VI.
A fd fe l .
III.
H o o fd *
STÜX.
IV.
Ehjmus
Ccmudenfi*.
Kana*
daafch.
V.
Caninus.
Kweekig.
(4) Koorngras met een knikkende uitgebreide
Aair , de onderfte Aairtjes drie- , de bo-
venfien tweevoudig.
De bynaamen wyzen de afkomst en groeiplaats
van deeze beiden aan , die naar het
Siberifche gelyken, doch in weezentlyke
hoedanigheden verfchillen.
(5) Koorngras met een knikkende bekrompen
Aair, de Aairtjes regt en zonder Om-
windzel; de onderfien tweevoudig.
Naar het Hondsgras, gemeenlyk Kweek genaamd,
voert dit den bynaam, als veel naar
’c zelve gelykende, hoewel het geen kruipende
Wortels heeft. Het komt in Europa hier
en daar voor, zynde in Sweeden en Swit-
zerland, omftreeks Parys en ook in ons Land,
gevonden. Het heeft de Halmen twee Voeten
(4) Elymus Spica nfitante patula Spiculis inferiori-
bus ternatis , fuperioribus binatis. Sp. Plant. 4. Am, Acad.
III. p. 20.
(5) Ehjmus Spica nutante arcla, Spiculis reftis Invo-
lucro deftitutis, infimis geminis. Sp. Plant. 8. G o r t .
Belg. p. 29. Ingr. p. 19, Fl. Suec. II. N. 112. Triticum
Rad. FibrofS., Fol. hirfutis, Locuft. quiuquefloris Aris-
tatis. Hall. Helv, N. 1429. Trit. Rad. petenni &c*
Gmel. Sib. J. p. 122. T. 27. Gramen Spica Triticea
compafti &c. Scheuchz. Gram. p. 10. Gr. Caninum non
repens elatius Spica Ariftata. M o r . Hipt. III. p. 177.
S. 8* T. r. f. 2. Buxb. Cent. IV. p. 29. T. 50. Triti-
cum Caninum. Gort, Belg. II. N. 128.
ten en daar boven hoog,- de Bladen wat Haai- vi.
rig, een Kwartier Dulms breed. Om dat de
onderfte Aairtjes tweevoudig zyn, heeft onze Hoofd-
Ridder het van de Tarw afgezonderd; dochSTÜK‘
anderen hebben dit niet waargenomen, en voegen
het by dezelve. De Aairtjes zyn taame-
lyk lang gebaard.
(6 ) Koorngras met een opgeregte Aair, drie- V l
bloemige Aairtjes en een geftreept Omwind- p/rg7ni~
zei. - cus.
Virginifcll,
De Heer C l a y t o n noemt dit Virginifche
Ge- aaird Rogge-Gras. Het heeft de Aair
grooter dan die van Gerst, hebbende een /
getande Graat , met twee ongefteelde Om-
windzels aan ieder Tandje, van twee lange '
dikke Straalen, in een lang Baardje uitloopen-
de. Hier tusfehen komen, gelyk in de ge-
woone Gerst , t’elkens drie Blommetjes by
elkander voor.
( 7 ) Koorngras met een opgeregte Aair en VII.
tweeblaemige Aairtjes, 'even lang als ,t E
Omwindzel. , pifch.
In
16) Elymus Spica erefta, Spiculis trifloris, Involucro
ftnato. Sp. Plant. 5. Hordeum Floso. omnibus herma-
phroditis, Invol. Flosc. crasfitie & longitud. fuperante.
G ron. Virg. 13.
(7) Elymus Spica erefta, Spiculis bifloris, Involucro
Bequalibus. Sp, Plant. 9. Mant. . 35. Hordeum Spicis
rigidis Cylindr. Calycinis Glumls Ariftatis. Hall. Helv.
B b 3' N * II, Deel» XIII. Stuk.