Pane refertis Apum vulgarium cellulia, ita fefe ! die,daar Honing m it Byrnbmt in m s , i n },.
habebat.
Inchoatae & perfe&ae celluTae Regu-
lorum. 34
‘Cellulae Marium óbfignatae , vàcuae, &
quae, poil Mares inde exclufos , Meile
erant repletae
'Quae fimul conftituunt fuihmatn - 2400
domuncularum. Nonne oirinia ifthaec inge-
riium atque dexteritatem, quibus Omnipo-
tens Apes imperrivit, mirum in modum nobis
patefaciunt ?
Alveare apertum , continens Examen aliquot die-
rum, in quo multa mirabilia deteguntur.
Quum Julii 2 f ruri eflcm; ingens atque exi-
mium Apunì examen advolabat: quod cum in
Ulmo confediflét, inde in vacuum Alveare decuti
curavi. Verum paiillo póft omnes totius èxaminis
Apes rurfus fernet ad Ulmum conferebant, ibi-
qu e , Pedtìm fuorum ope inter fe cohaerefcen-
t e s , fernet fufpendebahc : Regulus namque
fiv e Foeinella haud, uria cum aliis, de arbore
iri Alveare fuerat decuiTa. Quapropter
examen iterato Alveari committendum curavi,
ficque obtiniii tandem 5 ut omnés deinde s
quotquot erant in hoc examine , Apes pauila1
tim eo fe reciperent.
2 6mo Julii tempeftas fatis ferena erat, radiisque
ßont: in
folaribus illuftris. 27“ ° coelum contriilabatur.
2gvu* & i p nu* pluvia infeftabancur. 3 omo Alveare
examinabam, atque iubtus infoio, quofuperid
repofitum erat, exiguum Panem five portionem
F a v i inveniebam , quae , quoniam ab Apibus
baud fads firmiter Alveari adglutinata fuerat
aut quod forte nimis multae Apes fernet illi
adfixerant, delapfa erat. Numeravi autem in
hoc Pane 418 cellulas oereas Apum vulgarium,
qua inchoatas, qua perfeétas, decemque infu-
per O v a , quae altero fuo extremo ad Ceram
adfixa haerebant. $ i* ° toto tempore antemeridiano
pluebat ; circa meridiem vero ventis
nimbisque infetta, imbrica , erat tempeftas.
Flexo tandem in vefperam hoc die Alveare
iltud una cum Apibus contends in cubiculum
detuli, inveftigaturus , quidnam Apes ipatio
fe x dierum in eo peregerint.
A t vero quum Aculeum & venenum earum
Beginfelen en volkome huyskens der Korngo*
a - 34
En in toegefegelde, leege, uytgebroeydt n
met Höfling gevuìde huyskens der Mannektnr.
dat te Jamen een get al van
buyskens maàkte. Het welk alles ons de geeßenlt
kunfi , die G O D T in de Éyen opgeßooten hetß
feer wonderbaarelyk bekent maaktn
Een Korf gèopént fyride een fwerm van
eenige dagen * waar in veele wonde-
ren ondekt worden.
Wanneer ik den 2 f July op het lant was, ß
kwam daar een groten en fchoonen fwerm
vliegen, die ß g in een Ipenboom begaf, mar
van ik haar in een leege Korf Het affchudk,
Maar een weynig tyts daar naa, foo vloog de gß
fche fwerm weer in de Boom , daar fy met haart
voeten aún malkanderen bleeven vaß bangen ¡im
dien de Honing of het Wyfken niet meede van Je
Boom wàs afgef chut geworden. Soo dat ik it
Swerm ten tweeden maal in de Korf deed fitsten,
en als doen foo vloog de ganfche troep daar
allengslens meede in.
Den 16 was het redelyk goet weer , enfonni-
fchyn. Den 27 was het een betrokke lugt. Da
¿8 en i f was het regenagtig weer. Den § Je
befag ik de Korf, en ik vond onder op de grontue
de aarde daar hy op ß o n t, een Brootken offiuhkt
Honingraat gevallen, het geen de Byen niet furt
gerneg aan de Korf vaß gekleeft hadden, ofid
daar van afgeweeken was , door dien dat ij.«
viel Byen aangefeten haddcn. Ik telde in dit h
ken 4 18 , foo begintfelen, als volkome waffi c>
kens der gemeene Byen, en äan tien jEyeren,^1
met haar eene eynde op het Wafch vaß ß0,u
Den 31 regenden het de ganfche morgen, tn of
de middag was het windrig , buyig en regtnag1
weer. Den avont gekomen fynde, foo brogt ik d
Korf met Byen in een kamer , om daar in ti m
derfoeken, wat fy binnen de tyt van fes dagcni^
in gemaakt hadden. -
Maar alfoo ik haaren Angel en fenynw111^ 1
foo refolvcetdcn pertimefcerem ; omnes prius Apes interficere . tk de By. en ee. rfi a. lle te doo I. ,
conftitui: quapropter eas vaporavi fumo fafci.\daaromfoo berookten ik die met out linnen,
culi cujusdam accenfi, quem de fat magno ful- 1 een &oe* fwavel Jlokkcn ^eV}0n
phuratorum, pannis lineis detritis obvolutorum, en dik gemaakt, dat het door j
liumeroadeo craflumconfeceram,utinfuperio- opening van de Korf been kon, Maar
retìi Alvearis aperturam modo immitti pofletv
Verum fruftranei erant omnes i f t i , quibus eas
occidere fatagebam, conatus: quamvis enim,
ab hora vefpertina odiava ad undecimam us-
I que nodturnam, vaporationem hancce conti-
I nuaverim, atque pannos exftindtos fubinde
[ iterum accenderim -, maniere tarnen in vita
I fuperltiies , ingentes bombos & murmur hor-
I ribUe iñtiis excitantes.
I Mane fequends diei admodum tranquillae
I érant: quare Alveare in alium locum tranftuli,
I atque fie centenas .aliquot Apes mortuas in
I folo reperi jacentes. Maximus’ interim Apum
I numerus adhuc vivebat , earunique nonnullae
I ex Alveari provólare incipiebanc. Decrevi igi- I tur Alveare de novo vaporare , ■ Apibusqiie fi-
I mui fiberam concederé viam , qua ex Alveari
I exire poflent. Ne vero fub hoc opere quid-
I piam nuxae mihi inferretur ; íagenam fum-
I fi tesqui pintae capacem,cujiis collum, Charta
grilèa obvolutum, Alvearis oftio imniifi, il-
r laque dein charta óbturavi fpatium , quod in-
E ter coltum lageriae & Alvearis orificium 'adhuc
I paiébati Hipe, quampririiüm tune fumusper Alveare
diffundebacur, Apes mox vehementifli-
me inter fe commotae , atque conrufe curfilantes
, formidabilém edebánt ftrepitum , ea-
lumqüe 1898 uno quafi Ímpetu ex Alveari in
lageriam prorumpebant. Exemi proinde hanc
Jágenam, alianique jugiter in ejus locum fub-
j íhtui -, donee tandem omnes Apes h ie ratio-
rie ex Alveari expulfae eflent, nec ullus ampliüs
bombus intus perciperetur.
Turn vero, Alveari inverfo,Regulum inverii,
animae defeftu quafi correptum, fubtus in folo
procumbentem. Aliae itidem nonnullae Apes ,
quae infra in folo c'onfederant, fumo fuffocatae
interierant, & admodum madebant : aliae autem,
quae in fuperna Alvearis regione íéfe
condnuerant, omnes erant fic cae, atque in la-
genis haud aliter difcurrebant & volicabant j
ac fi foient integerrimae.
Hog perafto tantillum aquae Apibus iritra
Jagenas detentas adfudi, ficque effeci, ut eàe
paullo poft morerentur ; quamvis nonnullae ta-
tnen rurfus ad fe redibant; Ita taridem inve-
111 * omnes hujusce Examinis Apes , fimul
computatas, fummam conftituiiTe yddp, ad-
exjm^um id fuiife éxamen. Iriterim
quoniam ferius, anno jam laben te , evola-
' rerat* .at9ue praeterea in locum in c id e ,
io ^ parum mellis fuppeditabat 5 ideo illud
? praeprinùs t am e n , ut e x p e r ir e r ,
qUid-
\arbeyt om haar te dooden weis te Vergeefs, want
niet tegenßaande dat ik . dit van favoyis te 8
uuren tot 11 uuren in de nagt continueerde, en
nu en dan bdt uytgedoof de linnen weer aanßak, ,
foo bleven'fy egter in het leeven, maakende een
groot gchommely en een vervarelyk geluyt.
Des morgba waam fy feer f i i l , maármí í í
de Korf verplaatfte, en ik vond .eenige hundert
Byen daar onder doodtleggen ; levende iwgthet.mee-
Jte ge tal, en fommige begonnen uyt. de Korf te
vliegen. Daar op refolveerie ik de Korf op hit
nieuw te berooken, en met een de Byen een vrye
\pajfagie te geeven, om uyt de Kmf te binnen ¡op.,
pen. Maar op dat ik daar geen ongemak van ly.
denfou,, foo na/ii ik een anderhalf pints vies , die
ik J'yn hals met graau w papier bevsont. en foo,
open in de ment van de Byekorf fiak , en met het
\ papia .Jloot ik de Jpatie , tujfcben de Aoif en het
glas-, Soo draa na ais de rook in de Korf kwamp
Joo hegenden de Byen haar vervarelyk te rperen -,
. en door, inalkanderen lapende een verfchrikkelyk ge-
druys pan haar te geeven ; jo o dat daar op een
I maäl i 8p8 Byen uyt de Korf in de vlefch liepen,
» die ik daar vervolgens a f nam , en een andere
j vlefch in de plaats jia k , tot dat alle de Byen, op
die wys, uyt de Korf gedreeven wierden , en ik
geen geluyd meer vernam.
Als doen foo keerde ik de Korf om , en ik be*
I vond de Koning half in fwym leggende, onder oh
■ de gront. Eenige andere, die ander op de gront ge-
feten hadden, waaren door den damp bevangen ge-
j worden en geßurven, fynd'e heel vogtig. Maar de
I andere, die haar boven in de Korf gehouden haddcn,
die waaren alle droog, en fy liepen en vlo*
' gen in de vleffchen, als o f haar niets en fchorr
' te.
Dit gedaan fynde, foo goot ik een weynig water
op de Byen, die in de vleffchen waaren, die
kort daar na ßurven ,* hoewel dat fommige wel weer
bekwamen. En ik bevon, dat den ganfehen hoöp
een getal van f66p Byen uylmäakte; fynde dit
een feer fchoone fwerm. Maar die te laat in ’i
jä a r was gevallen, en däh nog op ethplaats, daat
niet veel boning te vergaderen Viel ; waarom ik
hem doode, tndar voornamentlyk , bp dat ik net fdii
Z z z z z z wee*