ambierunt, femperque difrumpuri-
ando ChryfaUis in Papilionem muta* J
ullae Fiftulae pulmonales exuvxis nu-
n ipia cute confpicuae.
F ig . X I .
recentiffime e x u v iis fpoliatus.
rporisultra quam Alae ha&enus haud
guntur.
res maculaeque Alarum perquam exipilionis
quatuor Crura.
nnae live Cornicula, fupra Oculos
;fitos collocata; inter quae binae hi-
ccrnuntur Furcillae , quae Probo-
recondunt.
cidis duo Crura, inter diéfcas Furcillas
F ig . x i i .
» f ul » fp a t io , quadrant em horae
lum excedente fpoft ortum Jiium e
plenam fuam magnitudtnem 8>
m obtinuit : u t htne jam omnia
cognofcat, quae vitanda aut a-
doorgefcheurt worden, als de gulde Pop de jtf-
ft alte van een Kapel aanneemt.
e.e. Ewige verrnUe Lmgpypkenj f, A
huyt.
ip fi f in t , Ö? quidquid ufum ei €5
adfer re pojfit ; nec interim de'tn- 11 quam amplius in ere fi at. Hac
dote T a p ilio omnium aliorum
ant turn, imo ipfius etiam Homi•
enerationem longijfime, immen-
afi parajangis poft f i r e lìn q u it.
ue miracula in aures omnium po-
im altijfìma voce inclamat.
F ig . x i .
D e Kapel die eveii vervelt fe.
a. Het gedeelte des lighaams, Voaar boven de Vlea-
gelen haar niet uytftrekken.
b. b. De coukuren en vlakskens in haare Vleuge-
len, die feer kleen fyn.
c. c.c. c. De vier Voeten van de Kapel.
d.d. De Hoornkens, die boven de Oogen, die met
hayr bekleet fyn, geplaatft worden: en waar tus*
Jeben men de twee ruyge Vorkskens ftet9 die de
Snuyt opfluyten.
e. De twee Beenen van de Snuyt, tuffeben fyn
vorkskens ftaande.
F ig . x ii»
D e K a p e l, die binnen een groo t quar-
tieruurs naa fyn g e b o o r te , fyn volle
grootte en ouaerdom bekomen heeft ;
ioo dat h y nu alles we e t en k e n t ,
wat hem te doen en te laaten i s , en
wat to t fyn voordeel o f fchaade dient;
ibnder dat h y oo it meer aangroeyt.
W a a r in h y de geboorte van alle andere
D ie ren , en felfs van den Menfch,
feer verre komt te overtreffen; en de
wonderen God s lu y trugtig u y t te
fchreeuwen in de ooren van alle V o lkeren.
B. XXXVI. Explicatio.
Fig. i .
ulus huïcque adjacentes p a r te s ,
m incognitis Va/culis , ante de.
ïpt 'ts : quae omnia mirum in
modum mut ata fu n t.
volutiones & flexurae incognitorum
orum, Tab. x xx iv. Fig. v. exhibitodem
principium ,qui tenuis eft tubulus.
Cones & dilatationes eorum.
orum, qui circa Ventriculi principium
tur.
Crura Probofcidis concrilpatae.
principium circa balïn Probofcidis.
culus Vefîcae pneumaticae, ex Gula
ns. .
pncumatica ipia.
riculus multis conftans elegantibus at-
ilpis extantiis.
a Ventriculi pars, rugofo Inteftino fi-
/././././. Sex
T A B . X X X V I . V e r k la a r t .
F ig . i .
D e Maa g en fyn aanleggende deelen,
neffens ook die onbekende Vaatkens,
die alle in een andere gedaante won-
derbarelyk v e rg ro e y t fyn.
a.a. De krinkelingen ende bogten der onbekende
Vaatkens, die op bet x x x iv . ‘taf. in de v. Af~
beeid, vertoont fyn.
b. Haar begintfel, dat een fyn Pypken is.
c.c: Haare verdeelingen en verwydingen.
d. Haar eynde entrent bet begin der Maag.
e.e. De twee Beenen van de omgekrulde Snuyt.
f. De Slokdarm in haar beginfel by de gront der
Snuyt.
g. Het gootken van het Lugtblaasken, dat uyt de
Slokdarm gaat.
h. Het Lugtblaasken felve.
i.i. De Maag, uyt veele cierelyke en kronkeltge
verheeventbeeden beftaande.
k. Het agterfle gedeelte van de Maag, dat als een
rimpelent Darmken fig vertoont.