Afheel (4) Kanary met eene Aairvormige, Eyrond
lil. langwerpige Pluim , de Kaßes gekield ,
Hoofd- Lancetvormig.
STUK. ®
rfqlJi'ica. In Egypte en aan den Tyber, by Rome,
Waterig. g roejt volgens den Ridder dit Waterige Kanary-
Gras, ’t welk B uxbaum ook aan de Dardanellen
5 in de Weiden, vondt. Het heeft
Rietachtige Halmen en taamelyk ftyve Bladen.
Uit den boezem van het bovenfte, die eenig-
zins buikig is, komt eene Eyrond-langwerpig
e ‘gladde Aair, of liever dunne Pluim. De
Kafjes zyn Lancetvormig, glad, gekield, met
een Ribbetje doorreegen.
V. (5) Kanary met eene Rolronde Aair achtige
ThUmdelt Pluim * die glad is en doorgaans Jong-
Ufchdod» drängende.
dig. u i ^ „
Een Aair, veel naar de.Lifchdodden gelyken
V p Phalaris Pan. Spiciformï ovato-oblongä , Glumis
tarinatis Lanceolatis. Am. Acad. IV. p. 264. Gramen.
Typhinum Phalaroides majus Bulb. Aquaticum, B a r k .
Rar. 1200. T. 700, f. 1. Gramen Phalar. hirfutum Spicï
longiffimä. B u x b . Cent. IV. p. 30. T. 53.
(5J Phalaris Paniculä Cylindricä Spiciformi, glabra ,
pasfim vivipara. O ed. Dm. 531. G or t » Belg. 16. Fl.
Snee. 49, 54. D a l i b . Par 19. Gram. Typhoides»
Spicä purpurafcente foliaceä. S c h e u c h z. Gram. 67.
Gramen Typhoides medium, f. vulgatifïimum. M o r.
Mift. 111. p. 193. T. 4. f:2 . Gram. Typli. Junceum
perenne. B a r r . Rar. T. 21. f. 2. Gramen Typhimyiu
L ob. Lr. 10. Gram. Prat. Sp. 7. D o n. Pempt,
kende, geeft [den bynaam aan " deeze'Soort, A'uVnïF.llTi
welke door geheel Europa gemeen is aan de m. ~
Wegeh en Velden, die Zandig zyn en aan de
kanten der Bouwlanden, B a u h i n u s, die het'
afbeeldt, zegt, dat het uit een Vezelige Wortel:
veeie Halmen voortbrengt van anderhalve
Span hoog, rond, knoopig, met korte, fmal-
le, fpitfe Bladen; de Aair valt wel drie o f vier
Duimen lang , en is ruuw, van Kleur Asch-
graauw, uit veeie digt famengepakte Blaasjes,
die ftyf zyn, met kleine Baardjes, beftaande.
Dit, evenwel, wordt thans aan gemerkt als de
eerfte Soort van Phlëüm, waar medé deeze
in geltalte veel overeenkomft heeft, alleenlyk
door de Bloemen verfchillende, zo L i n n ^e u s
aanmerkt;, door wien zeker Lifch-Dcddegras
met eene Bladerige Aair,' paarsch van Kleur,
dat de vermaarde B r e y n van Dantzig aan
S chEUcHzer gezonden hadt, thans hier
wordt t’huis gebragt. De Aair, zegt h y , die
bleek is, breekt iri Kwabbetjes en is hier-en
daar befprengd met Jongdraagende Kafjes, " r"r
(6) Kanary ‘mét een geaainle Pluim, de Bloemg VI.
. blaadjes een gewricht Baardje hebbende ; ta*ricu^a*
het bovenjle Blad Scheedachtig. ■ Biaazig,
Dit
<A) Phalaris Panicula Spicata, Petalis Arifta articu-
lata &c; Sp. Plant. 4. G ramen Pratenfq Spica purpurea ex
Ltriculo prodeunte. Gramen Folio Spicamjamplexante*
C» B. Pin. 3. Theatr. 44. S c h e ü c h z . Gram. 55,