VI.
Afdeel.
IV. I
Hoofdstuk.
XI.
gfuncus
Bufonius.
Paddige.
( n ) Bloembies met een gegaffelde Halm, hoe«
kige Bladen en eenzaame \ongefieelde Bloemen.
Op vogtige Gronden , dikwils aan de kanten
van Graften, of in dezelven, en ook wel
in het Water, groeit door geheel Europa,
van Lapland tot in Italië, als ook in Groot
Brittannie en in Rusland aan de kanten, van den
Nevaftroom, dit Paddegras, zogenaamd. Dikwils
valt het maar twee Duimen, fomtyds ook
tot een half Voet hoog. Hier uit, en uit de
verfchillende Geftalte, fpruiten de Verfchei-
denheden , hier onder opgenoemd. Ook kruipt
het eene voort, .het andere niet. Het verdeelt
zig in dunne Rankjes, in wier mikjes de
Bloemen enkeld zitten, in een Kaffige Kelk ,
hebbende onder zig witte Stoppeltjes. Het
Zaadhuisje is driekantig , bruinrood, veel-
zaadig.
De Heer d e G orter merkt aan, dat het
EIs-
O O Sfuncus Culmo dichotomo, Fol. angulatis, Flor.
Iblitariis fesiïlibus. Gort. Belg. ioi. Fl. Snee. 283,305!
TL Lapp. 122. Gort. Jngr. 52. Gouan Monsp. 1S4. R.
Lugdb. 43. Juncus Caule Brachiato &c. Hall. Hefa.
N. 1319. Gramen Nemorofujm Calyculis paleaceis. C.
B. Pilt. 7. Theatr. 100. Holofteum Mathioli. F ob. I c. 18
ß. Repens. y . Procerior fpecles altera.. Scheuchz. Gr.
339* i . Gr. Bufonium er. anguftifolium mpjus. Barr.
Tc. 264. 1. Gr. Holofteum Alpinum minimum. C. B.
Pin. 2. Prodr. 64. Theatr, ioi.
Elskruid ( Subularia) dit Gras in Rusland on-
affcheidelyk verzelt. L i’nnjEUs fpreekt van IV.
een Speldekoppige Spinnewebs Faddeftoel, in stuk!10'
Sweeden; waar uit dit Paddegras zou voortkomen,
zo fommigen wilden. Het groeit by
ons in de Duin * Valeijen eh elders.
( 1 2 ) Bloembies met Borjielige platachfige xiT.
Bladen , dubbelde end - Bloemfteeltjes en
byna tweebloemige eenzaame Kofjes. grondige.
Dus is byna deeze Soort befchreeven, die
op diepe Veenige Gronden , in de Bofeh-
Moerasfen van Sweeden, groeit, de Halmen
een Span hoog hebbende ;de buitenfte Bloemblaadjes
(*0 fmaller , .fpitfer, holrond, van
buiten paarfchachtig, de binnenïle bleeker ;
Draadachtige Meeldraadjes met geele Knopjes
: het Vrugtbeginzel vry groot, met een
witten Styl en drie omgeboogen Stempels.
{13) Bloembies met een Ehvormig Blad, en een XIII.
byna vierblaemig end- Hoofdje, ^Ooften*
In rykfe.
f 12) Hfuncus Fol. Setaceis depresliusculis, Pedunculis
geminis terminalibus, Glumis folitariis fubbifloris.' Sp.
Plant. 12.
0 0 Petala ; dat niet anders kan betekenen dan Bloemblaadjes;
’t welk ftrydt tegen de Geilagts - bepaaling,
hier voor.
(13) §futecus Fol. Subulato , Capitulo fubquadrifloro
terminali. Sp, Plant. 19. Mant. 63. Jacq, Vind. 237. T.
4. f. 2.