VT> ckotomuM , alom groéijende in de Velden van
Afdeel'*Aï&biei*' Dit wierdteen Elle hoog en was een
Hoofde gewoon ‘VoedzeL voor Kemels en Ezelen. Ook
werdt hetzelve algemeen gebruikt’ als Stroo
of Riet, om de Hutten te dekken. De Wanden
en het Dak van Stokken gemaakt, en die
met anderen overdwars verbonden hebbende»
werdt ’er dit, Tummam^ en een ander Bies-
achdg Panikgras, Bockar genaamd, met Touwtjes
op gebonden. Deeze Hutten zégt h y ,
zyn Waterdigt en duuren vy f of zes Jaaren *
wordende van binnen , tot, fieraad, ook wel
gewit met Kalk of Pleifter (*J, Zie daar het
opflaan der Tenten van de üudvaders en den
oirfprong der Loofhutten onder de Israëlieten!
XXII (2 2 ) Panik met eene Roédachtige Pluim , en
jPanicum . Wyd gemikte Bladen. ,,
Kruipend. gpa nW1 S deeze Soort door A l t -
stroemer gezonden. Zy heeft kruipende
Halmen van een Voet, die opftygen,en de
Pluim is uit drie of .vier opgeégte Bloem-
trosfen famengefteld. De voorgaande komt
zy naby.
XXIII. ( 2p ) Panik met eene losfe (lappe Pluim , en
Milia- v
ceum. rmr
Geerstachtig.
m Flor. Ægijpt Arab, p 20.
Ç22) Panicum Paniculâ Virgatâ y Foliis divaricatis.
Stjft. Nat. Veg. XIII. Sp. fia n t:27. : _
Ç~ Panicum Paniculâ 'luxa flaccida , Fol. VagîBÎS
jiirtis , Glumis mucronatis , Nervofis. Sp. Fiant, 33.
ƒ ruige Scheedebteden ; de Kafj es gefpitfl,
Peezig. A™jEEt"
Hoofd-
Dit is de gewoone Geerst, uit Indië afkom-stuk.
f t ig , welke op plaatfen , daar rnenze veel
zaait, byzonderlyk in de Zuidelyke deelen van
Europa, byna een Onkruid wordt. De naam
is,, in de meefte Europifche Taaien, van den
Latynfche Milium afgeleid. Dus, noemt menze
in ’t Fransch Millet) in ’tEngelsch Mi! fn t
Italiaansch Migïio, maar in 5t Hoogduitsch Hirs
of Hirfen; waar van‘ onze benaaming afkomt.
De Geerst fchïet eenRietachtigen Stengel,
meer dan v y f Voeten hoog, die als Willig
is, bekleed met breede Bladen, en geeft aan
den top eene losfe Pluim, neerwaards omge-
boogen, met paarschachdge Bloempjes; waar
op Zaad volgt, dat de Pluim geelachtig maakt.
Dit Zaad, iedereen bekend,,,, ziet. uit den
Goudgeelen en witten; doch men heeft ook
Geerst met zwart-Zaad. Het is in gebruik tot
Spyze, maar geeft een droog, hard Voedzel,
ten zy het wel bereid z y .1 Te Venetie bakt
men ’er Koeken van , die nog warm zynde .
moeten gegeten worden; zo dat bet Gemee-
11e Volk, op de Straaten roept. A l heet de Koeken
al heet? zegt L ob e l : want koud geworden
1 1
if va« a is
JT. Cliff. UpP. Mat. Mèd. -34. R. Lugdb. 55. D a u b .
Par. 22. Milium Semine luteo & albo. C. B. Fin. 36.
Theatr. 502.
II. Deel. XIII. Stuk.