heeft, met dikachtigt ge-firiatus.
ftreepte Scheeden. De Pluim is lang en fmal,
als Haairig, wegens de dunne Bloemfteeltjes,
die echter korten Takkig zyn , twee Bloempjes
draagende in een zeer klein Kelkje. Het
eene Bloempje is Mannelyk,het andereTwee-
flagtig.
(10) Zorghzaad met driebloemige , ongebaarde X.
gefpitfte Kaßes, het Bloempje tweeßagtig Ru&eudï.*
tweemannig.
In de Noordelyke deelen van Europa , als
ook
C9J Holcus Glumis Uriatus bifloris muticis, acuminatis;
Panicula confetti oblongä. Sp, Plant. 10. Aira Pa-
nicalä oblongä, Flor. muticis &c. Gron. Virg, 135. II,
160
(10) Httevs Glumis trifloris muticis acuminatis; Flos-
culo hermaphrodito diandro. Sp. Plant. 7. G o r t . Belg,
II. N. 829. Hierochloè'. G m e l . Sib. I. p. 101. G o u a n
Monsp. 524. Jaco. Vind. 176. Aira Fol. planis, Flor.
trifloris Ariftatis &c. Fl. Suec. 70, 918. Poa Spiculis
bifloris Cordatis. Fl. Lapp. 53. Gramen-Paniculatum
odoratum. C. B. Pin. 7. Prodr. 7 Theatr. 36,Sc»euchz.
Gram 236. Gramen Mariae Borusfomm. toss. Prutf.
jxx. T. 26.
Pp 2
II. Dkrï- XITT, Stok,
m