matura etiamnum Ovula funt, quáe perfeftio-
nem fuam nondum obcinuerunt : quaptopter &
in Ovario remanent ; cum relìquia omnia inde
foras promoventur. Verum,ancequam deha c
motidne agam , Tubae prius live Cornu uterini
deicriptionem exhibebo.
Tubae in Ranis, refpedu principii fu i, per-
quam alte inPeélore collocatae, medio fuo per
univerfum Abdomen exporreitae, in Uterum de-
nique definunt, quocum, in Abdominis regione
inferiore deliteicentes, altius iurfum move-
ri poflunt; prout is vel difpanditur, vel rurfus
contrahitiìr. Quaelibet autem Rana duabus
inftruSa e ftT u b is , quae in utroque corporis
latere fitae conlpiriuntur.
Pars Tubae fuperior proprie juxta Gor con-
- ftituta e ft, atque, interventu ligamenti fufpen-
forii Hepatis, utrinque ibi loci cohaerefcit &
adneffitur, ubiportio quaedam Peritonei, libere
ac laxe fuper Pericardium & Cor delata,
una cum memorato Hepatis ligamento diftin-
£bam format cavitatem, in qua C o r , fuo ve-
ftitiun Pericardio, tanquam in Mediaftini ca-j
v o fub Offe Peáoris conclufum haeret. Ift-
haec ut dillinñe confpici queant; oportet,
Ranae Ventrem , proxime ante extremitatem
Oflis Pefloris, qua hoc in Cartilaginem abit,
diffecare -, turn porro membranáceas partes ibi
fitas difcindere ; tandemque Pedloris Os annera
v i ! . fum, fuper Caput reclinare, & reclinatum acicul'
ij.lV. ». ]ae ope fubfigere a : lie fupra & circum Cor-
i. ¿is apicem b notabilis obfervatur cav ita s , in
qua C o r , una cum Pericardio fuo , velutì intra
Mediaftinum ,fub Offe Pe&oris reconditum
latet. Ad utrumque vero Cordis latus turn
conlpiciuntur ultimae extremitates, five na-
“ • turales aperturae Tubarum c c, quae Peritoneo
ibidem atque ligamento Hepatis fulpenforio
quam firmifiime & immobiliter adcreverunt;
- ut hiñe nequáquam ad Ova rium, utpote pro-
culinde diffitum, pertingere queant : praeter-
quam quod & admodum anguftae ac fubtiles
lint. Tubae porro ibi lo c i, potifiimum qua Pul-
monibus incumbunt, nonnihil incurvantur:juxta
hos enim atque fupra Hepar conftitutae
funt, principiisque valde tenuibus & membra-
naceis ibidem exoriuntur. Hane ob rationem
"quoque femper concidunt, nec nifi ab illis
confpici poffunt, qui frequente Anatomes exer-
citatione oculos acquifivere eruditos : his au
tern facile e f t , etiam absque inflatione, eas
demonftrare.
Pars
fy ook in den Eyerftok blyven, als aile it ani,,,
daar buyten bmoogtn warden, Maar eer it
deefe beweeging fpreek , fio f i l ik eerßelß j,
Trompet o f de Hoorn des Lyfmoeders befebtm
De Trompetten in dc Kikvorfiben fy n , tenon.
pen van baar begintfil, heel boog in de Borß g¡.
plaatfi : haar midden gaat den ganfiben Bmi
door, en fy eyndigen in de Lyfmocier, daar mie.
d efy ander in den Buyk leggen , en hooger m..
waarts kunnen bewoogen worden, naa da i,
Lyfmaeder word wytgerekt, en weer firmen getroi.
ken. Soo dat in ydcr-Kikvtrrfih twee Trompette,,,
fy n , die men aanwéerfyien van het lichaange.
plaatfi fu t.
Het bovenfie gedeelte der Trompet is eygtnt-
lyk geplaatfi neffens het H a rt, alwaav het aan
weerfyden vereenigt en vqfi gehegt word, met de
ophàngende band des Levers , en alwaarook een
gedeelte van het Buykvlies los over het Hartefà-
je en het Hart been loopt ; makende de gejeyde
band te famen met het Buykvlies een difiinüe hob
ligheyd, daar in het Hart met fyn fakje, ah in
de holligheyd van het mìddelfchot onder het Borfi-
been in beflooten word. Om dit dìftintt te fien,
foo moet men de Buyk van de Kikvorfcb, opt-
nen, effen aan het uyteind'e van het Borfibeen, alwaar
fyn Kraakbeen is. En voorts moet men èffe
vliefige deélen , dewelke daar leggen, doorfny.
en het Borfibeen naa voren over bet Hooft
getrokken hebbende, dat met een fpelt dan vafi
fieeken a. Soo fie t men een merkelyke holligheyd
boven, en rontsom de top van het Hart b, dat met
fyn fakje in deefe holte, als van het Mìddelfchot, onder
het Borfibeen befiooten leyt. En aan mtr-
fyden fie t men de alderuyterfie uyteynden, of è
natuurelyke openingen van de Trompetten, die al-
daar aan het Buykvlies, en de ophàngende band èt
Levers, onbeweegelyk en vafi gegroeyt fyn ; foi
dat f e geenfins tot den Eyerftok , dat ver daar
van daan leyt, haar beweegen kunnen: bebaken
ook dat f e feer eng ende fubtiel fyn. Foorts worden
de Trompetten een weynig krom aldaar gthw*
gen , voomamentlyk boven de Longen, waarntf-
fe n s , als ook boven de Leever fy haar plaatt he ben
9 en alwaar fy ook feer dun ende vliifisf1
haar begintfel gevonden worden. Soo dat fe nyt
toevallen , en niet gefien kunnen worden, als /
die klaare oogen in de ontleeding heeft ge W
gen ; en als danfynfe feer gemakkelyk om te ve
toonen, fe lfs fonder haar op te blajen.
Pars Tubarum reliqua elegantiflime cöiicri-
. jpata eil» plurimosque ac mirabile« in flexus
||§| yeluti .complicata dd. Nec fané ab brevitatem
corporis bujus Animalcuii alia heièadhi beri con-
flroäi0 poterat: quandoquidem Tubae iftae adeo
produííae funt jut unicam, in altero lacere 11:
tam, metiendo ultra duos pedes longam de-
pielienderim.Qnmes autem iftse, tarn fpeeiofae,
Tubaram convolutioqes tenuis interventu mem-
l>tanaeconneñuntur,per quam fsngujftra Va-
» fae, quorum permaguo numero inftruiiae funt
Tubae, ordinate admodum verfus has perdu-
csritur.
Tubarum extremitates b in c& filine, in corpore,
lateribus Uteri infixae, patenti utrinqUe
ff ofculo//iuhunq aperiuntur, Orbiculare quidem
adpatet ifihuc earum foramen ; fiçubi inflatae.
prius & exliccatae diffecantuh St vero in minus
e r iic catis .q uip p e ideo concidentibus ,
fguram id ovatam prae fe fert. Uterus ipfe
K-geminus eft g g , membranacetis ; Vafisque
liinguifcris eleganter . ihtertextus. Ovis re-
ptetus figura tapcum non globoih gaudec : ac
inflafug nonmhjj objongior eft & pyriforrois j
(juaiidoqiiidcin acr aliam ei figurana tunc con-
(âligç, Uterus cagcerum in utroque corporis
intere, ad iati dreiter poliieis diftantiam a loco,
quo Tubae ipfi inferuntur, in Inteftinum
i- Reftum définit. Inteftinum Reflum b in omnibus
Ranis'fiuiftram inter atque dextratn Uteri
parteralituuL eft, Velicamque pariter dupliea-
'’•tam ibidem ante fe cplloeatam monftrat i
Quaecunquehaaenus memorata funt, egomet
propria tuanuin Rana, quae circiter ante fe-
miboram Ovula fua excufferat, ad vivqm de-
lineavi.
Haec eadem vero Icon fitnul repraefentat
■ Ognuni alcerius lateris k eontraSum, atque
» Tubae apertura remotiffimum, in quo per-
■ettai adhuc Ovulum, quod implexum intus
, Kibtem , haerere cernitur. Porro & Renum
» ,B' “ Par-te i S * confpieitur />, turn & Ova-
tu Appendices pinguiferae m. Praeterea duo
I euim Ovula exhibeo, quae libere in Abdomi-
ae nueiuautia inveni n; quoniam fub eoitu ab
( «tficio Tubae aberraverant. Ipfa etiam Tuba
utuun 8aiw c 0vulum ¡H 0 eontine 10(j
Wtempottea demum eo in v eâum eft; quum
^ o m m a O v d a jam jam in U te tim de
ÌBde Cerdffime
>■ tau V ’ a^'um'Re id drcumdatum non
■attuai U S i’ “ C non Imeiiina ten d a ,
iWpempdum in fitu conftituta fefe offe
Het vorfrb gediehe M de Trompei is Teer
W m m u /« r™ mm dd ,• het geen ook
nootfakelyk was, ten. aanfien van het körte liebaam
van dtt Dterken, alwaar ik deefi Trompet aan
i S l y t w e e Foeten lang gemeeten beb-
Oe. Alle deefi cierelyke vouwingen van de Trom.
p et, die worden famen gehegt door. een dm vlies;
m a r door dat de Bloetvaten e , heel ordentelyk toi
baar geleyt worden , die men ook fie t, dat Z t een
groot getal de Trompet voorfien.
, r’ m M i ü vonderike
De uytelnden der Trompetted fyn „an weer-
kantendes hehaams, op de fyden van de Lyfme-
‘rte fien daar fy baar in eyndigen met een
ronde wanneer men die opgeblafin en
1 dan °m ßfi; of met een
dZ7eS ’- 7 men U B B l B » ■ M BbaBar fub Mfiantie is vliefig ien fy dwieo rId met ci.e rehke J ••“'jvwi.yiQ W V lie l6g3 _ Jj W0Ta
met cierelyke Bloetvaten doorweeven. D e'figm r
der Lyfmoeder, wanneerfy vol Eyeren is , die i i
tm naaftenby ront i maar opgeblaafm fyn de, is
fy wat langwerpig en peeragtig, aifoo de lugt
haar een figuur dan geeft. He Lyfmoeder eyn.
iig t aan weerfydendes Hehaams in den regten Darm
omtrent eenduym breet van deplaats van daan, alwaar
baar de Trompetten ¡„geplant worden. In alle
Kikvorfihenfiet men den regten Darm h , tuffeben
de flinker ende de regte verdeeling van de L y f-
moeder geplaatfi, alwaar men dan den dubbelden
Blaas voor aan fie t i , dat ik allet f ilf s naa bet
lernen heb willen uytbeelden in een Kikvorfcb, die
omtrent een h a lf nur geleeden haare Eyeren ee-
fchooten hadt.
Alwaar ik dap nog in verioon, baar fam ing e-
trohke Eyerfiok k aan de eene fy d e , die feer vor-
re van de opjning der Trompet a ffia a t, en i n
welk Eyemeß men mg een volmäakt Ey fie t, dat
daar m verwart was gebleeven. Foons w n i de
eene Nter vertoont voor een gedeelte I, als ook
de olle voerende aanhangfels des Eyerfiohs m. Nog
\fiet men twee Eyeren, die in de Buyk los lagen na
‘ n die de mtmd der Trompet gemift bebben. In
de Trompet f ilf s fie t menpeg een Ey o , dat daar
naderband is mgevoe» ■ geworden, als de reft
van de Eyeren a l in de lyfmoeder fyn geweefi
dat ik fik'erlyk kan weeten , m dat het geen w it
om fig hadt. ^ De Maag fie t mpn ten maßen by
in haar fitu a tiep , als ook de dünne Darmen. Fast
gelyken fie t men mg een gedeelte van de Leever q,
met eemgefyne Bloetvaten op defelve. Haar nef-
R r r r r r r r r