VI. nen, wanneer menze maar twee Wecken niet
vh?L’ gebruikt. Dikwils wordt het afgébrand , om
Hoorn- de Landen daar van te zuiveren ; doch het
groeit weder .op en ftrekt dus tot een groote
Plaag. In de Regentyd fchiet het dunne Stee-
len, ieder met een gebaarde Wollige Pluim ,
van een Span of een Voet lang en een Vinger
dik; waar van de Wolligheid door het Gemeen
wel gebruikt wordt, om in Kusfens te floppen.
Op Java en Baly dekken de Inlanders
met de Bladen, aan Bosjes gebonden als Stroo *
hunne Wooningen; *t welk duurzaam is, doch
veel Ongediert uitlevert.
Ij* fa) Baardgras met de Aair eenzaam, de on-
Andropo- i n n
go* cm- derfte Bloemen ongebaard.
iortum.
Het Ooflindifch Rogge - Gras, met een
fchraale Wollige Aair , van Pl u k en e t ,
dat de Baardjes boven lang en wonderlyk, als
een Touwetje, in elkander gedraaid heeft, van
Plukenet, is door Scheüchzer onderden
naam van Adgilops van Madrasf, met Haairige
gebaarde Kafjes, befchreeven. Hy hadt het
van Pe t iver van Londen ontvangen en
merkt
(2) Andropogon Spici folitari! , Floribus inferioribus
smuticis. Sp. Plant. 2. Burm. Fl. lncl. 1 ï8- iEgilops Made-
raspat ana &c. Scheuci-iz. Gr. qz. Gram. SecaHnum In-
èicum SpicA graciii tomentofd &c. Pluk. Alm. 173, T.
ïgi* f. 5. Mor, ,g. 8. T* 4. f» ulU
m
merkt aan , dat de Baardjes hier alleenlyk uit VI.
den top voortkomen, zynde de ovefige Kaf- Avn.EI"
jeS ongebaard. Hoofdstuk,
lil*
I Andropogon
diva-
’ ricatum.
Wyd
gemikt.
( 3 ) Baardgras met de Aair langwerpig,
Bloemen Wollig , afftandig, Wyd getni,
een bogtig naakt Baardje.
Dit Virginifche Gras heeft lange fmalle Bladen
; de Kafjes zyn bruin, hard en glanzig , ,
met weinige korte Haairtjes bezet en deMeel-
knoj)jes g e e l: de Zaaden met een zeer lang
bruin glanzig gegolfd Baardje gekroond.
f4) Baardgras met de Steeltjes van de Pluim IV.
zeer eenvoudig driebloemig ; het tweejlagtig Krekobg!"
Blommetje kanthaairig> van boven en onderen
gebaard. De
C3^) Andropogon Spïca oblong!, Floribus Lanatis re-
inotis divaric'atis, Arifta. flexuofa nuda. Sp. Plant. 3.
Lagurus humilior, Panicula conica lax! nutante, Cul-
mum terminante. G r o n . Virg. 135,
(4) Andropogon Panic. Pedunc. fimplicisfimis trifloris
&C, Sp. Plant. 5. Am. Acad. IV. p. 332. G o u a n Monsp.
5x3. iEgiiops Bromoides Juba purpuraScente. J. B. Hift,
11» P- 436. S c h e u c h z . Gr. 26?. Gr. Sparteum Feftu-
ceum f. iEgiiops Spartea Villofa. Barr. Ic. 18. f. 2.
Phoenix Spica ia x a , Löcuftis longe petiolatis &c. Hall.
Jielv. N. 1412. Avena Spiculis polygamis trifloris. Scop.
Carn. 207.
Nn 4
saMNI f l l l ■ ërm
M l mPi\l
i
, H•; •.’Sp; I MUI
1 t e l
mHm
\ , » i
U i
H m
-hmmBmI'
J H o