van gedaante bykans, als een Morgenfier (
krygs infimment ) daar in het midden »
Beenken was, dat met de Schaam-beenen J
culeerde, en met vel over trokken was: ¿ 1 '
meede fy in de holen en reeten. haar veerdig konii
voort fetten. Andere beb- ik gefien, dat met E
diergelyke inflrumenten tot haare fnelder bew
ging begaaft waaren. Een derde foort, daarL
my de twee Voeten van vereert, die diftinfaZ
articuleerde Beenen hadden , met Nagelen op haar
fynde , die men daar vati kon afnemen, als it
holle ■ klaauwen van de Varkens voeten. M
vierde foort heb' ik ook fe lfs geexamineert, dat
vier gearticuleérde, maar feer teere voeten badt:
de voorfte Beenen hadden àrie articulatieñ, en dan
twee Vingeren met Rlaauwkens aan haare toppen,
en aan de fyde van déVoct, die naafi het lichaam
ftò n t, was nog een korter articulatie of Duym-
ken met een Nagelkem Öp’ defelve wys waren de
agterfie Voeten gemüakt , met dit onderfcheyt,
dat fe nog yder een Vinger meer ■ hadden, ais de
vóorfie. Een vyfde foort is my vereert van de
Heer Fredrik Ruyfch, Voorleejer der Heelhmie
te Amfierdam, dat vier feer teere Voeten heeft,
beflaande yder uyt drie articulatieñ, maar die men
niet als flaauwelyk fien kan , álfoo fy met fehob•
ben tot het eynde toe befet fyn , daar men jop bit
eynde niet ais een enkel klaauwken fie t, fonder dat
daar eenige vingers fyn. Soo dat ook dit Slangc-
ken n ie t, ais maar in byfóndere gelegentbeeden,
fig van deefe Voeten heeft binnen bedienen, alfoo
fy al te tenger fy n , om fyn- lichaam te dragen:
maar fy fyn bekwaam genoeg, om dat in veeleoc-
cafien radder te helpen beweegen. Siei foo won-
derbaarlyk is G O D T in alle fyne werken, waar
van de minfie fyne Heerlykheid enMajefteit ten tm
fiellen ,. en boe dat fyneWysbeid oneyndig is.
fcentiam, Éricio di£lo, inftrumentò militari
undique pràepilato, propemodum fimilem, intus
in meditullio fuo Oificulüm,cum Pubis os-
fibus articulatum, & cute obduétum , conti-
nentem y cujus adminiculo in cavernis atque
rimis fefè ceìeriter proiriòvere poterant. Alias
iterum vidi binis ejusmodi machinulis ad mo-
,turtf velocioreih infiruóias effe. Tertiae cujus-
dam fpeciéi Pedes gemini dono mihi dati funt,
q ui, diftmftis ex Oflibiis articulatis compofiti,
Ungues edàm in extremis fìlis gerunt, quos,
uti cavas ungulas de Porcorum. pedibus, inde
abftrahere licet. Quartam fpedem ipfe quoque
examinavi, quae quatuor articulatis , ad-
modum tamen exilibus, Pedibus pollebat.Pedüm
hòrumce anteriores tribus conftabant articùlìs,
düobusque Digitis , quorum apices unguiculis
erant armati: quin alius infuper, brevior, ar-
ticulus, fivé minutus veluti P o lle x , ungue
niunitus ,e illorum làtere interno exfiàbat. Simili
ratione pofterióf es quoquePèdés eraiit fabrefaéti*,
pfaeterqùàm qilod uno fingüli Digitò fuperarent
afìticos. Qjiintam denique fpeciem D. Frederi-
.eùs Rayfch, Chirurgiae Praeleótor Amftelae-
dàméniis, mihi donavic, quatuor tenerrimis in-
itruitam Pedibus j qui quidem ex tribus finguli
,confiant articulis, non tamen admodum diftin-
£ié confpiciendis ; quia fqiiatnis ad extremum
usqiiè òbteguntu* : in extremis autem fimplex
tantummodo conipicitur unguiculus, absque
òlla in digitos divilione. Unde Serpentula ift-
hae c , nonnifi peculiaribus fub conditionibus f
.hòrumce Pedüm fuorum operà uti potuiffe
Victetur j quandoqüidem i i , ob nimiam teneri-
t lidi nein , fuilinendo corpori impares funt:
etiamfi Taepenumero ad hoc majore velocitate
proihòvendum facere poilìnt. En ! eousque
.admirandüm fefe praebet D EU S in omnibus
•fiiis òpéribus j quorum exiliflìma fane Magnifi-
.cehtiahi Ejus , Majeftatem, infinitamque Sapi-
entiam, apertiffime conipiciendas exponunt.
D E Q U IBU SDAM A L I IS ANIMAL C U L IS ,
IN T R A SA L ICUM T U B E R C U L A R E - :
P E R T I S : T U M Q Ü OM O D O IL L
A EO D E V ENIANT.
Principiò dìxì , quod, cum Tubercula Salicis:
:aperirem, varia infuper alia Animalcula offende-
•rimj quae quidem minus exefeitatis , iisque,
.qui tantummodo perfun&orie experimenta
quaedam iniìituere confueverunt, imponere
valent: quum fane facile fic fieri p oflìt, ut a-
,ijpd Animalculum pro alio habeatur, minus-
* que
V A N SOMMIG E AN D ER E DIERKENS IN
D E G EW A S SEN D E R WILGEN GE-
V O N D E N , E N H O E DIE
d a a r jn k o m e n .
In bet begin heb ik g efeg t, dat my in btt o-
penen van de wrätkens der Willigen nog verftbvj’
de andere Dierkens fyn voor gekoomen,
bekwdam fyn , om de onervaarne , on die ||
als oppervlakkig eenige experimenten doen, te
driegen: alfbo men ligt het eene Dierkert voor
andere in foo een geval kan neemúti, en daar vf
J ö Jp
oue legitimae dein fequelae inde dedueantur.
Hane ob rationem paullo nunc • accuratius
hànc rem exponam- Primo itaque d ix i , me
ja quibusdam Tuberculis, nondum perforatis,
alia adhuc nonnulla reperiffe Animalcula, a quibus
Convolvulus , quem ante deferipfi , fuftb-
catus fuerit atque interemptus. H oc autem ut
intelligi queat; animadvertendüm e f i , Saligna
folia a variis Infeftorum frequentari fpeciebus;
qaae quidem aut intra, aut fuper ifta folia,
fuumcollocant fernen, in Vermículos, vel a-
podes, vel Pedibus inftruftos, tandem fuccre-
feens. Tuberculum haud perforatum, de quo
nunc ago, duorum generum Animalcula tum
temporis continebat 5 Erucam nimirum fupra
a me deferjptam , atque Vermiculum Pedibus
deftitucum, quae ambo fimul eandem intra cavitatela
Tubercuíí delitefcebant. Quöniam
véro utriunque fubílantia Tuberculi nutrieba-
tur, fuaquein hoc excrementa ponebat; hinc
fafihim eli, ut Eruca a fuo contubernali fuffo-
cáta atque oppreffa fuerit.
Quum prima vice nonnullos apodum ifto-
rum Vermiculorum intra Tubercula confpice-
rem; habui eos pro Erucis a me ante deferi-
ptis, autumans, has ex Ovis fuis prodire apodes,
ac poitea demiim, quando nonnihil gran-
diores evaferunt, ipfarum Pedes procrefcere.
Verum progreffu temporis tandem d e tex i, Vermículos
illos apodes plane diverfae effe lpeciei :
quamvis tamen certus credam , eorum Ovula
I fimilì ratione, ac Ovula meae Erucae, in Sa-
I lias folia ingerí ; ut nafeiturüs inde Vermi-
culus ibi nutriatur atque mutationem fubeat.
Apus ifte Vermiculus tum temporis paullo ma-
gis jam adereverat, quam mea Eruca. Capite
etiam pallidore is gaudet, fatisque mulcas foe-
ces exonerat. A t quoniam nunquam notabi-
lem horum Vermiculorum numerum in faligno-
rum foliorum Verruculis, quas etiam foli ali-
quando & privatim incolunt, obfervavi ; ideo
ipforum mutationem perveftigandi occafio me
eecit. Forte tamen deinceps examini huicee
ahquid adhuc operae impendam.
In alia quadam Excrefcentia tertiam in ve ni
feiern Vermiculorum, qui pariter Pedibus debuti,
& vel altero tanto minores erant prioribus.
J e quidem fimiliter fere fabrefa&o gaude-
racpr^ ^a.uII° id craffius erat, qua cumTho-
Ì a ^ tdtUr- ®‘na in&per in Capite eo-
colos^™ ! “ a n lg r a Puna ai 9uae &r te O-
^nticuli C 'ltem q.uoq“e mutabanc W
, fatigue celeriteir proreptabant.
Qjian-
¡che gewlgmuyt trekbm. Daarm J a l ii- nu dat
[eh e wat nader verklaaren. Eerßelyk heb. ik dan
gefeg t, dat ik infommige. gewaskens, die niet ge-
gaat waaren , Mg eenige andere Dierkens beb be-
rnnden -, waar vm myn bejcbreaie Cmvolmlm
verßikt ende gedoot was. Qm dit te verßaan,
Joe moet men weeten, dat de bladeren der fV ille-
gen nan verfcheyde Dierkens befogt werden, die
haar fa a i o f in de bladeren, o f op defehe fe tten,
waar uyt danvoeteloofe fEitmkens ,o f Wurm-
kens met Voeten voort kmen. Het ongegaate ge-
wasken, daar ik van fpreek, dat was op die tyt
voorßen met tweederhande Dierkens, eerßelyk met
myn- befchreeve Raps , en dm met een fVurmken
ßnder Voeten, dewelke te famen m d e feh e bol-
ligh eii van bet wratken langen. ‘En alfoo fy hey-
ie uyt de fubßantie van bet uytwasken gevoet
wierden, en haare vuyligheeden daar in loosden.
Joo was de Rups daar van verßikt en gedoot ge-
worden.
A ls ik eerßfemmige van deefe ongevoetc Wurmkens
m de gewaskens mtdekte, foo beeide ik
mym dat het myne befchreeve Rupfen waaren.
die fin d et voeten uyt haare Eyeren kwamen , en
du naderhant haare Voeten uyt groeyden, wanneer
fy wat grooter waaren geworden; dan met der tyt
Joo ontdektc ik , dat deefe Wurmkens fonder Voe-
ten , van een beel anderen aan waaren; bocwcl ik
vertmuw, dat haare Eyeren op de felv e manier,
als die van myn R ups, in de bladeren der W iU
legen gebrogt worden , op dat haar Wurmken al-
'daar fyn voetfil en verandering fiu hebben. D ie
voeteloos Wurmken was op -die tyt wat meerder in
grootte am gegroeyt, als myn Rups; het is ook
bleeker van hoofi, en leyt redelyk veele vuyligbe-
den. Maar alfoo ik haar nooit, in een merkelyk
getal , Urnen in de knopkens der Willegebom
bladeren , daar f e ook apart in loggen , gefien
heb , foo is my de -oceafie benomen gew eefi, om
haar verandering-naa te fpeuren, dat mogehk mg
gefchieden fail.
In een ander gewasken heb ik nog een derde
fio rt van. Wurmkens gevonden, dat meede fimder
Voeten w as, en wel de helft klcender als bet'voor-
gaande. Het Hooft was bykans even a l eens van
maatfei, maar aan de Berft was het wat dikker ;
ik bemerkte ook twee fwarte fiippclen op fy n
H ooft,dat mogelyk de Dogen waaren. D it Wurmken
vervelde ook , en bet kraop redelyk veerdig ;
fim tyts fie t men twee van de fe h e In een gewas-
B b feb b b b b b x hm.