Tab:
XXII.
Pig. v i. ti.
j j o
i i Duo inßgnes Nervi ad Mandibulas alias- i i Twee Jlerke Senuwen n a ß e Ilakheenm n
que partes diftribuci: funt hi iid em, quos ante andere deelen gaande j deefe Senuwen fyn defekt,
tn n .n li fioiita « h ih u i. die in de figmr van ’t Oog aangeweefen worden.
k.k Twee Senuwen na de Snuit gaande,
mogelyk tot de fmaak dom.
in Oculi figura exhibui.
t í . k k D u oN e rvi ad Probofcidem tendentes
guilui forte infervientes.
11 i mn am rservi , qui ui mlHuiua * ivuu>ur 11 Twee andere Senuwen na den Snutt die L
i i. II Dúo alii Nervi in Mufculos Probofci
dis fcrantur. Nervös olfaftui atque auditui Spieren voorßen. De Senuwen die tot de rtuk eilt
deílinatos haftenus indagare mihi non licuit.
mm. mm Duo N e rvi, e Medullae principio verfus
Oculos, uti exiftimo, transmifli: quod tamen
pro certo nofim aflerere ; utpote qui -nec me,
nec afios decipere amo : perquam enim difficile
eft hanc rem pervidere; quia partes Cere-
bri fuperiores heic loci cum Medulla unitae
fune.
nn Duo Nervi e Tborace ad fuperiores A-
bdominis Mufculos protenfi, fimul cum Medulla
in anguftum illud filamentum, quodThora-
cem cum Abdomine conneilit, indilli.
so. oo Duo validi Nervi, qui maximam partem
radici P enis, aliisque generationisorganis, in-
feruntur: quemadmodum in figura harumee
_ partium indicatum eft.
t f 6Pc. p p Pars Medullae magnitudine paulnm auéliore
repraefentata.
l l S c . l i & c- Subftantia Medullaris externa,fifl*um
qualiNervum referens.
T. r Altera Medullae portio , fubftantiae ejus
Medullari interpofita, cujus acceffu Medulla
proprie in nodulum dilatatur. E ft haec nequáquam
adeo albicans, ac quidem fubftantia Me-
duliaris; fed nonnihil grifea, carnis colori ac-
cedens. Ideo autem forfan Medulla, heteroge-
geneae ejusmodi fubftantiae interventu, diiatatur
& craffiorredditur; ut tanto major inde con-
cilietur firmitas Medullae ad Ñervos fuos emit-
Fig.n.cc. tendos : quemadmodum fub lit. c c paritervide-
re lic e t, u b iv e l ipfa etiam Medullaris fubftantia.
craffior reddita eft. Forte tamen ifthaec
dilatado' alteri praeterea ufui infervitimateries
enim illa dilatans ejusdem mihividetur effe indo-
lis , ac fubftantia Cerebri Apum, atque cum Corticali
fubftantia, Fibrisque transverfariis,con
gehoor doen, die en heb ik tot nog toe niet
nen opfpeuren.
m m T'inee Senuwen uyt het Merg in fyn bi.
gin uytgaande na de Oogen , foo ik meen,dandaar
ik egter. niet .veel van kan feggen. Want ik ml
nog my nog andere bedriegen. I En dit is ook mot.
yelyk te ßen , om dat de bovenße delen der Her-
fenen hier met het Merg vereenigt fyn.
n n Twee Senuwen , die uyt de Borfl na it
bovenße, Spieren van den Buyk voornamenfyk
gaän: deefe worden dan met het Merg te gelyk
in dat nauwe draatken, dat de Borß aan de Buyk
hegt, ingeflooten.
o o Twee ßerke Senuwen, die 'uoor het meefie
gedeelte den wortel der Roede, ende de andere deelen
ingeplant wordenfe als in de figuur van dit
deelen aangeweefen is.
p p & c . Een gedeelte van het Merg nog mt
grooter getekent,
qq & c . De Mergagtige fubßantie van bunten
in manier als een gefpleeten Senuw.
r Het andere gedeelte van het Merg , tuffen fyi
fubßantie ingevoegt, ende waar meede hy eygent-
lyk tot een knoopken dilateert.- Deefe fubfiantk
is foo wit niet als die van het 4ierg, maar een
weinig grys en naa de vleefch couleur trekkenie.
De reeden, waarom het Merg door foo eenonnawr•
lyke fubßantie ge dilateert o f verdikt wort, ismo-
gelyk, 'om hem tot fyn üytfpruytende Senuwen meer
vafiigheid te geeven, als hy de letteren c c meede te
ßen i s , alwacrr de Mergagtige fubßantie felvedik-
ker isgemaakt: ten fynogtans dat dit felve dilateren
nog een ander gehruyk mögt hebben , want deeje
fubßantie fchynt my van den felven aard tefynßs
' die van de Herfenen der Bye, overeenkomende M
met de baßagtige fubßantie ende de dwars leggen-
.de Vefels. Ik fou hier nuwel afbeeiden de mm
Adjungerem heic nunc delineationem rpyj ip'e-n'p, d--i-e- -d-ejef.e.. .S..e.n..u..w...e..n. vr.e..e..l. h..e.b..b..e..n. *¡ maar _
a foo ligt uyt de befchryving verßaan worden.
Fiftularum pulmonalium fU L U ld lU lU j j u i i i iu u a u u u i ,j quarum —in-f"icg—ni -n--u- " y vv " o J — v V — s o J -------
mero gaudent hi Nervi: at certut fum j fola f e fubßantie, die tuffehen de Mergagtige.
deferiprione aeque pulchram harum ideam Molmo-hins in ¡
poffe acquiri. Subífcantiam iftam, quae MeduI- M — — .— ..............
lari interpofita eft , nunquam fatis depraedi- ook de Longpypendaar afgebeelt.
candus Malpighius quoque, in'eximio fuo de
Bombyce traftatu, commonftravit, Fiftulasque
ibi pulmonales fimul depi&as dedit. Conhet
Conftitueram h e ic pedem figere : veruni
qTq'“a1n1“d o-1q-u--i-d-e--m*, ob fervatio n es m eas rev olvens7, «i/w p myne oojervmen overjiende ,eeniga
nonnulla adhuc, hiftoriamApum fpeftantia, in g g | | ¿¿ hiftnie ä e r£
ìis rr^epnesrrìi,. opnriuuss hhaaeecc lliibbeett eexxnpoonneerree.. BBrreevvii-- - . _ ö *
ter itaque hiftoriam Lupi Alvearium exhibebo.
Eft Lupus Infeélum, quod, cum in Apum Al-
.vearia pervenit, veluti perniciofa horum peftis
confiderari debet; quoniam Ceram iis conten-
tam piane confumit atque exedit. Animalcu-
lum igitur, quod Apum Cultoribus proprie Lupus
audit, Vermiculus e f t , minori Erucae
j* quoad formam iìmilis a , cujus corpus, Capite
atque poftrema Caudae incifura annulari fìmul
[ computatis, in quatuordecim divifiones inter-
iìinguitur. Praeterea corpus hujusce Erucae
utrinque novem monftrat Punfta Reipirato-
I ria, quorum prima & ultima ( quod quidem
I huiccé Vermiculo peculiariter datum invenio)
j altero tanto majora funt , quam, reliqua iis
I interpofita. Fiftulae pulmonales albidae per
corpus transparent. Caeterum Vermiculi hu-
I jus corpus glabrum e f t , nec nifi rarius difper-
[ iis pilis,. exiguis, tenuibus, oblongis, obfitum.
i Cum is fefe contrahit , regulares in ejus cute
rugae albicantes enafeuntur. In Capite cer-
nuntur Oculi, Dentes, Labium unicum, non-
nullae Setae articulatae, & Papilla netui inier-
viéns. . Colore hic Vermiculus gaudet càrneo :
j nifi quando color v i transparentium contento-
rum, nonnihil immutatur, Movet autem fefe
eodem, .quoreliquae Erueaè, modo, & quan-
doque aequali celeritate retrorfum ac pror-
fum reptat ; quem in fìnem fedecim ipfi Pe-
des dati funt - fex nimirum antiri, oélo medii,
: . J1IllTle pollici. Pedes antici acutis inftrufti
f untUnguiculis: medii vero & poftici infignem
j nguium numerum in extrema Plantae fuae
! ™’c“mferenda collocatum oftendunt. Nafcitu
1 w ^erm^cu^us ex minutiffimo quodani O vu lo,
0 ongo, quod a fubgrifeo Papilione Tineae
ormam prae le ferente, in Ceram live Favos
l i l I S S i i l autem » p i ex hoc Ovulo pro-
i , avis Perniciòiìifimus Vermis<z: neque
feiru .° Umi?0d? eos corr° d i t , quia Cera ve-
1 , r> i ? | ipfi cum VermibusBombyhorum
commune effe exrftimo : imo vero
denrJ^iv tla*n cereas» qnacunque tranfit, mor-
hinc un-CrVlaS re^ c r°tundis foraminibusj ut
aut f 1CUS I10nnun^uam Vermis quinquaginta
« q u e S ! r r dÌ Ce,,U,aS fimul PerfHnSat
diim fd- ^°rro maxime animadvertenpermear
’ fSU°d V“ mÌS hic femPer.
> rextum cavimi atque tubulatum cc
SU
Alhier hai ik m vocrgenomen ti lyniigm,
dan àlfoo ik mynt ok/ervatien overfitnde, eenigt
vmie, foo fa l ik äie mg oerfielyk voorßeilen. En
verbalen dan alßokortelyk de Hifimc van de Wolf,
dat een Infeit is , het welke het Wafch in de Kor-
ven der Byen gehpel verteert ende opeet ,foo dat het
als een fnoode pefi in de Korven, daar het inkomt,-
is. Het Dierken, dat dan eygcntlyk de Ptfotf van
de Byenhmders genoemt wort, is een Wurmten,
van fatßen als een klern Rupskmn , fyndefyn Ik
chaam,ßo met hetHooft als de laatfte ringwyß in-
kerving van de fiaart,in veertien verdeelingen on-
derfcheiden. Aan weerfyden van het lichaam'van
dit Rupsken ß e t mm mgen Ademhalende fiippen,
waar van ik in deefe Wurm particulier vinde, dat
de laatfte ende, de cerfte Stippen eens foo groot als
de andere fyn, die tu/Jen beiden ftaan;de Longpy-
pen ß e t men wit door ’t lichaam heen fchynen. Vordere
is het lichaam van deefe Wurmglat, dan hier
ende daar met verfpreide , dume en langmerpige
Haayrkcns befet. Wanneer hy ß g famentrekt, komm
daar geregulcerde «raffe rimpels op fyn vel. In
V Hooft fyn de Oogen, de Tan den, een L ip , ee-
nige gearticuleerde Borßels, met daneen Spin-tepel-
pelkm te ßen. De couleur van dit Wurmken is ly f- '
verwig, ten fy de couleur wat verändert van wegen
de doorfchynehde inhoud. Syn beweeging is op
de wyß van de andere Rupfen , fomtyts gaat hy
foo vaardig Voorwaarts als agterwaarts uyt, en
dat door middel van 15 voeten , die hy van voren
ß s , in ’t midden a g t, en agier aan twee heefi.
De voorfte Voeten fyn met fp itß Hägelkens voorßen
, de middelfte ende agterfte hebben een groot
gctal Nagelen in de uyterfte ronte van haar Voet
geplaatft. Dit Wurmken heemt fyn oorfpronk uyt
een feer Ideen ende langwerpig Eyken, het welk
een grysagtige Kapel b, van fatßenalseen Motte,
in het Wafch o f Hmingraat kamt te fetten. De
gefiyde Wurm,die uyt dit Ey voortkomt a, isfeer
fchadelyk in het Hmingraat, want het dat niet
allem verbriefelt, 6m dat het daar hy leeft,gelykik
oordeel dat de Wurmen der Hoorntorens ook van
haar Wafch leevert ; maar hy byt over a l,- daar
het pajßert, rtmde gaaten in de Huyskens van het
Wafch, foo dat fomtyts een Wurm wel een vyßig
i f f i f t ig huyskens te gelyk doorbreekt ende bederft;
Dan datfier aanmerkelyk is , is, dat over al, waar
het pafßert, het een hol ende pjpagtig fpint-
ß l c c maakt,waar door het als door gegrave loop-
Q_q q q q q | 1 1