Tab.
XL1V.
ipii
D E QUIBUSDAM V E RM ICU L IS ,’ IN TR A
T E N E L L A A C R E C EN S P R O G E R -
M IN A N T IA S A L 1CIS FO L IA
R E P E R IU N D IS , IN MU-
S C A S SU C C R E S C E N -
T 1BUS.
Juniì die 28vo, in nonnullis Salicibus obfer-
Va v i, qiiod earum folia, quae circa tenerio-
rum quorundam ramulorum fummitates no-
XIV< viflìme pullulaverant , exarefcere incipe-
0. rent a. Quare curioiìtate impulfus operam
dedi, utrhujus phoenomev» rationem expiica-
rer. Quum itaque aipera iila foliola a fe mutuo
Tepararem j 18 vel 20 Vermiculos* inter
1. ea reperiebam delitefcentes b, qui ib i, tanquam
in communi habitaculo, focialiter degebant.
Figura iis erat nonttihil oblonga, in medio tan-
rillumlatiior; GolOr autem aurantius, pulcherrimus,
ex-còccineo corufcaiis, oculis acceptiflimus.
Eorum quidam Ramina ducerejam inceperant ;
alii vero a fordibus fuis fernet repurgabant.
Haec eum detexiflem ; varia deinde alia e-
jusmodifolìola,recens egerminantia, inveftiga-
v i , in quibus varios ibidem tales Vermiculos,
quorum alii magis, alii minus , adoleverant ,
inveni. Imo in nonnullis tandem O va quoque
offendi, e quibus Vermiculi ifti provenerant.
Haec tamen nequaquam i t a , uti in priore ob-
fcrvationè commemoravi, intus in ipfa folio-
lorum fubftantia , fed intér horumce rugas at-
que plicaturas tantummodo collocata erant.
Vermiculi h i, Ovulis fuis exclufi, haud alio
utebantur alimento, praeterquam folofucco,e
foliis iUis ftillante ; qui quidem, glutinofus atque
lentefcens, fat in fe continet materiei alibilis ad
eos enutriendos.Hinc edam animadvertere haud
po tu i, Vermiculos iftos ipfam folii fubftantiam
adedere: quin ilio potius humore tantum,
qui inde exfudat, viétitabant. An vero fo-
Hum finaui feic illic fauciaverint, ut fucculn, qui
ipfis loco alimenti e f t , ex eo quafi promerent,
me latet. Haud unquatn videre mihi contigit,
Vermes h o s , dereliétis foliorum fuorum rugis
atque plicaturis, inlucem prodiiife. Imo femper
fefe intus continebant, ex alia foliolorum cavitate
in aliam perreptantes: quod quidem eo us-
que continuant i donec plenam fuam adepti
fint magnitudinem, & futura eorum membra,
fub cute, affatim increverint.
Quando demum folia ifta, quorum & nutri-
mentum & incrementum ab hifee Vermiculis
V A N E E N IG E WU RM KENS , DIE | | §
T U S S C H E N D E T E E R E EN EERST
U Y T S PRU Y T EN D E BLADEREN
D E R W I L L E G E N BEVIND,DE-
W E L K E IN V L 1EGKENS
V E R G R O E Y E N .
Het was op den 28 Juny, ddt ik in eeniy
Willege boomen obferveerde , dat haare bladeren
die boven aan op fommige teere takskens eerflef.
fen üyt gefprooten waaren , hegenden tc verdungen
a,* dat my de occafie g a f, om dereedendaar
van te onderfocken , waarom als ik deefe rum
blaatkcns van malkanderen verdeelde foo voni
ik daar wel 18 a 20 Wurmkens tuffchen beyden
geplaatfi b , die als in een gemeen gejeljcbaf
leefdert. Haar ßguur was een weynig langwerpig
fynde in het midden wat breeder : de couleur m
een fchoon en hoog root blmkent oranje, dat bet
Oog vermaakte. Eenige daar van hadden begonnen
te fpinnen , andere wederom die fumrlm
haar van haare onreynigheeden.
Deefe ontdekking gedaan fynde, foo onderfogtik
verfcheyde van deefe uytfpruytende.blaatim,
alwaar ik 00k verfcheyden van deefe Wumltm
in votd , die meer ende minder aan gegroeyt rnt'
In eenige andere bevond ik de Eyeren,
waar uyt deefe Wurmkens voort gekomen m m
De felv e waaren niet binnen in de blaatkens gt-
plaatfi , gelyk in de voorige obfervatie gefegt is,
maar tuffchen de plooyen ende de voumngen der
bladeren , daar fy älleen tuffchen beyden Idagen.
Deefe Wurmkens uyt haare Eyeren gekroopen
fynde, die gebruykten geen ander voetfel, als al-
leen het fa p , dat uyt deefe bladeren fypert, bet
welk lymerig ende kleverig fynde , fubfiantieus
genoeg i s , om haar op te kweeken. Hier m bei
ik 00k niet kimnen ontdekken , dat fe de fubfiot- ;
tie van het blad felv er aten; maar fy leefdenab
leen by de uytgaande vogtigheid van het ¡ehe. i
O f fy nu het blad hier en daar kmetßeri, om M j
fap tot haar voetfel daar uyt te tappen, dat wd
ik niet. Nooit heb ik kunnen fien, dat deefe Wow
kens haar buyten de plooyen en de vouwingen 1^
fer bladeren begaaven, maar fy bleeven altyt t f
fchen de fe lv e , kruypende uyt de holttgheid w*
het eene blaatken in het andere; dat fe foo11
continueren, tot fe haar volle grootte bekomm ^
ben, en haar toe körnende leeden orider 1
bekwaam fyn aangegroeyt. _ ,, ^
A ls nu deefe bladeren, wiens voetjei
groeying deefe Wurmkens f eene mW ^ ^
äbfiimitur, rigefcere atque exarefcere inci-
piuiit; tuncii fefe intra haee obtexunt ,fuaque
in tela denique in Nymphas mutantun Prae-
primis tarnen circa Caput & Thoracem fefe
maxim e obtexunt; utpote in quibus etiam par-
tibus praecipuac mutationes, membrorumque
accretiones, obtinent. Quum vero foliola tum
temporis potiffimum validius inarefcant j hinc
texcufn ibi loci firmius partes iftas defendit ,
nuo minus comprimantur aliove modo laedan-
tur. Porro quemadmodum hi Vermiculi in uno
fimül domicilio, fraternoque veluti in confort
ño, a'imento omnibus commùni haélenus vi-,
fticarunt j ita etiam jun6lim & propter fefe
mutuo collocati Ramina dùcunt, neque invi- ■
cem alter alteri locum invidéhft
Nympha iftiùs Vermiculi minutiflìma eft 5
at membris tamen fuis fìguram nafciturae
Mufcae exprimit. Nullo penitus mota ea poilet,
nifi fólummodo in Cauda , quam quidem fatis
fòrtiter agitare valet. Juliì 4'° obfervayi, Ani-
malcula haec teUerarum Mufcarum formam
induifle. Cum autem Mufcam hanc micro-
fcòpii ope contemplarer « ; tenelìae èam ftruétu.
i rae effe animàdverti. Capitellum ejus, orbi-
culari aciculae glòbulo limile; tenuis peciolì; five
gracilis Colli inter ventu, cum Thorace neéleba-
: tur. Anterius e Capite duo promìnebaiit oblonga
Cornicula. Senaipfi erant Crura; longa,
nigricantià» Alae, corpore lobgiores jCon-
chac iöftar inargàritiferàe relucebant. Corpus
i tantum non priitin'o Vermiculi colore etiam-
I num titìftum erat. Quando Mufca haec per
aèra volitat, perinde e f t , a c .f i atomum ibi
1 moveri videres. Admiratione profeòlo dignis-
fimùm eff, quam fubtiliter Animalcula ifthaèc
fcaOva, inter tenella foliorum germina, infi- ¡
I nuare norintj ut f i c , fecundum conftantem
Naturae ordinem, fingulis annis eodem modo
obtinetìtem, foetus fuos procteàre, enutrire,
ipeciemque hinc fuam quafi aeternare poifint!
DE NONNULLIS V E RM IC U L IS , Q U I IN
SUMMITATIBUS S A L ICÜ M , T U B E R -
CULIS ROSAE SIMÍLIBUS IN C LU SI,
m u l t i s q u e e t i a m in s a l
ic ib u s HUMILIBUS DU N O -
RUM r e p e r i u n t u r .
I Tuli” a^'C1^US ramul°rüm falignorum viride-
I - - S B tW S^ ß iiiis provenire cemitur,
| i % l'ditiflimus Moufetus, ob fimilitudinem I “Swae, Rofam adpellavit a. Quibusdam ansia
beginnen te verftyven en op te ilroogen; foo is ’t .
dat fe haar in de felv e befpinnen , en in dit fp in t
fe i in foppen veränderen. Het meefle dat fe fp in t
nett is tmtreht bet Hooft en de B o r ft, waar
omtrent ook haar rrieefte verandering, en de ver-
groeying van haare leedem'ateh gefettet,\ En aU
foo de blaatkens op deefe tyt'hct meeftein droogen,
foo confetveert haar h etfp in fel daar ter plaatfet
medät fe niet gedrukt o f gekwetft fouden worden.
'En gelyk fy in een gemeene viooning, en in eeti
hroederlyk gefefchap , van een algemeerie fpys
geleeft hebben ,• foo befpinnen fy haar ook by een.
en neffens malkanderen, fonder dat de eene dp
andere fyn plaats misgunt.
DP Pop vdn dit WurmKen is feer Ideen , - ver t.
toonende haare leeden de figuur van een toeki-
mende F lieg . Het beeft ganfeh geen beweeging
als atteen in de Staart, die het redelyk fierk roertt
Den 4 ju ly bevond,ik, dat deefe Dierkens de g efa lle
van teere Fliegkms aan genmen hadden. D it >
Fliegken ander een, vergrootglas heftende ■, fio
bevond ik , dat bet tenger van maakfel w as, hei
Hoofiken was als een ronde knop vaneen fp e lt, dai
op de Borft op een dm fteelken o f balsken Jtin ti
Foor aan bet Hooft had het twee langagtige
Hoomltens-. H et had fe s lange en fwartagtige
Beenkens. De Fleugelen waaren langer als hei
lichaam, en blinkende als perlemoer. Het Lichaam
had de couleur van bet Wurmken ten naäften by
bebouden. A ls bei in de lugt vliegt, foo is % o f
fig daar een Jtafkdn in bewiegdei Het is vor-
wonderens waardig, boe fu b tiel deefe Dierkens
haare Eyeren tuffchen de teere uytbotfelen der bladeren
hadden Wetin ir. te leggen, om ddoi eeii
cmftante order van deN atm r, die men alle jäa-
ren op deefe ihyfe fie t vtnrtgäan, haar jmgeri
voort te breiigen , en op te voeden: en älföo haare
foort gelyke als te vereeuwtgen.
V A N E E N IG E W U R M K E N S , D IE MEN
B O V E N O P D E T O P P E N D E R W IL L
IG E BO OM EN IN E E N V R l ’ G T -
K E N A L S E E N R Ö O S V IN T ,
E N O O K IN V E E L E L A G E
D U Y N -W I L L IG E N .
Op de tippen van de takskens der W illige bödmen
fietrtien , dat allejaaren een groen gewas-
ken voort körnt, dat de geleerde Moufetus vari
weegensfyn figuur een Roes genoemt beeft a. In
D d d d d d d d d a /««-