fa c it, & velipfam quoque Eruculäm quando-
que interficit : quod quidem evenire fo le t .
cum haec Verrucäm fuam morfu jam jam per-
foravit. E o autem tempore plerumque domicilia
ifta ab Erucis perterebrantur , quo
hae ad plenam fuam magnitudinem acce-
dunt: ium enim femperefforant Tuberculum
f u a m , faftocfae dein e foramine corporis fui
pofieriora exlèrunt j ut foras ejicere excrementa
fua poflint y. A t v ero, prout jam indica
vimus, Erucäe pluvia potiflimum tem peliate
'eunrin modum fefe gerunt: nam tunc ipfaram
excrementk v i aquae maxime tumefcunt-, am-
pliusque ipaciura occupant, quae afiter nonnifi
'exilia fabuli granula aequant.
T ra ftu temporis tota demàm Verrucae
fiibilantia tam nitide ab Eracis intus iatenti-
bus exeditur* ut, praeter exdmas duas folii tunicas
, nihil prorfus fuperfit'. Hoc perafto com-
edere definit Eruca : quamvis vel maturius
etiam quandoqne fernet abltinear. Unde
confideratu fane heic digniflìmum e li -, quod
Vermiculus ifte in hacce excrefcentia alimen-;
tum fuum adeo, exafte plenum inveniat ; ut
nunquam inopia laboret. Junii 29“° a-
nimadvertebam ; horum Vetmiculorum plu-
rimos per ofcilla fuarum Verrucularum foras
prórepfilTe : neque intdrim eorum ullos,
Vel in arbore, vel fub h a c , in falò-, reperire
poteramì In alio quodam Tub érculo, eodem
tempore a me aperto, Eracam mortuam de-
prehendebam» In alio autem Erucula penitus
quali contabueTat, tenuem duntaxat Pelr
lem referens ; juxta quam Vermieuìus pedi*
bus deftitutus ja c e b a t , qui forte interanea E-
rucae exederat, atque dein , mutationem fu-
biturus, foras prorepferat. Verum quandoqui-
dem incogitans Vermículo huic vulnufeulum in-
flixeram ; haud potui ejus mutationes ulterius
profequi. Imo nec pro ceno etiam adferere
aufim, quodabeomortuae Erucae vifcera con-
fumta fuerint atque pérterebrata.
U t vero tandem accuratius invelligarem,
quid porro illis Eruculis fiat; nonnulla Salicum
folia ramulosque in cubiculum meum detuli,
humidoque ibi fabulo commifi. A t vel fic
etiam e v en ic , ut Erucae hae, Tuberculis fuis
dereliftis, in arenam delapfae e confpeftu meo
fefe fubripuerint. Quiim autem mihi imag na-
re r , eas ob alimenti penuriam adeo velociter
fubfugere ; aliquot etiam folia, decerptasque
Verruculas, adhuc integras, fnper fabulo re-
pofui. Imo maifam quoque excontufis Tuberculis1
overtroffen: maar dat koint van de retten
haar uytdeyt, en fömtyts ook het Dierken 4,
door wel oitibrengt; het geen gefchiet, als-fy m
een opening in het gewasken gebeeten hebben, 4
fe -genieenefyk doen | ‘als fe tot haar volkoine ¡rooi.
te körnen, i m n t op deefe tyt foo . doorbwenh
altyt het wratken , . en als.dan fieeken fy het ag.
terlyf buyten het f e h e , om haare vuylighecik -
daar döor te loofen y. Maar als gefegt is , 4
doen fe Voornamelyk bi reegenagtig weer, opaken
tyt het water haar vuyligheden döetfaellen,
foo dat fe een groote plaats ■beßaan, daar fe an*
derfins als kleene fandekens fyn.
Metier- tyt foo word de ganfche fuhftantie van
het wiatken , foo fchoon van deefe 'Rupskens ver-
teert, dat daar n ie t, als de twee buytenße vlii-
fen van het blad, over blyvcn-, en als dan foo houl
de Rups op van Ccten, 1 geen fy jbmtyts ook wl
'eerder doet. Soo dat het cönßderabel is , dat btt
Wurmken fyn vhlkomen voetfel in dit gemsken
vind, fonder dat het ooit gebfek heeft. Met m
op den 2$) Jun y , dat ik bevond, dat de mußt
van deefe Wurmkens, door de gaatkens van decß
wratkens, daar buyten gekroopen waaren, fonier
dat ik eenige derfelve,foo op de boom; als onder
defelve op de aarde kon vinden, In een ander
Wratken, dat ik op deefe tyt opende, daar in feg
ik , dat het Rupsken geßurven was; en in een ander
bevond ik het Rupsken heel uyt ge teert, en alt
een dun vlies fig vertonende, waar by een Wurmken
Jonder Voeten la g ,. dat mog’elyk fyne ingexnn-
den verteert had, en aaar buyten was g
ornte veränderen, dan ik kwetfte het 1
tiglyk, foo dat ik het vervolg daar van niet beb
binnen ohferveeren. En ook kan ik niet eygentlß
feggen , o f het de ingewanden van de Me Ruft
had doorboorU
Maar op dät ik m te bekoiamür fou pn$ß‘
ken, hoe het vorder met deefe Rupskens gingt
foo nam ik eenige bladeren en takskens van WM
gen in myn kamer \ die ik in vogtig fand p1^
Maar evenwel fa g ik , dat fy de knopkens verii
ten , en op het fa n t gevallen fynde weg kroof^
En afoo ik my inbeeldc, dat fe dit deeden} ||
dien fy voetfel gehrek hadden, foo lag ik ookccn'
ge bladeren, en afgeplukte wratkens, die nog g J
waaren , op dit fant. En fe fs foo
een koek v.>n geftampte wratkens, op m l
Culis paratam ipfis obtuli ;u t demum ad com
' cdendum eas invitarem. Verum irrita erant
-'omnia. Quocirca earum .dènique nonnullas in
ficca ciftella, in quain & lignum carie ex e-
fum prius repofueram , inclufi ; üt viderem ,
ütrum telas ibi confefturae eflent. A t hae quoque
omnes moriebantur, acpoilmodum, aliae
citius,aliae tardius, extabefcebant. Quare di-
dici tandem eas, fub dio, nudas vivere haud poife.
Julii Sto obfervavi, quod harumce Erucula-
rum quaedam fernet intra fabulum defoderint,
'ibique texere inceperint: unde prima denique
occafio mihi nata e i l , totam earum mutatio-
uem detegendi. Quum enim porro fabulum
diligenterintus perquirerem j fat infignem Ver-
miculorum numerum in eo deprehendebam ,
quorum alii aliis multo profiindius infoili jace-
bant. Sic demum innotuit mihi, quod Eru-
cuiae iftae, cum ad fatietatem usque pafiae
fiint, faligna folia derelinquant, atque in ter-
ratn decidentes , intra hanc fefe conferant; ut
texere ibi atque ulterius mutari poflint.
Nonnullas etiam ex hoc fabulo erui Telas per-
,u. fe^3s, figurae ovatae a , quae tam fortiter
contextae eränt; u t , fi vel in terrae fuperficie
expöfitae fuiflent , humor tarnen aut pluvia
ipfis nec quicquamdamni inferri potuiflet. Quin
vidi aüquas etiam arenulas Telae fimul intextas
fuifle. Color illorum Textorum iaturate pur-
pureus erat, prorfus ad Ipadiceum devergens.’
^perui deinde unum ex obtextis his Vermicu-
lis: at Eracam intus nondum transmutatam es
eetenfouden : niaar alles finder voordeel. Eyndelyk
floot ik eenige der felv e in een drooge doos , daar
ik ook vermeuluwt hout in gelegt hadt / om te fiteny
o f fy daar fpinnen wilden , maar fy fiurven my
alle a f , en dan droogden fy u y t, hoewel de eene
eerder als de andere ; ’t geen my leerde, dat fe
in de ope lugt niet konden leeven*
Het was op den $ J u ly , dat ik bevond, dag
eenige deefer Rupskens haar binnen in bet fa n t
m gegraaven hadden , en aldaar hadden begonnen
te'fpinnen. Dat my de eerße occaße g a f, om
haar heele verandering uyt te vinden : want als
ik nu neerfiig binnen in het fa n t fo g t, foo bevond
ik daar een redelyk getal Wurmkens in , waar
van dat eenige ook veel dieper ah de andere laa~
gen. D it leerde my, dat deefe Rupskens, ah fy
genoeg gegeeten hadden, deWilge bladeren verliefen
, en op de aarde vallende, daar in kroopen
om te fpinnen en te veränderen.
Ik haalde ook eenige volkome fpinfels uyt het
fa n t, die van een ovale figuur waaren a , en foo
fla rk gefponnen , dat de vogtigheid nog reegen
haar met fou hebben kunnen fchäden, indien fy in
de ope aarde geleegen hadden. En fe lfs fa g ik
dat daar eenig fa n t in het fp in fel geweeven was.
De couleur van dit fp infel was van een donker
purper, heel na het kaßanie bruyn ßrekkende. Ik
_ _ auita : °pende een van mfp°nne Wurmkens, maar
feinvem. JuKi fexto aüüd ejusröödf'Teimm n ” °g wrand™ « « •
Jiffecai: verum in hoc quoque Eruca vegeta JL _ 3 ----3---- ----------- 'keetta^ ,d ¿ n de Rups
adirne vrvebat. In tertio tamen, quod diOcidi
fexto Erncam tandem reperi, quae in eo erat,
Ut mutationem fuam fubiret.
Viridis hujusce color paullatim difparere in-
cipiebat. Corpus contra diluta induebatur fla-
ve ne,&mole notabiliter decreverat, fañum
mul limpidum atque peripicuum: prout Bom-
bjcibus etiam obtingit. Lineóla in Dorfo, a
yemriCTtU contends produSa, itidem pedeten-
“» exltinguebaturi 'quandoquidem Eruca ab
omiu usfefefordibus jam purgaverat, absque
m° í“ r e“ Cep5 intra Te,am fuam delim
m !' a1' L nonnullas in Textis
turn M epreK end¡- At quaedam habi-
rjnj , ae ^ ímpbae tum intleptae erant.
Prioren,aeC ” a ad Te r tü Ordinis modum
éo refr pertulent 1 (luamvis ipfa nequáquam
Tubrp,, H ’ <Juon' a,n obfeuriflima ratione,
.lubter tellurem, texunt ac mutantur.
A li
was daar m nog m l leevens. Maar in u n derde
fp infilken, dat ik op fneede, daar in bevond ik ,
dat de Rups fig tot Jyne verandering quant te be-
geeven.
Syngroene couleur begon allengsüens te vergaan
en het lichaam merd geelagtig, gelyk het ookmcr-
kelyk kleender was geworden j als ook doorfigtig
ende klaar ; ais de Sydewurmen gcbeurt. H et
fireepken op de ru g , dat van de inboud is , ver-
dween meede aUengskens, alfoo by fig nu J tt aUe
onretnigbeid gefuyvert hadt, en fonder veel bewec.
ging in fyn fp infel blyft. . Den r j Ju ly fa g ik,
dat ’er eenige doot in bet fp in fel langen ¡ maar
eenige andere hadden de gedaante van een waar-
agtige Pop aangenoomen : foo dat f e onder de
derde arder op de eerße wys bchoorm , daar ik haar
egter niet in kam te plaatfen , om dat fy op een
heel duyftere manier onder de aarde in fp infel v ir-
anderen.
Z z z z z z z z .