690
acubus fimiles, nigris apicibus terminatae, ex-
furgunt. Facilius tarnen partículas hafce tacin,
quam v ifu , detexeris ; quia ingenti pilorum nu-
mero llipantur.
Abdomen pariter materie conftat corneo
offea , & pilis undequaque obfitum , qninas
utrinqüe maculas flavas gerir, quae paffim vel-
uti complicatae funt, & laeves pilis deliituun-
tur. Porro in plures idannulos feftum e ft, qui in
Mare haud aliter, quam in Foemella, comparati
inveniuntur: quamvis interim ratione fabricae
tarnen differentia inter eos detur, quatenus
Caudam Mufcae conliituunt: fed haec diverfi-
tas conipici nequitj nifi cum partes ifta e , re-
trorfum, e x corpore nonnihil exprimuntur.
H in c , quoad exteriora , nullum difcrimen
inter Marem & Foemellam obiervatur, prae-
terquam ratione magnitudinis corpufculi. Mas
namque largiter tertia parte, quam Foemella,
minor elt : id , quod in Verme etiam atque
Nympha obtinet ; utpote , quorum ea , quae
Marem exhibitura fu n t, magnitudine cedunt
iliis, quae Foemellam. Scilicet Foemella O
varium intra fe geftare debebat: quod cum in-
ifignem adeo Ovulorum numerum contineat
u t fpatio angulliore comprehend! non poflit)
propterea grandius ipli corpus con lira necef-
fnm erat. Quo autem hoc liquidius innote-
fcat ; internas Mufcae partes, harumque in
M a r e & F oeme lla difc repan tiam , nunc defcrtptum
eo. Notetur h e ic , Foemellam effe ,
quam modo fupra exhibui delineatam , & iti
genere defcripü.
Nunc v e ro , antequam ad internas partes per-
gam, animadvertere prius oportet, quod omites,
ad hanc fpeciem pertinentes , Mufcae haud
prorfus inter fe , ratione macularum, colarum,
& pilorum, exaíte conveniant : prout nec in
Vermibus earum locum habet ; utpote inter
quos , refpeftu pallidioris vel faturatioris color
i i , multa datur diverfitas.
Quodfi jam , har'um Mufcarum inftituendt
eertevoelen ais te fien , van wegensde bayrké
die daw in groot getalfyn.
Anatomen caufa,eas fie interficere defideras,
ut nulla partium laefiofub diffeftione fiat ; haud
aliud quidpiam operi huic exfequendo aptius
adhibueris,quam Spiritum Vini diftum.m quo
mox moriuntur : quamvis Vermem tarnen in hoc
liquido vita privare non potuerim. Mufca re-
ecntiflime in lucem edita, odore Nicotianae Bra
filienfis, cui intra lagenam adpofita e r a t , fpatio
trihorii interiit: quod quidem pollmodum fae-
pius adhuc obfervavi.
r In
De Buyk is van gelyken hoofnbeenìg vati mal
f e l, en met hayrkens overal befet ,* aan weerfiim
heeft fy vy f geele vlakskens , die hier en daar ais
gekreukelt fy n , en kadl fonder hayrkens bem.
den worden. Voorts wort fy in onderfcheyde rin•
gekens verdeelt, die inbetManneken en Wyfkenè-
ven al eens fyn. Hoewelfy in maakfel verfehle.
len., daar 'de Staart van de Flieg is ; dan hit ¡el.
ve is niet figtbaar , ten fy men deefe deelen ag.
terwaarts uyt bet lichaam wat komt te druk•
ken.
En alfeo is uyterlyk tuffchen bet Manrieken enit
Wyfkengeen onderfcheyt, als alleen in de grootit
van bet lichaam , want bet Manneken is rup
een derde gedeelte kleender, dat ook in de Wum
en bet Popken plaats beeft ; die kleender fyn, dáat
bet Mannekpn uyt vergroeyt, als daar bet IVyf-
ken uyt voort komt : bet geen gefchiet, om dat
de Eyerftok van bet Wyfken, die een groot getai
Eyeren lev at, en waarom haar lichaam grootir
heeft moeten gemaakt worden -, in foo een
niet kon bevat worden : bet welk op dat ik Hoarder
betone, foo fa i ik nu de inwendige deelen, en
baar onderfcheyt in bet Manneken en bet Wyfin
befchryven ; fynde bet een Wyfken , dat ik te miren
uytgebeelt beb, en in ’t algemeen befchrem
Maar eer ik tot de inwendigk deelen km, ß
moet men weeten , dat alle deefe Fliegen niet $•
heel over een komen in haare vlakskens, coultu-
ren ende hayrkens, gelyk 00k de Wurmen nid
doen, al waar een groot verfchil, ten aanfienmm
de bleekbeid ende de bruynte der couleuren, isim
te merken.
Öm haar tiu te ontUedeti, en deefe Fltytn ß
te M en , dat men baarfonder te quetfen k » ?
nen, is niet beter als Brandevtyi dam tot * F
bruyken, daar fy datelyk infteneti. B
de Wurm daar in niet heb binnen dotda.
Vliegken, dat qffen uyt gekrnen « 4 1
nen drie uuren, door de lugt van K fjjjJB j ^
bak, viaar by ik bet in een vlefcb gejet >
ik haderbant meer geßen bebbe.
In Capite Mafculj biduani Pinguedinis parti- j In bet Hooft van bet Manneken, dat twee dageh,
| culas vidi notabiliter minores evafifle > quam uytgekomen was, daar fag ik , dat nu de Fet deeU
•_ d^ferinfi. Cum deinde Cor-
-kens. nog merkelyk kleender geworden waren, alt
I ante m Nympha defcripfi.Cor*neam turneara de Oculis amoviffem; Uv eae ,
e t i a m n u m intra Corneam refidentis, color ad-
pjirebat ípadiceus, Quin animadverto, U -
veae colorem admodum diverfum effe , prout
ik in het Popken aangetekent heb. En als ik bet
Hoornvties van de Oogen geligt hadt, foo vertoon-
de fig de couleur des Druyvevlies binnen in dat
vcae cwuiviii ------------------- — -------- 1 r .~— . Flies , als een cafianie bruyn. En ik bevinde,dat
Mufcae natu juniores aut ieniores func: quae j ook de couleur van het Druyvevlies merkelyk ver~
enim r e c e n t i f f im e exuvias pofuerunt, Uveam I ändert, naa de Fliegen lang o f korter verändert
qqandoquefaturato Arantiicolore, amoeniffimo, Ifyn. JVant in die effen vervelt fyn, fie l men het,
oiftarn- oftenduut. I fomtyts hoog ende fchoon orange root.
--------- 1 -------- In de Borfi waaren im alle de Spieren der Bee- >
! feulij qui inveftientibusharumee partium teilis nen en Fleugelen heel volmaakt, die de bekleeden*
| corneo-offeis. inieruntur, penicus perfe6li erant. de hoombeenige deelen derfelve ingeplant wievden,
- Ar fFeynig Fet vond Hi in defelve. Maar de Buyk geopent
hebbende, die. was nog heel daar van ver-
vült. En de couleur daar van was nu als een
purper , en de figuur klootsgewys, foo dat ik f e
voor de Eyeren aanfag. Deefe Fetdeelkens wyken
nu heel makkelyk van de Longpypen a f , die door
de menigvuldigbeid van haar fwaar . vervcllen ,
veel kleender ende tefamen getrokkender geworden,
fyn , fonder dat ik eenige pypkens fa g , die in
blaaskens gedilateert waaren, als in andere deefer
Dierkens plaats heeft. En ook foo bevond i k , dat
de twee grootfte takken der Longpypen, (in de
Wurm befchreeven, hier in de Flieg te famen ge-
dankt waaren, en dat f e allengskens verdweenen,
gelyk ook de Beurskens .doen , daar de Sydewur-
men baar Sy uytgefponnen hebben,
Finguis heic parura inveni. At Venter apertu:
| co fé repletiflimum adhuc exhibebat. Pingue
I do tarnen ifthaec purpurei nunc coloris, &
I globofae figurae erat ; uc hinc pro Ovis eam
I prjmQ adfpe&u habuerim. Pingues iilae par-
I ticulae hoc tempore quam faciliime a Fiftulis
I Pulmonalibus fecedunt. Hae autem Fiiiu-
I lae, oh grandem tunicarum , quas depofue-
I rune, fatis inßgnium , jaéturam, longe mino-
[ ies atque contra&iores faftae funt: neque
! tarnen ullum inter eas invenire mihi tubulum
I lieuit, qui, uti in ahis Infeftis obtinet,in vefi-
I culas eilet dilatatus. Praeterea etiam obferva-
I vi, maximos Fiiiularum Pulmonalium ramos ,
! ante in Verme deferiptos, heic in Mufca com-
K preffos effe, &fenfim aboleri: quod ipfum &
I circa Sacculos, e quibus Bombyces ferica fua
I llaraina duxerunt, fimiliter locqm habet.
Perro duas etiam heic vidi Veficas pneuma-
I ticas, pyriformes ,.notabiles, quarum unam Icone
I? exprimo a. Grandes eae & valde dilatatae e-
I rant, atque in verticis fui curvatura quodam-
I modo concrifpatae : prout in illis quoque Bur-
I fulis eft videre , quibus Aran^ae terreftres
I Ovula fua circumferunt : quod forfan inde
proficifcitur, quia iilae Veficae haud pe-
[ nitus,quantum poifunt, diilentaeerant. Earum
| g i lb e t conilri&iöre terminabatur Tubulo b ,
orbicuiaribus'ex annulis conflato, e cujus lateri-
| ^us paffim pullulabant ramuli c c , quorum
duos faltem , aufta magnitudine depiftos
heic exhibeo. Pulmonales hi Tubuli po-
tilfimum verfus latera corporis, fubter Alas,
«que oftiolis ibi conilitutis aerem
! (jUc^ln anc» (JU0 ßridorem fuum Mufca proi
» f e ^ Inteflina jam admodum co-
VenLbaerant’ In Ventricu,° a e r i s in- ;
m 9 at^ue tn regione ejus poilica, pro-j
Pe-
Nog fag ik aldaar twee merkelyke en peersgc*
wyfe Lugtblaaskens, waar van ik ’er een afbeeU
de Ol, fy waaren groot en feer gedilateert, en ofi
de ronte van haare toppen waaren fy eenigfins kreu-
kelig, gelyk men dat in de beurskens der aarU
! Spimekoppen f i e t , daar fy haare Eyeren in draa-
gen : dat mogelyk komt, om dat fy niet geheel en
al uytgefpannen waaren, Tder eyndigde in een
vernaauwt pypken b , dat uyt ronde ringekens bc~
ftont, en hier endaar hadden fy haare fytakskens
c c , waar van ik ’er niet als twee afgebeelt heb,
en in ’t groot vertoont. Deefe Longpypkens lopen
,voornamèlyk naa de fyden , onder de Fleugelen,
welkers openingen,die aldaar fyn , fy de lugt vtr->
febaffen, daar de Flieg fyn geluyt meede maakt.
De Maag en de Darmen haaren nu feer ver-
kort, en in een gekrompen. In de Maag vond
ik een weynig lugt, en daar agter by het Maag-
N n nn nn nn ' portier,