4 L E X P I I C A î 1 0 ï A Ö t) L A k U W.
o. Difpofit-io'banim fibrarulfi fupra fc mutuo, f o. Sebikkmg defir Vefill- icvm-maiUnder, gelyk
qualis eft trabium in ratim coropofitarUm. ie balken tbt eenvlot gefibikt.
p. Cerebrum fub his fibl'is- fitum, atque cum
¿is communicans.
F ig 1, v.
Ocufos & Cerebrum, fe t i ione ab infer lo-
ribus tnchoàta, repraefentat.
q.q. Fibrae Corticales O c u li, quanam ratiOne
rransverfae fub mernbranisyfibras pyramidales
fuftinentibus, fitae fini, & inilar fibrarum Mu1-
fcularium in Renum papillis decurrant.
r. M td lilk e Spinalis principium in-fiti*.
s.s. Subtfantia cortiealis Cerebri * in mèdio di-
vifa, fibras corticales Oculi pro parte conte-
gens.
t .t . Subftantiaeéorricalis Cerebri cutii Medulla
ufcifinque commumcatio-.
u.u. Fibrarum- corticali« m parS craflìffima * &
locus, quo maxime coloratile funt.
x . Interna Oculi T u n ica , cui1 innituntur F ibrae
pyramidales ìnverlàe.
a».- Primus nodul-us five Ganglion, quod Medulla
extra cranium eonftituit.
z . z . Pyramidales Fibrae Oculi jUtrinque,.C o r nea
fua tunica tantum orbati.
Fig. v i.
Cerebri accuratior evoluì io.
a. a. Cerebri fubftantia-Conicalis, quoinodo hoh
folum cum ccrébró communicet* verum &
c x hoc pulkitet.
b. Cerebri particUkrum par alterum , e quo
corticalis fubftantia prognafeitur.
c. Cerebri particularum par primum , e quo u
trinque dtfo prodeutiE
d. d. N e rvi bipartiti.
I.e. Cerebri particularum piar tertium & 4uar-
tum : ubi fiftì'ul cernitùf, quomodo cujus-
Ifbet paris particuke inter fe communicerit.
gefch'tkt.
p. De Herfenen onder'deze Wejels '¡eggende, en mei
dejetve gemtrenjehap hebbende.
F ig . v .
Vertöont de Oogen en Herfens, dfeonb
leeding van onderen begonnen zynde.
q q. Bafiagtige Vefels der Oogen, en op boeiamg
een wys me dtyars onder de Vliefen, de pyramidale
Veyels önderfieunend'e ygeleegen zyn yen gelyk de
fpieragtige Vefels in de fepels der Nieren loopen.
f . Het begtn des Ruggemergs op zyn plaats.
SiS. De bafiagtige fübfiantie der Herfenenin hei
midden verdeelty de bafiagtige Vefels des Oogi
voor een gcdeelte bedekkende.
1 .1 ; Vereemgivg. van de bafiagtige fübfiantie der
Herfenen met het Merg aan weerfyderr.
u ü. Het dikfie gedeelte der bafiagtige- Vefels, eit
de plaats, daar zy meefi gecouleurt zyn.
• x . De birmenfi-e roß des- Oogs, waar op d'e omge-
keerde pyramidale Vefels rußen.
• D e eerfie Knoop ) welke het Merg baiten bei
Hoofd maakt.
z . z. De pyramidale Vefels des- Oogs, aan weerfy-
den, van haar Hoornvlies alleenlyk ontbloot zynde.
Fig. v i.
Naaukeuriger oMvoowing der Herfenen;
a.a. De bafiagtige fübfiantie der Herfenen xen hoe
dte.niet aileen met de Herfens vereenigt, maat
ock daar mtfpruit.
b. Het andere paar Deelkens der Herfenen) mat
uit de bafiagtige fübfiantie voortfpruit.
c. Het eerfie paar Deelkens der Herfenen, w a t
uit aan weerfyden tWee'andere voortkoomen.
d.d. In tween gedeelde Zenuwett.
e.e. Het der de en vierde paar Deelkens der ntrfe-
. nen: alwaar met een gefien word, boe de Deelkens
van elk paar onder maikandet vereentgen.
T a B-ULÄE XXI. Explicado.
Fig.
!Tartes Genitales J ip i s Mafculinae, intercedente
microfcopio de lineai ae.
a.a. DuoTefliieulL
b.b. Vafa deferenti», eapreok>rum vit is inflar,
cinc i nnata.
6.C. Eadem Vafedeferentia* in molem fpeôïabi-
îèih dilatata, novés veíuti Teftieulos referen-
f ia , intus cava.
d.d. Veficuïae femi'nales, in quas Vafa deferen-
tia ,'ife fiim còntraèla f inieruntur utrinque.
e.e. Radix Penis nerveav
/ . Partícula corneo- ofleä , ktuvate fufea, tan-
• tiílum rubefcehá,- iñtra fübér óvátum Penis
• fita.
g. Penis, feu Partícula Peni fí milis,'nequáquam
tarnen perforata; •
, h. Par-
T A B U L A X X L V e r k lm t .
F iZ - 1 j «
De T eeldeelen der Mannekens-Bÿe, door
bebulp van: een vergrootgias a%ebeeld.
à. a. Iwee Saadballen.
b. b. De afbrengendè Vatenr gelyk Wfngaardran-
ken gekronkelt.- .
c .c . Defelve afbrengénde Vateny i n een figtbaart
grootte verWyd, gelyk als nieuwe Saadballen ver-
beelderide | van binnen hol. , . ,,
d .d. de Saadblaaskens , waar in de afbrenvnm
Vaten wederom vernaaut zyndi, aan weerjy e
ingeplant -worden.
e.e. De zenuïàagtige woriel der Roedé. .
¡f. Het hoornbeenig Deelke, hoog y ***&/'
I roodagiig, binnen de ovaalagtigt knop der
! g . De Roede, o f een Deelke de Reede gelyk, deg
geénfins doorboort. ^ yj{f