vi. altoos Grasachtig; maar 'verfchillen zeer ia
Atdf.bl. grootte> Het grootfte heeft de Halmen een
Hoofd- Elle; het kleinfte een Span hoog. Men vindt
STüK' het Groote en Kleine in de Provincie van Friesland
in de Wouden en op de Kley in de Bos-
fchen. Ook bevindt zig het Kleine, by my,
onder de Planten, door den Heer T h unberg
in Japan verzameld.
XVII. (17) Bloembies met platte eenlgszim Haairige
gfmciiï Bladen, de Tuiltjes korter dan het Blad ,
W«- ge Bloemen gebondeld.
bloemige.
Op de Heide by Nymegen groeit deeze, die
anders haare Groeiplaats heeft op de Gebergtenvan
Switzerland, Boheme, Oostenryk en
elders. H a l l e r zegt, dat het een lievige
Plant is , van drie Voeten hoogte, dochBAU-
HiNUs geeft 5er Steeltjes van een Voet aan.
Wegens haare groote witte Bloempjes is zy
een der fraaiften onder alle de Biezen. Hierom
wordt zy Withloemig Gras van fommigen
geheten: terwyl de voorgaande dennaamvan
Haairig of ruig Bofchgras voert.
(18) Bloem-
(17) ffancus Fol. planis fubpilofis, Corymbis folio bre-
vioribus, Flor. Fasciculatis, Sp. Plant, 16. Gort. Belg.
II. N. 316* Juncus planifolius Panic, umbellatis &c. Hall.
Jielv. N. 1328, Juncoides Mont. nemorofum &c. Scheuchz.
p. 320. T. 7. f. 7. Gramen hirfutum anguftif, minus
Panic. albis. C. B. Tffatv. 106.
(18) Bloembies metplatte eenigszins Haairige ;VI.
Bladen , en gefieelde o f ongefieelde Bloem-
Aairen. Hoofdstuk.
Dit is een klein Biesachtig Gras, met Hoofd-
jes naar die van het Vlookruid gelykende, ’t campe-
welk op Zandige Velden, zo wel in de Zui- 1 Veidige.
delyke als in de Noordelyke deelen van Europa,
voorkomt. Het groeit op het groote Veld
aan den Haarlemmer Hout, in de Weidlanden
omtrent Zwol, als ook by Harderwyk en elders
in onze Provinciën. Dit zelfde Gras
komt in Rusland en door geheel Siberie,
tot in Kamtfchatka , voor. De Heer T h o n b
e r g beeft het ook in Japan gevonden. Tot
zes Verfcheidenheden zyn door L innaeus
daar van opgetekend, onder welken eenigen •
de Hoofdjes wit, anderen geel of zwartachtig
hebben. Ook vindt men dezelven in fommig
Ovaal,
(18J ffuncus Fol. planis fubpilofis, Spicis fesf. pedun-
culatisque. Sp. Plant. 17, G o r t . Belg. p . 102. Fl. Sneu.
288 . 309. Gouan Monsp. 184. H. Cliff. 137. R, Lugdb.
42. Gron. Virg. 38. Juncus planifolius, Spicis petiolatis
«utantibus , Petalis Ariftatïs. Hall. Helv. 1330* Juncus
Villofus Capit. Pfyllii. Tournf, Inft. 246. Gramen
hirs. Capitulis Pfyllii. C. B. Pin. 7. Theatr. 103. y3. Spicis
ovatis. 'Ft. Lapp. T- 10. f. 2. y . Gr. hirfutum Capit.
globofo. C. B. Theatr. 104. S. Latifolium elatius. M ic h .
Gen. 42. 6, Alpinum glabrum. SeH EucH z. Gram. 314. £
Hirs. elatius Pan. Junceä. Raj. Angl. III. p. 4I6. _
Juncoides Bohemicum Panic, nigricante. Mien. Gen. 42.