quam regulari modo haec omnia fiant. Quando
enim folium, novilfime if tum , extuberare
incipit} tune primo ibi loci flavefeit, fenfim-
que porro rubefeens, excavati inllar Cerafi vel
facculi, tandem diipanditur. Interea autem
bini etiam hujusce Tuberis margines in latere
folii interno, utrinque, adeo exafte contra fe
mutuo aderefeunt, & veluti inter fefe com-
mittuntur; ut hiatus vel rima vix ae ne vix
quidem animadverti queat : id , quod a D EO
in rerum Natura manifeftato eum infinem tarn
Ordinate conftitutum e ft; ut caveretur, ne fe-
mina, aut recensnati Vermiculi, hoce latibulo
fuo excidant, aut priuserepant, quam plenam
aetatem fuam adtigerint, & volandi faculcatem
aoquifiverint. Verum iilhaec de externa h o -1fen .
rum Tuberculorum forma fufficiant.
Quum ea deinde aperiremus ) fequentia intus
reperiebamus confideratu digna : aliquot
nimirum Mufcas piene adultas ; Vermieulos,
ie x Pedibus inftruftos, quae verae erant Ordi-
nis Secundi Nymphaej tum & Vermieulos non-
nullos, qm, Nymphae membra nondum exhi-
bentes, faltem accrefcere indpiebant. Prae-
terea albam quoque fubftantiam, lanuginofam ,
una cum lentis quibusdam humoribus, qui intra
membranam conclufi videbantur, ibidem
deprehendebamus*
Verum ut ordine de horum ßngulis agamj
prius memorabo, quod intemam iftarum V e r rucarum
fuperfidem extemà laeviorem & pla-
niorem, quin minus etiam rubentem, invene-
rimus. Prioris equidem differentiae hanc puta-
tabamus effe rationem, quod in externa V er-
rucarum'iuperficie minores quoque Nervuli, qui
per folium ibi diftribuuntur, itidem fimul diftenii
atque dilatati effent. Quantum vero ad co-
loris pallorem: hujus in eo fitam effe caufam
obfervabamus, quod univerfa fuperficies interior
farina velu ti, minutisque furfuribus albis ,
lanuginis in modtun conftruftis, infperfa adpa-
reret. Undenam autem lanuginosi haecce materie
» fuam trahat origmem, pauüo infra difeu-
tiemus. Attamen aliquando feabritiei quidpiam,
ficet parum, nec frequenter, intus in Verrucarum
cavitatibus animadvertebamusrqaod quidem
utrum inde profeftum fuerit, quoniamMufcae
adultae, per tempus aliquod ibi commoratae, Pedum
Ìùorum Unguiculis, fuperficiem förte fcal-
pferant, pro certo adfirmare nobis hand Kcebat.
Vermiculi minimi , quos intra Verrucas iftas
deprehendebamus, finguli haud aliter, ac per-
feftae Mufcae, in Caput , Thoracem & V e n -
trem
hoe regulier dat toe gaat ; want ais k lM a illrt
gerankt is ', en begint u y t. te puylen , fio
daar ter plaatfe eerfi geelagtig , en voorts olla,,,
kens root, tot bet -gebeel als een holle Karnf
beursken fig begint uyt te fetten: waar van è
randen dan, aan weerkanten van de bim afleU
des blads, fio net tegens malkanderen komm m
te groeyen , en als op een tefluyten , dat »»j.
opening o f fpleet fie r kwalyk kan vinden.
Hit
geen dan fio ordentelyk van den geop
G O D T in de Natuur befchikt is , op dat i f i
den o f finge Wurmen daar niet fouden uytwllai,
o f ook uyt loopen , voor fy boar vollen mdtriù
hodden, en hekwamelyk vliegen konien. Mm it
fy genpeg van de uyterlyke gefialte ,kefir gimf
A ïs wy nu defelve openden, foo vontimwyèa
deefe confiderahle faaken binnen in , als eenige ul-
Waffe Fliegkens, Wurmkens met fis Beenen, da1
waaragtige Poppen van de Tweede Order waren,
en dan ook eenige Wurmkens, dewelke higmki
aan te groeyen , fonder dat fe nog de leiden m
een Popken vertoonden. Nog bevonden wy dm
binnen in , een goede qmntiteyt van een wittewel
lige fubfiantie , met dan eenige taye vogdgheeden,
die in een vîtes befiooten fcheenert.
Maar om van dit alles ordentelyk te jt ,m »,
foo fa l ik eerfi feggen , .dat wy de bimenfte fu-
perficie deefer wratten gelyker en egaalder bevonden
als die van buyten, en ook foo root niet; mar
van ons de reeden fcheen , dat aan de buytenße
kant ook de kleender Semweni> die aldaar op bet
blad fiaan , meede uyt g e f et en gedilateert waaren,
W at de bleeke couleur belangde , het felve bevon'
den wy fyn oorfpronk te neemen, door dien de gan
fib e binnenfie oppervlakte ß g vertoonde, tflsofjj
met meel en kleene witte femelen beßrooyt was,
die van een wollige ßru£buur waren. Maar mar
nu deefe wollige fubfiantie fyn oorfpronk veetnt,
füllen wy wat loger onderfoeken. Nog bevonden
wy eenige rouwbeyd, dan met feer ved nog dH-
maals, binnen in de hollighceden deefer wratkens;
o f die haar oorfpronk namen uyt, dat de volmß
Vliegkens daar eenige tyt gefeeten , on net «
Nagelen am haare Voeten die epgekrabt hadm\
dat konden wy. niet verfeekeren.
De kleenße Wurmkens,. die wy in
kens bevonden , die waaren adle , gelyk.de vo
Vliegkens, in Hooft , Rorfi ende Buyk ger^
trem erant diftinfti a. In Capite duo cerne-
bantur Oculi, atque Antennae. Pronae T h oracis
regioni fex Crura, interventu arciculorum,
jungebantur. Reliquum corpus .erat brevi-
ufculum. Color eorum oculo nudo glaucus, at
microfcopii ope viridefcens adparebat. Exuden
*, in bet Hooft fa g men de twee Oogen melde
Hoornkens, onder aan de B orfi waaren f e i
Voeten gearticuleert, en voorts was het lichaam
kortagtig. Haar couleur vertoonde ß g aan bet
Oog blauwagtig, maar onder een vergrootglas
groenagtjg. Sy vervelden even als de andere foor*
vias limili modo, ac caeteraè Vermiculornm I ten van Wurmkens : de beweeging die fy badden
f p e c i e s , ponebant. Motu praeterea longe gau- was veel veerdiger> als van de Wurmkens, die groo*
. . - ni<«m Varm</>tili — - !.W*/...l! . '» debant citatiore, quam Vermiculi majufeuli, w —----- /• ’ » .. i i
iique, qui in Mufcas jam mutati erant.
At prae reliquis fane maximam in hifee A-
nimalculis merebat animadverfionem, illa tomenti
congeries, quam lingula poileriori corporis
fui extremo adplicatam , elegantifliíñum
'■ & valde mirabilem in modtun, geftabant e. U-
trum vero tomentum iftud de iplo Infefti cor- '
pore procrefcat; quod quidem perquam verifi-
niile eft } an autem , e Verruca prognatum ,
ab Animálculo deinde poliicae corporis regioni
imponatùr} diilinfte expifeari nulla racione
poteramus: quamvis interim exiftimare*
mus, lanuginem illam ex iplo potius corpore
Infefti provenire ; quum adultiorum corpori-
bus eam nequáquam adhaerefeere . vìderemus.
In nonnuUis Vermiculis, molliculo inftruftis
corpore, quo, in foliis Liliorum, aprici degebant,
faepiuscule obfervavi, omnia eos excrementa
fua fupernè in corporis fui poftremum coacervare,
hacque ratione id a radiorum Solis ardore
defendere.
In aliis, qui circa Carduorum folia viftitater
waaren, o f ook van die alreede in Vliegkeni
waaren vergroeyt.
Maur dat omtrent deefe Dierkens ten hoogften
aanmerkelyk vias, dat befbmt in dat fy alle agter
op haar lichaam een vergadering van wolagtigheii
hddden jitte n , die feer fraay, en ook mnderbaare-
lyk van haar gedragen wierde. G fn u defelve aan
het Dierken greeyt, dat heel waarfcbynelyk is ,
d a n o ffy uyt het gewasken felv e voort gehragt '
-wierd, in dat het Dierken die agter op bet lichaam
nam , dat soas ons onmogclyk om difiinSb
uyt te vmden. H em el dal wy egter oordeelden,
dat deefe ■molligbeid uyt fyn lichaam felv e voortge-
hragt wierd, m dat wy die am de lichaamen van
de volwaffeader Dierkens niet en fagen.
Ik heb in fommige Wurmkens , die met een
week lichaam voorfien waaren, en waar meede fy
in de Sem op de bladeren der Lelien hefden, dik-
maalt geobferveert, d atfy a l haare vuyHgheedeit
boven op bet agterlyf fiapelden, en dat foo voor de
bette van de Sonne firaalen conferveerden.
„ - In “M ere,die op de bladeren der Dilielen leeF
tat, poßtea corporis parte exftantes vidi duas dm, heb ik gefien, dat aan haar a& crlyf twea
fetas, rigidas, m quibus exuviae, quas Ani- ftyve horfieis waren , waar m dat het vel dat fe
malciilam ponebat, una cum exerementis qui- affiroopm, altyt met eenige vuyligheeden bleefvaU
busdain, femper defixae tenebantur. Itanimi- fiten -, en onder welk afgefiroopt vel, dat f e dort
rum fub exuviis fuis, tanquatn fub pérgula, a
Solis aeltu immunes delitelcebant, atque cum iis
quoquoverfus fuper foliis obambulabant. Prima
iftorum Vermiculorum Ipecies tandem in Scara-
baeum procrefcit ex aurantio rubrum, nigris Cor-
nicuüs Pedibusque donatum: altera veroinSca-
rabaeum grandem, teftudinatum, nigris itidem
Cruribus, nigroque corpore inllruftum. Duo ill-
naec lingulariflima DE I artificia, refpeftu la-
nuginis, quam Infeftum , quo de agimus , in
corporis fui poftremo geflat, ab hoc non mul-
ro diferepant. Inde autem conlpicere rurfus
lcec ’ ^uantae fint miferiae, quibus omnes
creaturae, in hacce ftercoris, coeni, & calami-
tum valle, obnoxiae degunt, fub malis,fimul
onis inter fe jugiter miftis aetatem fuam
nnientes. ' •• ■
Tota caritas interna huji» V e r ru c a e , uti
jam
voor de bette derSontals onder eenluyfel, haarver-
bergden, en daar meede van plaats tot plaats op
de bladeren voort gingen. D e eerfte van deefe
Wurmkens vergroeyt eyndelyk in een orange-roode
Schalbyter, met fw arte Hoornkens en Voeten •
en de tweede , in een groene fchildpadagtige Schal•
byter) die meede fwarte Beenkens beeft, en ook
een fw art lichaam. Welke twee feer rare kunft-
werken G OD S niet veel verfcheelen, in het dragen
van de wolligheid, dat dit Dierken agter op fyn
lichaam doet. Maar waar in wy ook de eilenden
fien , die alle Schepfelen in dit dal van drek. fnoi•
der, en rampfaligfeid, onderworpenfyn; däar alle
in het kwaat en bet goede te getyk., fy n keven
eyndigen.
De ganfebe inwendige holte van dH wratken *
K k k k k k k k k 2 fi#