Tab:
xLir.
Fig. II.
ria fune, ut agenda agere & noxia evitare
queat : quapropter id nunquam inftruólore aut
magiitro ullius rei deinceps indiget. Longifli-
me hinc Infetti hujus ortus calamitofum Hominis
recens nati ftatum antecelliti. Homo nam-
que per aliquot prius annos foetentia velut inter
ftercora & fordes accrefcit ; antequam ra-
tione & cognitione eorum , quae ipfi agenda
aut vitanda fu n t , fruatur» Iitud vero contra
Animalculum plenae aetatis e i l , cum nafcitur,
neque pod elapfum horae quadtantem, quo
ejus partus abfolvitur | unquam amplius incre-
fd t ; verum defiderabili quovis obletlamenti
genere fefe p a fc it, & rore ac faccharatis li-
quoribus, quos in pratis horumquefloribus inve-
nit, vefcitur: imo & fanguine nonnunquam fefe
nutrit, juitam in poenam peccatorum Hominis
, q ui, Verme humidefixo miferior, in hunc
orbem, tanquam in exilium ,projeólus eil. Pro-
pterea Mufca ifthaec Vaccas ac pecora Homi-
jii infervientia e x aequo ile cruciar j ut prae
dolore quali furèntia per agros divagentur.
E x h ifc e igitur legitime, omnique fretus ra-
tione, adfirmare tandem valeo, quod hatlenus
expofita Vermis in Nymphara mutatio, fub
qua Nympha aliquo tempore velut mortua, &
motu deftituta e l i , atque, elaplb dein brevi un-
decim dierum intervallo, per mirabiles intera-
neorum alterationes in Mufcam procrefcic, ve-
rae profetlo refurreólioni e mortuis, & novae
.quali generationi, jure adfimiletur. Obdupe-
feit hanc quidem attonitum Hominis ingenium:
atiimul tamen'ab e a , fpetlabili velut exem-
plo,edocemur, quomodo refurretlio atque reformatio
nollra tum demum in propinquo fit,
quando D E U M fupra omnia, proximum vero
noitrum ,utnosmet ipfos, amamus : in quo fane
▼erafitaeilhumani animi metamorphofis ; utpo-
te qui tum demum, antiquis avaritiae, fuperbiae
& invidiae fordibus rejetlis, curaque fuaviflimo
acmanfuetiflimo C H R IS T I amore commutatis,
aeternum deinceps in corpore perfeéliore vivit.
Mufca in Capite videndas exhibet duas An-
a. tennas five Comicula a. Imae Thoracis, pi-
Jis hirfuti, regioni inhaerent quatuorCrura an-
teriora: duo autem ultima fub parte corporis
MW. pofteriore confpiciuntur b b b b , Articulosque
fuos,&binos,quibusipforum extremitates mu-
niuntur, Unguiculos demonllrant. In Thoracis
parte luperiore binae praeterea foveolae
occurrunt : pollicam vero ejus regionem eie-
gans fuccingit margo, juxta quem, utrinque,
duae cernuntur particulae, extremis globofis
praefoo
dat het gern leermeefier flog ondepiuyfo jji
gens in van nooden heeft. Waar in het de eilen*
dige geboorte des Menfchen feer verre kamt te o.
vertreffen; want diegroeyen in ßinkende drekenit
vuyligheeden eenige jaaren lang op, fonder kennis
endereeden , van te weeten, wat fy doenende baten
moeten: daar dit Dierken in fyn vollen ouder-
dom ter werelt komt, fonder immemeer, naa dat
het quartier uars van fyn geboorte gepaßert is
aan te groeyen. Maar het geniet en neemt alle
geneugt ende vermaak , die het kan begeeren; en
het voet fig nu met dairn ende gefuykerde vogtig-
heeden , die het op de velden en in de bloemen
vindt: en fomtyts ookmet bloet, tot eenregtm-
dige firaffe van de fonde des Menfchen , die albier
in ballingfchap als ellendige aartwurmen gefin-
den fyn. Waar door dit Vliegken heel rechtvect•
dig fyn vee ende Koeyen komt te plagen, en i*
rafende van dolligheid, door de velden heen te dry
Waar uyt ik met alle reeden dan kan verfeke-
ren, dat deefe vergroeying van een Wtim tot en
Popken, dat eenigen tyt als doot ende fonderbt-
weeging is; en dan naa de gefwinde tyt van ui
daagen , door wonderlyke verwtjfelingen van Inge-
wanden tot een Vlieg vergroeit; een waare opßan-
ding uyt den dooden, en een nieuwe weedergebm-
te gelyk i s : die het menfehelyk verßant doet ver-
ßommen cn verbaafen. Maar die hem ook als in
een ßgtbaar voorbeelt leeren kan, hoefyne opßan*
ding en verbeetering naa by is, indien hy GODT
boven a l, en fyn nciaßen als ßg felfs bemint, dat
de waaragtige vervortning voor bet gemoet van
de Menfchis: om, naa bet ouie wefen van git‘
righeid , hoveerdigheid en nyt afgelegt te hebben,
door een verwiffeling in de foetc en fagte
CHRISTI, eeuwig in een verheerlykt Lichaam |
leeven.
In het Vliegken fiet men in het Hooft de |pj
Hoornkens a, onder aan de Borß, die ruygbafl
i s , fyn de vier voorfte Beenen, en van agMß
de twee laatfie Voeten te fien b b b b , vaaarin
articulatien Je n de twee Nage- lkens op h- aar e4f*
vertoont worden. Op de Borß fyn nog im
kens te fien , en agter aan is een cierelyk r
ken, waar neffens aan weerfyden tweedee *
die op haar tippen globeus fy n , vertoont
dewelke tot het geluyt dienen. 4an de t -
blaaden, fiet men de twee Vleugelen c c ® *
!P- praeditae, ad excitandum lonitum delHnatae
Y t f . Oraoplatis binae Alae funt adfixae cc. A -
I d> bdomen d denique flavae quaedam diiiinguunt
I maculae, nigris inlcriptae annulis corneo-ofleis,
I qui fupeme, & circum latera, fubtilibus pilis
I concinne exortìantur. Conilitueram quidem
I ifthaec omnia autliore magnitudine delineata
I filiere: attemporis eousque premor angufiia,
I ut opus hoc exfequendi opportunitate caream.
Verum reliqua jam D E I miracula in con-
I fpeétum producenda funt, quae in cute & tu-
I nica interiore,ab hac M ufea derelidlis, occurrunt.
I Exuvias hafee feólione prorfus apertas ,microfco-
I pio auftas, heic nunc o(tendam. In cutis extimae
I parte pollica Annulis ibidem fecundo, tertio &
i . quarto,etiamnum adhaerent depofitae atque ab-
I 44 ilra6lae Fiilulae Pulmonales a a , quae, Verme
I in Nympham abeunte, corpusque fuum usque
I in quartam incifionem annularem contrahente,
I de ejus interioribus abfceflerunc : quum enim
I corpus fefe tum temporis corrugaret} faélum fic
I eft, ut diélae. Fiilulae Pulmonales,- per poile-
I riora Caudae foramina, ex eo evolutae fint
I Punélisque Refpiratoriis cutis exterioris adfi-
| «epermanferint. E x confiderata igitur hacce
cxuviarum pofitione jam facile intelligi poteil,
quam ob rationem Animalculum eo tempore ,
praeter alias mutationes, tantam quoque cor-
S a“ p n<tra6lÌr m Pair" m fit- Memoratae ill Pulmr0Dalss I S , antrorfum
1 2 ’ ,Cnrpaefunt&co“ v o lu ta e ii : quod
I päemmde proficifcitur, quomam , Verme
H B B
i M a
rem. f“ b ld teraPus ™tem aperih'gt.
En op den Buyk d fiet men eenige geele
vlakskcns, die op fwarte hoombeenige ringekens
fiaan, die van bovenen en van ter fyden met fy ne
Hayrkcns ¿,ierelyk opgefehikt fyn. Myn veer-
neemen was, dit alles in het groot te vertoonen ,
inaar de tyt is my foo kort, dat ik geen gelegent-.
held kan vinden om dit te tekenen.
Maar m is bet tyt de overige wonderen GODS
ten toon te ftellcn , dewelke in de verlate Huyt ,
en het inwendig vlies van dit Vliegken te fien fyn.
Vat ik heel open gefneeden fynde in bet groot fa i
vertoonen. in ¿g buytenfie Huyt fyn van agteren ,
tn de tweede, der de en vier de ring derfelve , de
ver “ te ™ afg ef i ro°pte Longpypen te fien a a , de-
welke haar inwendig uyt het lichaam van de Wurm
e en afgefcbeyden , wanneer hy in een Popkctk
vergroeyende , fyn lichaam tot in de vier de ring-
y f i mkerving te famen trok. Want op die tyt
ts et gefchiet, dat deefe Longpypen haar door de
Jterfte openingen van de Stuart, terwyl bei
lichaam kromp Uyt bet felve hebben gefcbeyden:
feo da, f e aan de adembalende fiippen in d i «m-
wend,ge buy, fyn mß geblevcn. En deor bel
vervelkn men de reeden kan begrypen.
waarom d „ D,erten onder andere feo ir
teknmpen Van 1 men deefe L e n g Z
fbwen bb.r Bwe t geern ngebe uHrt, om »dat*al"e <de f*Vu*rm-
fyn Maam uyt de Staart naa de Borß trekt,
dat dan deefe Longpypen deer een opfpannende «yt-
rekking' uyt he, lichaam bmnen te 'fireepen,
venar deer alt fy aan baar felve gelaater!fyn ,
fy haar alt een wytgerekte fnaar vteer in een h r e l
kelen : gelyk ik eenmaal gefien heb, alt ik de
Buyt op die tyt opcnde.
, .tunicam* ^ ^ 7 ^ 0 0 ? ™ ™ rmeilinoram
e corpore fecedit ^-Uae tUm Par‘ter
«mplicatam velut AraUe- CUti' adfiXa m a n e t '
«Pwfentam. i M M fg^ndffimè
qood ' - - « H i bbilraéìo ho cce l ntefwperinveniuntur
qua? r i “ r ^ ’ n°Mu,,a
'““"'»« inftarperfpi^ / V- granUla’ A_
“ ttöombu/ conPfl " a;> & multls « apiculis
fibolom effe R M K ^uae verum
vidi tónde, ea™om^ ° ” “ a“ t.umavernm : at
1“®ifottiffime effervefb?1' “ ' °M commi»a
Pnn® boa eft : 9“ °^ Pabulo prò-
H“ c > u«multarum aliarum
par-
B e t felve gebeurt eok omtrent he, binnentle
vhet der Därmen a , datmeede op die ty, uythe,
lichaam mykt, en ,n de huyt. blyf, ,e¿ e n ; da,
danfeer fraay alt een kreukelig fpinrag fig ver.
toent. Bmnen in dit vervelde Darmken , L bel-
deren men altyt eenige greynkent alt
Uant , die deorlugtìg a lt Aluyn fy n , en uyt veele
\puntkent en verdeehngen beftaan. In bet begin
eerdeeìdeik, datditwaaragtigfantwat, maar
die met Vitneol geeft gemengt bebbende, fee brm.
È H I ^ hC>fant dee,. fVat dit veer deelkent fyn, en ma, gebneyk
m btt Lichaam gehad, hebben,en o f M de
U 11 11 11 2 Ü