VL ^ Dat onze Ridder de Gebaarde voor Zomerk
jll.4 Tarw, de Ongebaarde voor Winter-Tarw hier
si^0lD" opgeeve, acht de vermaarde Ha l l e r niet
jan,,, billyk: want onder de laatfle zegt hy komt
ook Gebaarde Tarw voor , zo wel als On gebaarde
onder de eerfte, en men ziet dikwils
dat Tarw, die op een ruuwen Grond Baardjes
gehad heeft, dezelven aflegge in een wel toebereid
, vrugtbaar Aardryk. Zelfs komt uit
Zaad van Zomer - Tarwe, zo zyn Ed. getuigt
ondervonden te hebben, Winter-Tarw voort:
des die onderfcheiding byna geheel vervallen
zoude»
y, Beiden zyn het Zaayplanten, (zegt hy)
j, van onzekeren oirfprong: ’t zy waarlyk op
,, Sicilië of by de Bafchkiren [aan de Rivier
„ Samarra, in Tartarie, alwaar zo men wil
„ ook de Tweezydige Gerst van zelf groeit,]
„ of in het Oosten , de oirfprongelyke Plant
„ verfchuile: ’t zy dezelve van eenig Honds-
y, Gras, dat niet genoegzaam bekend is , door
„ langduurige oefening, volmaakte Tarw ge-
worden zy. Waarfchynlyk is h e t, ten
j, minde , dat deeze onze Tarw het Puron zy
Si der Ouden , hoedanig, inzonderheid op Si-
„ ciimbricatis
fubmutids. Gotjan Mottsp. 57. H. Ups. 21.
Mat.Med. 47. Hall. Hely. N. 1423. Trit. Rad. annua ,
Spica mutica. H. CUff. 24* R. Lugdb. 70. Triticum
Blackw. T. 40. f. i , 2.3. Trit. hyb, Ariftis carens. C.
B. Tin. 21. Siligo. Lob. Tc. 25. Trit. rufum Grano maximoj
C. B ,T in t z i, Hall, Gott. y , T. ï . f. 2,
» cih’e , met een rood, kraakbeenig hard Graan, VT.
» voorkomt, dat by ons zagter valt. Want
„ in Egypte , Griekenland en het Ooden , s^,i40ïd'
y, bouwt men dergelyke Tarwe. Voorts kun- Tarw.
„ nen wy zo min de Verfcheidenheden by de
Ouden bekend, als die derHedendaagfchen,
,» ontwarren.”
De Tarw, in ’t Hebreeuwfch, Chittach ge- Uitmun-
naatnd of Chintath, in ’t Griekfch Puron, thans
zo bekendonder den naam van Triticum, is oud-
tyds Robur en Siligo genoemd geweest. In ’t
Engelfch noemt menze W m t of Weete , dat
veel overeenkomst heeft met den Hoogduit-
fchen naam JVeitfen, waar van wederom Weite
of Weit, dat in verfcheide deden van onze
Nederlanden voor Tarw gebruiklyk is , af-
ftamt, en ziet op de witte Kleur van het Meel
en daar van gebakken Brood. In ’t Franfcfr
vereert menze met den algemeenen naam
Proment en Bied, dat is Koorn, by uitmuntend-
faeid^ gelyk de Italiaanen het Fourmento, Qra.
M en Solina heeten, de Spaanfchen Tri go.
Onder de Graanen is de Tarw in zo veel
achting, dat men die al van ouds, in ’t by-
zonder, Koorn genoemd heeft, in ’t Griekfch
Sitost dat is Spyze. Nog heden is dit by.vee-
len in gebruik,- terwyl zy de Rog en Gerst
flegts mede begrypen onder den naam van
Graanen. Offchoon wel, inde Heilige Schrift,
doorgaans gefproken wordt van Tarw en Gerst,
TT T,_ „ Dd als II. Deel. XIII. Stuk,