Afdeel met Blaadje gefcjioord was, en in de be-
afdeel. paaKng met twee Blaadjes , ’t welk zyne FisS^
FD' guur ook aanwyst. H e r m a n n u s fprak van
een Ceylonsch Zandgras, niet Hoofdjes van Bie»
zen, aan den Voet Bladerigi \ welk zekerlyk
meer dan één Blaadje aanduidt. In het myne
hebben de Hoofdjes een Omwindzeltje van
vier ongelyke fpitfe Blaadjes, gelyk in hetCy-
pergras: waar van het kleinfle, of zeer kleine ,
hier mede is verward geweest, zo de Heer
R o t t b ö l l aanmerkt. Zyne Afbeelding, op
deeze Soort door R e i c h a r d aangehaald,
kan nogthans daar toe niet behooren , als al-
temaal ongelleelde Aairtjes hebbende; zo gezegde
Deenfche Heer zelf erkent. Men kan
klaar zien, dat de Steeltjes hier niet door afgevallen
Schubbetjes veroirzaakt zyn, gelyk
zyn Ed. vermoedde plaats te kunnen hebben :
alzo hy waarfchynlyk dusdanig niet hadt gezien,
met weezentlyk gefteelde Aairtjes (* ).
Dus ziet men dat de vier laatlle Soorten,
hoe zeer ook in kleinte van Gewas ftrooken-
de , in weezentlyke hoedanigheden verfchil-
len. Geheel wat anders is ’t de Aair enkeld en
aan den top te hebben, gelyk in deBorfleli*
ge, of in ’t midden van de Halm, gelyk in de
Hurkende: of famengefteld en ongefleeld, gelyk
in de Herfstfche , of gefleeld , gelyk in
dee-
G R A S P l r A N T E . w. 10$
deeze laatfle Soort. Die onderfcheidingen zyn VL
zeer duidelyk en in de Afbeeldingen zelfs keni
„ „„ HoufO- oaar. stuk,
III. Met een driekantige Halm en- naakte
Pluim.
(18) Bies met de Halm driekantige naakt, de
Aair en hyna ongefleeld en gefleeld y met de triqueter.
p^un.t 7gel;yk . Driekan- tige.
In de Zuidelyke deelen van Europa komt
deeze Bies voort, die daar van den bynaam
heeft, dat de zyden der Steelen vlak zyn,
niet ingedooken. De uitfchieting van de Aai-
ren, die gelleeld en ongefleeld zyn, is een
weinig beneden de fpitfe punt der Halm. Dezelve
is zagt en zwartachtig groen, met bruinachtige
Hoofdjes, volgens MicHEmus ,die
dezelve op verfcheide plaatfen by Florence
vondt en ook van Londen gekreegen hadt. f
( 1 9 ) Bies met de Halm driehoekige naakte ge- XIX
Gelpitfte,
fx8) Scirpus Culmo triquetro nudo" , Spkulis fesfili-
bus pedunculatisque, mucronem sequantibus. Syft. Nat.
Veg. XIII. Scirpo - Cyperus Paluftris , Caule molli &c.
Mich. Gen. 47. Juncus acutus Maritimus Caule triquetro
molli, procerior. Pluk. Alm. 200. T. 40. £2. Raj.
Suppl. 629.
(19) Scirpus Culmo triangulo nudo acuminato &c.
Scir-
G 5