Vï. die zelf zegt , dat dezelve Hoofdige Aafres
^roEEL. heejpt aan ,£ end S:teejj.jes van ^ ^ropn_
^Hoofd- tje # jn (je Zyne zeer iang ZyncJe j en ieder ten
halve in een Scheedje. Een Aair %Spkct) ver-,
fchiltj volgens de Kruidkundige uitdrukkingen
, aanmerkelyk van een Kroontje' ([Umbella).
Het zyne hadt een tweebladig , dat van Pe*
t i v e r een vierbladig Omwindzel. Wanneer
de Ridder van een Bladerig Kroontje fpreekt,
fehynt hy een meer dan driebladig te bedoelen.
XII, ( 12) Cypergras met de Halm driekantig naakt;
alJtus.erUS het Kroontje Bladerig, meervoudig jamen*
Hoog. gefield; Vingerige Aair en die gefchubd zyn s
met Elsvormige Aairtjes,
Een fchoone Afbeelding geeft de Heer
R o t t b ö l l van dit mooglyk [nooit te voo*
ren wel in Plaat vertoonde,zeeraartige, Qost»
indifche Cypergras. Het zoude egter met
den naani van Kara-Pulla in de Malabaarfe
Kruidhof bedoeld, en door P l u k e n e t met
dien , van Malabaarfch Cypergras , dat een
dunne verftrooide Pluim heeft, kunnen aange-
weezen zyn ( * j , zo hy oordeelt. Den bynaam(
heeft
(12) Cij per vs, Culmo triquetto mi do , Umbella folipfa
iupradecompófita, Spicis Digitalibus imbricatis, Spiculis
fubuiatis. Syft. Nat. XII. XIII. Am. Acad. IV. p/301.
Bukm. FL. lnd. p. 20. Rottböll. p. 37. T. X.
H. Mal. X ll. T- 42. p. 77. Pluk. Amalth, p. 112;
heeft het zekerlyk bekomen van zyne grootte;
hoewel het in hoogte myn voorgemeld
Javaanfch niet fehynt te overtreffen: want de
Halm was ook maar twee Voeten lang. Het
Kroontje is naauwlyks zonder Afbeelding te
befchryven, Gedagte Heer heeft de zyne laaien
maaken naar een keurlyk Exemplaar van
het Deenfche Eiland St. Cruz, in de Westindien
, alwaar het derhalve ook moet groeijen,
zyn Ed. toegezonden.
(13) Cypergras. met de Hahn driekaniignaakt ^
en een Bladerig Kroontje van naakte kinde~.
rende Steeltjes met digte Aairtjes; de punten
uit gebreid,
Op Moerasfige plaatfen aan de Zeekust van
*t Eiland Jamaika in de Westindiën, nam de
beroemde Sl o a n e dit Cypergras waar,hebbende
een zeer verftrooide Roestkleurige Pluim,
van eene platte of Waaijerachtige gedaante en
uitermaate fraay. Zie daar de reden van den
bynaam; hoewel de Heer R o t t b ö l l juist
die fraaiheid niet kon vinden in monfters
van dergelyk Gras, hem van het gedagte Eiland
St. Cruz gezonden. (14)
O A Cyperus Culmo triquetro nudo, Umbella foliofa,
Pedunc. nudis proliferis &c. R. Lugdb. 51. Rottböll.
N. 44. T. 6. f. 4 Cyp. Paniculä maxime fparfa ferrugi-
Heft compresfä etegantislimä. Sloane 35, H ifi. I.
p. 117. T . 75. f. x.
E ‘4
VI.
A fdeel,
UI.
Hoofdstuk.
X I I I .
Cijperus
elejcms.
Fraay.