m a g is evoluta.
(à, m a g is emergens,
enitus inverfae.
in prioris tabulae fi*
ulterius exfor- Dezelve Deelen, wederom meer uitee- I
I.
um
e,
adens.
h. Het Deelken met vy f verdeelingen, meer uitgerolt I i . Het andere, onverdeeld Deelken, meer uit Heek«.a l I
k ,k . Holle JanbangfeU, geheel omgekeert ' I
q .q -) Betekenen bet zelve, alt in dt figmren der I
r. p voorgaande tafel.
s.s. J
F>g- H .
^ ftrekt. 6 I
e. De wortel der Roede regier zynde.
penitus e voluta, quin- h.h. Het Deelke, met vyf verdeelingen geheel uit* ■
gerolt, zyne vy f bcrßelagtige verdeelingen ver*
toonende.
ceas monltrans.
v ifa , quoque penitus
invcrfiie, rigidae.
ae ante.
dfeulinaet quantum
'orfum evolutae.
partem intra Puden-
, in tubere radicis Penis
corpus própulfa,atque
;ndc particula quinque-
eft ,u t , deorfum verfus
r. reclinata, veluti toeni
i. Het andere onverdeelde Deelken, ook geheel uit re- f l
ßrekt. I
k. k. De Aanhangfels geheel omgekeerd, ßyf.
r. y Betekenen bet zelve, als te vooren.
s.s. j
Gmilis, tota quoque
t indiviià, prorfus evo-
n te , penitus extrorfum
uae in prioribus.
s caput eleganter rugofub
Pene confpicuum .
articulae corneo-ofleae.
fita e ft, parteshians, e
exprimi poteft*
IV .
eniformis, pulcherrime
ecura tamen,necufpiam
dens.
drocantbari major is.
, hunc utrinque firmans.
à. T e -
Fig. I I I .
De Mannelyke Teeldeelen, 20 veel mo- 1
gelyk is, buitenwaarts uitgerolt.
e. De wortel der Roede, voor het grootße gedeelte f l
binnen het hol der Scbamelheyd gedr origen. f. Het hoornheenig Deelken, in de knop van de ivor- H
tel der Roede geplaatß, nu geheel buiten het lig- f l
baam geßooken, en daar doorfchynende : waar door H
het Deelken met vy f verdeelingen nu ze verwyi f l
is , dat het henedenwaarts na bet hay rige gedeelte f l
der Scbamelheyd r. geßhooven, byna geheel on¡4 H
ßgtbaar word.
g. De Roede, o f een Deelken de Roede gelyk, nú. f l
ook geheel buitenwaarts omgekeerd.
i. Het pyramidale onverdeelde Deelken, geheel uit-, 9
gerold en uitgefpannen. j
k. k . De Aanhangfels, gelyk te vooren, geheel bui• f l
tenwaarts gekeerd en opgeblaafen.
q.qO , 1
r. >Betekenen het zelve, als in de voorgaande. a
s.s. J f l
t. Het fraay gekronkeld Hoofd van bet Roede gely- H
kend Deelken.
u. Een aanmerkelyk gat, ander de Roede ßgtbaar, ■
gapende tujfcben en onder de Deelen van
hoornheenig Deelken, in de wortel der Roede ge-
plaatfl, waar uit bet Saad overvloedtg kan ge*m
drukt worden.
Fig. IV.
X. Hit Hoofd van bet Roede gelykend Deelken,M
fray met ploojen vertiert, dog bla d , ennerge ■
den uit gang aan bet Saad toe lat ende.
Fig- V. ■
De T eeldeelen van de groote Water-«
Schalbyter.
t f 'â fb ïo rm g e g e d e e lte der Roede,dl, van vteef |
j fyden vafimaakende.
c .c . De wortel der Roede « j
I a b