VI.
A ï DëKL.
• III. .
Hoofd«
STUK.
IV.
Schoenus
nigricans.
Zwartachtig.
* Litho-
fpermum
(4) Biesgras met de Halm rond en naakt’, het
Hoofdje Eyrond; het Jene Klepje ,van ttwee-
bladig Omwïndzel, JHsvörmg en lang.
In uitgedroogde Mocrasfen van cns We*
reldsdeel komt deezë, volgens den Ridder»
voor, die ze niet alléén in ónze Zee-Duinen,
maar öok in Sweeden vondt, inzonderheid
in de Gothlandfe Moèrasfen.By Montpellier
groeit zy Overvloedig op vogtige Weid’eh
en aan ’t Strand. In Swïtzerland is zy opvog-
tige plaatfen gemeen, zegt H a l l e r , dib
aanmerkt, dat dit Biesgras Plaggen maakt van
Bladen en Halmen , ter hoogte van één of an»
derhalven Voet. De Bloem, uit het boven e
der Halmen, heeft tot Omwindzel twee zeer
ongelyke fpitfe Blaadjes, tusfchen welken
veele famengedrukte , geftêèldë, zwartachtig
bruine Aairtjes een Hoofd je maak en. Dot
Zaad is driekantig rond, en glimt als Paar-
len; byna gelyk de Zaaden van het Kruid, dat
deswegen den naam voert *. De Halmen zyn,
in deeze Soort, veel langer dan de Bladen.
(5 ; Bies-
(4) Schoenus Culmo tereü nudo , Capite óvatö &c»
Scirpus Flosculis Spkatis. Hlï. Stockh. 1741. P* W®*
janCüs tóvis minor &c. Mb». Hiß, III. 1>, »33» s * T*
•Jö. f '28. Jancos Lithospermi Serriine. Magn. Monsp.
j 45. T. 144. Gouan Monsp, 28; Gört. Ingr, 6. Belg. 12.
Cyperus Spicis conglomemtis, Calyce multifolio.
fielt/, inchoat, II. p. 181«
(5) Biesgras met de Halm rond en naakt;, en « Vï.
j 1 i i jê AFDEEL. een dubbelde Aair 3 zó lang als V grootft'e III.
Klepje van V Omwindzel.
V.
In de Veenige Moerasfen van Engeland,als ****** w 0 y £ Üf'Tl&Ql»
ook in die van Gothland, is deeze gevonden, neus.
die Hoofdjes heeft naar Anjeliertjes of Dui- kieurigf'
zendfchoon gelykende. Z y groeit by de voorgaande
, zegt L iN N iE ü s , doch is wel zes-
maal korter en heeft een zeer fmal Hoofdje ,
uit twee Aairtjes beftaande, en deeze ieder uit
twee Bloempjes. Het algemeene Omwindzel
is tweekleppig Roestkleurig.
■ (6) Biesgras met de Halm rond, Bladerigë, VI.
eenigermaate gebondelde Aairtjes en Draad» Bmin.*
achtige Geutswyze Bladen.
Op dergelyke Moerasfige plaatfen, in Engeland
en Italië , komt dit Biesgras voor, naar
het gehandelde zeer gelykende, doch verfchil-
lende door gekropte bruine, geene getopte
witte
(5_) Schoenus Culmo téreti nudo, Spiea duplici &e. Ft.
Snee. II. p. 40. Gratnen Cyperoides minimum Caryophylli
proliferi Capitulo fimpliri Squamato. Mor. Hift. III. p.
245. S. 8- T. 12. f. 40.
C6) Schoenus Culmo tereti Foliofo, Spiculis lubfasei-
culatis &c. Sp. Plant. 1664. Cyperella Paluftris &c.
Wic h . Gen 53. Cyp erus minor 'anguftifolius P a lu f t r is ,
Capitul. fuscis Pa teaceis. Mo r . Hifi, I I I , p. 239, S . 8 T .
ït. f. 40;
D 2