ÉC?29IIKS9SÖ
S U I K
W
ISl
. Vï. ,
AtOEEÏ.,
HL,
H ooïd> STUK.
kan zyn; maar wel het Spelde of Naaide Gras
van dien Autheur, dat, wegens die Aairtjes,
in ’t Nederduitsch Boschltiizen geheten wordt.
Dit was door den Ridder in naam verkeerd
aangehaald op onze agtfte Soort. Daat mede >
echter, ftrookt de bepaaling niet vólkomen *
alzo het geenê Wortelfchietende Halmen
heeft;
Het is een ftekelig Gras, dat ftiet dunne fly*
Ve Blaadjes , van een Vinger lang , op alle
woefle dorre Veldett groeit, zegt Rümphiüs,
fchietënde Halmen, van een Voet of een Elle
lang, op wier top dergelyke Haairige Pluim
groeit, wier Stekels na de Bloemen beladen
Zyn met een langwerpig puntig Zaad, als
Van Komyn, dat in de Rleederen of Roufen ,
hoe dun ook, zitten gaat, en ^er naaüwlyks
uit te haaien is; vertoonende zig dan als On-
gediert. Dit maakt het Speldegras , dat op
alle Oofterfche Eilanden groeit, tot een zeer
lastig en fchadelyk Onkruid; als zynde hetzelve
tevens te hard tot Voedzel voor het
Vee.
XXXII.
Panïcuwi
brevïfótium.
\ Kortbla*
&g.
(32) Panik dat gepluimd Is, met Bladfcheeden
overlangs op de kanten gehaaird.
Dit
(32) Panicum Paniculatum, Foliorum Vagiiiis longi-
tudinaliter ciliatis. Sp. Plant*'25. Panicum Miliaceum,
latiore folio , M ad era fp at anum. P l u k . Alm. 176. T-
189. f. 4» Pan. Mil. viride &c. S l o a n , flfam, I. p.
115. T. 72. f. 3. Gramen tremulum minits, Itapie Zeyl-
«aenübus, B u r m. Ft. Ind* p, 26.
Ili
Dit is een Gras, in Indië groeijende, een ^VL
o f twee Voeten hoog, zegt L iN N iE ü s , met m.
Eyronde, de Steng omvattende Bladen en een S^ 0ÏD“
zeer yle Pluim , in Vrugtmaaking overeenkomende
met het voorgaande en fomtyds ook
voorkomende met fmallere, Lancetvormige,
Bladen ; hoedanig ik hetzelve van Java heb
bekomen.
(33) Panik met korte ongehaarde Pluimen; de XXXIIL
Halm zeer Takkig, wyd gemikt, de Bloem- divaricafteeltjes
langer en korter, tweebloemig. tum.
Wyd gemikt.
Op Jamaika is deeze Soort waargenomen,
die een hooge, fty v e , Draadachtige gladde
Halm heeft, met zeer wyd gemikte Takken
en Lancetvormig Liniaale Bladen ; de Pluim
zeer fchraal en kort. De Bloemen zyn viermaal
zo groot als in het Gegaffeld Panikgras,
hier voor.
P h l e u m. Doddegras.
Dit Geüagt bevat die Soorten van Gras, welken,
om dat de Aair naar die der Lischdodden
gelykt> Doddegras geheten worden, in ’t La-
tyn Gramen Typhoides of Typhinum, Het heeft
den Kelk tweekleppig, ongedeeld, Liniaal,
ge-
C33J Panicum Paniculis [brevibus muticis; Culmo Ra-
Biofisfimo divaricatisfimo ; Pedicellis biflöris, altero bre-
viore. Sp. Plant* 22. Am. Acad. V. p, 39a.
N
II. Deel. XIR. Stuk.