abiens deponit, omniaque excrementa, quae
is una cum interiore Ventriculi & Inteftino-
rum tunica fimul eliminat. Crabronùm quoque
Nymphas variis modis conftitutas, atque initia I
mutation urn , quae Tub lenta accretion e circa
harum ,colores enafcuntur , exhibere pofTum,
D e partibus Crabronum internis , membrana-
ceum poffideo Ventricoli reticulum , aliquot
Fiftulas Pulmonales, alterum Sacculorum netui
infervientium| atque Medullam Spinalem.
Varias etiam Mufcarum fpeeies after vo, quae
Apibus fimiles fu n t , & hine nonnullis etiam
Apes vocantur : cujusmodi eft Apis Goedartii
| i g | deMey, quae duabus tantum Alis gaudet j
quo quidem unico figno Mufca faciliime ab
Ap e difcerni poteft. Interim dantur tamen
etiam Mufcae quatuor Alis inftru&ae. Ipfe ego
talem diemonftrare valeo , quae perquam ele-
gans e f t , Antennis praepilatis praedita, Api-
que caeterum aceedens , nifi quod loage major
fit. Praecipue autem id in fiac Mufca a*,
nimadverti meretur, quod ea ex Infefto aquatico
fuam fortiatur originem. V e rum , uti modo
jam indicavi, fi omnibus hifce defcriben-
dismedarevellem, tra&atu fingulariopus foret.
Quapropter huicce de Apibus Operi nunc fir
nem impono. Natura profe&o , ingenium, &
fabrica Apura adeo mirabilia funt & adorabilia,
ut D E I Bonitatem, Sapiemiam, Juftitiam &
Majeftatem, voce elatiifima | indefinenter exr
clament : quemadmodum & reliqua omnia Ani-
mantia, fuo quaelibet ordine , id iplum prae-
ftantj utpote quae, in ae re, aquis, & tellu-
re viventia, totidem veluti voces & tinnientia
organa funt, quibus D E I laudes undequaque
diviilgantur. Horum igitur vocibus & meam
ego nunc infermifcebo , cum viginti quatuor
Presbyteris in Apocalypfi -e?clamaturus : „ Di-
„ gnus es Domine, D EU S npfter, accipere
„ gloriam, & honorem, & virtutem j quia Tu
„ creafti omnia, & per voluntatem tuam funt
,, & creata funt. Ita tandem ingens hoece
de Apibus Opus finio, cum Regio Pfafmifta ift-
haec in verba erumpens.
Laudate Dominum coelitum
. Chori beati, qui procul
Contagio mortaljum
Templa aetheris tjiemini. & c.
Vide PJaim. C IIL .
Hiftoriae naturalis frium Ipecierum Apum
F I N I S .
vuiligheden, die hy met het binnenße vltts I
Maag en Darmen te gelyk laß * de Pop op net. I
fcheyde manieren, en dan de begintfelen der i|| I
groeyingcn aangaande de couleuren in de fim I
Van de inwendige deelen bewaar ik het vließ» I
netteken van de Maag, fommige Longpypen, (n I
van de Spinbeurskens, en het Ruggemerg, . I
Soo kan ik ook verfcheyde foorten van VHqnl
vertoonen, die naa Byen gelyken , en daarom tun I
fommige ook Byen genaamt fyn * gelyk deVli^t
van Goedaert en de M e y is,die mqar tmeVh I
gelen heeft, en waar uyt älleen men heel ligtm I
Bye uyt een Vlieg kan onderfcheyden. HoexA I
ook dat *er wel Vliegcn gevonden worden, die nie I
VJeugelen hebben, gelyk ik ’ er een vertoonen ha, I
die feer aardig is , hebbende voor fiitßeekenäe B». I
nen, en voorts naa een Bye wat gelykeqde, k I
halven dat hy veel grooter is. En het geen m-1
merkelyk in deefe Vlieg is , dat is , dat hy fyn I
oorfpronk uyt een water InfeEb neemt. Maut I
gelyk gefegt, om dit alles te befchryven, dient I
ik wel een byf andere verhandelingte maakenimf I
om ik dan dit werk van de Byen fa l befiuytent I
welkers natuur , aart en maakfel foo mr w* I
wonderlyk en aanbiddelyk is, dat bet de Goctbeid, I
de Wysbeii , en de Geregtigheid en Majejkil I
G O D S , fonder onderlaaten lugtrugtig uytphnl, I
gelykerwys ook alle de Schepfelen in haart et-1
deren doen , de welke in de lu g t, in het water, # I
op hetlant leevende, als füQ veele fiemmen en H- 1
der klinkende geluyden fy n , die de lo f GODS «r» I
kündigen: waarom ik danmyne fiemme by dehnt' I
re fa l voegen, en met de vier en twintig Ouderh I
gen in de Qpenbaringc uytroepen % » Oy HEU I
„ zyt waardig te ontfangen de heerlykheid, ende I
„ de eer, ende de kragt, want gy hebt alle Hingen I
• „ gefchßpenen door uwen wille zyn zy en Zm I
„ gpfchßpen. Waar op ik met den koniiMfin
Pfalmifi eyndige, en dit groote werk der Byen ¡1-
fluyte, dewelke aldus uytgalmt:
M a n - j
G y hemelfche creatuuren,
Dooft G O D T fyn tot defer urenp
G y inwoonders des Hemels reyn,
Singt fyn eer lieflyk in \ gemeyn.eDZ*
Siet P^ilm CIIL.
E I N D E van de natuurlyke Hifioriftl Her
■drie foprten van Byen.
Toe*
Mantißa Öbjefvationum peculiarium a d
Hiftoriam A p um pertinentium.
Alveare Apum io Martii apertum, numerusque
cellular um in eo repertarum deferibitur.
D ecimo Martii Alveare aperui, in quod
menfe Junio anni fuperioris repofitum e-
rat juvenculum Apum examen : quae tarnen
omnes Februario proximo obierantjquum
| Mellis defeftu laboraverint. Adgrefliis fum o-
! mnes cereas cellulas, quas a menfe Junio ad
hyemem usque, id e f t , intervallo quatuor men-
fium,fabrefecerant, Ipeciatim fingulas numerare,
furamamquefubducendo inveni numerum
2i;74. Atque hae quidem omnes ejusmodi
duntaxat cellulae erant, in quibus Apes opera-
[ riae incabantur & enutriuntur, aut Mel & A-
pum Panis coaceryatur. Earum vero, in quiv
bus Apes jam jam excubatae fuerant,fummam
conftituebat numerus 78 14 : hasenim certo ab
[ aliis cellulis poteram dignofcere ope tunicarum
& textorum, quae in iis reperiebam, & q u a e
ab exdufis Apibus femper ibi relinquuntur. Re-
liquae omnes cellulae ad Mel capiendum ac-
comtnodatae erant: cui etiam ufui priores in-
ferviunt, quando Proles iis contenta Alas ob-
tinuic.
Vidi praeterea , quod omnes iftae cellulae
I liovem Panibus, ut ajunt, aut diviiionibus Fa-
vorum, magnis, oblongis , diverfimode figu-
! ratis, partim aequaliter devergentibus, partim
«lduos.tres, quatuorve angulos excarrentibus.
fuennt comprehenfae. Scilicet inde nafceba-
; tur varia horumee Panum figura, quod alii
foiitaru eflent exftruiU , alii inter fefe continuati;
aut quod, bacillo!, qui a Cultoribus A.
pumperAIvearia transfiguntur, ut Cerae prae-
beant fuftentaculum , evitandi gratia,angulofi
¿ebuermtexaedificari.- turn enim Apes ,uan-
enaim ,raM* *'U0S rrianguhirera , quandoque
lnm 1, ^ ln fiSuras> accommodant. Neque ul-
f rva, C “ re0rdinem Apibus
cervatürcularum P,urimae>»n quibus Mel eoa.
• S T S P H dUp,Ì ? audebant longitudine
S® OriLj? S pi’0s eilles fuerat enutrita; at-
“ curvatae ' o ™ irant ’ *nSulofae &
^ißoaet h ' . j Um hexagonae cellularum di-
undequaque fibi mutua
T o e g i f t v än b y fon d e re . o b ie rv ä tien , die to t
de h iftorie v a n d e B y e n behooren;
Een k orf B.yen geopent op den x o Maärt, wair
in’c getal van haare huyskens befchreven wort;
T T et waar op äeii 10 Maert, dat ik een Korf
A- -*• opende, die bet jaar daar te voren■ in Junjf
een jonge fwerm geweeß had; maar daar de Byen
in February daar op volgende alte in geßomen
waaren , door gebrek van dat fy geen Hening ,
hadden genoeg gehadt-, Ik nam de moeyte, om alle
de, waffe huyskens particulierelyk te teilen , dewelke
fy van Juny tot de winter gemaakt hadden ,
dat is binnen de tyt van vier maanden. En ik be-
vond; dat het geheele getal uytmaakle 12^74 ccl- ■
lekens; dat alle te famen niet als huyskens waaren ,
daar de Werkbyen in opgevoet ende uytgebrocyt worden,
o f ook daar fy Honing en Byenbroot in ver-
gaderen. Het getal der cellckcns , daar alreede
Byen in uytgebroeyt waaren, dat btliep tot 7824.
En dit kon ik feeker weeten uyt de Vliefen en
Spinfels, die ik daar in bevont\ en de welke daar
altyt van de uytgebroeyde Byen in gelaaten worden.
Alle de reß van de overige huyskens waaren ge-
fchikt om Honing te vergaderen: gelyk ook de voo-
rige cellekens daar tot dienen, wanneer haare Jon*
gen gevleugelt fyn geworden,
Ik bevond ook, dat alle deefe huyskens in negett
groote langwerpige Brooden, o f verdelingen van
Honingrääten bevat waaren, die verfchillige fi-
guuren hadden,* als van effen ne er gaande Brooden,
en ook van twee, drie en vierhoekige: dit fyn
oorfpronk nam, naa dat fe all een, ofaan malkan-
deren gebaut waaren; o f ook dat fe om de
flokskens te vermyden, I die om in de Korvert
tot de vaßigheid van het Wafch ß eekt, met winkelhocken
op getimmert waaren : op welken tyt de
Byen haare Brooden ook wel als een driehoek maa-
ken, en van andere figuuren meer, daar men haar
geen order nog regelinßet houden , alfoo dat ook
niets geeft , nog neemt aan haare cellekens.
De meeße huyskens, daar fy haare Honing in
vergadert hadden, die waaren eens foo lang als de
anderen, in welke fy haare Jongen opgevoet hadden,
en ook waaren fy irregulier, hoekig , en krom
geboogen. Hier en daärfag men ook, dat de fe s
hotkige verdeelinge der cellekens met regt op mal-
X x x x x x kam