504.
Antequam nunc ad internaram partiumAna-
tomen progrediar ; libet iterato repetere * quod
Apes bombum fuum v i Alarum duntaxat pro-
ducant: quandoquidem Alae membranaceae
tenue s, mobiles, Scapulis adjutae , aens ex
fubtus pofitis Fiilulis Pulmonalibus propulfi tn-
terv entu , ejusmodi ilrepitum facile excitare
poflunt. Neque enim, quod probe notandum
e f t , ulla Punita Refpiratoria in os apenuntur:
a c c e d it , quod Probofcidis anguftiae etiam
haudquaquam aptae forent modulando aeri; fi
hujus quidpiam forte e ventriculo, in quo e-
quidem aerem oifendi, eo impelleretur. Mufca
rum Alae mirifico modo ea parte fabrefaitae
fu n t ,. qua ftridori'ciendo inferviunt: quanquam
tamen fabrica ifthaec in aliis & aliis Mufcis
longe fit diverfiflima. Locuftarum nonnullae
mutuo Alarum collifu fonitum edunt ; hisque
cum infinem circa Alae regionem pofteriorem,
prope P e ilu s , particulam quandam fingula-
rem impertivit Natura, quae commota, bra,
itea e inftar , diftinitum fonitum producic. Aliae
Locuftarum fpecies-Alas fuas cruribus affri-
cando fonum excitant. Grilli & Grillo-talpae
itidem Alarum fuarum adminiculo aerem ita
modulantur, ut Gryllarum file crepitus inde
nafcatur. Cicada duobus gaudet exiguis
tympanis , peculiaribus , noftro auris tympa-
no fimifibus , q uae , duarum ope cartila-
einum lunatarum percufla, aerem ita vibrant
, ut fonitus inde reddatur. Scara-
baei corneas capitis fui partes articulationibus
peftoris , caudaeque partes vaginis alarum,
for titer adfricando refonant. Omnia autem
Infesta, quibus Natura fingularia dedit ad con-
dtandum fonitum organa, fexus mafculini
funt : quemadmodUm in Locuftis , Cicadis,
eft videre,quorum Foemellae nequa-
Eer ik m tot de ontleeimg der inwendige dula
gaa, fo o fa l ik nog tens herbaalen , hoe dot it
Byen hoar geluyt aileen met de Vieugelen maaken,
die vliefig dun ende heweegelyk fynde, met hi)
der Schtmderbladen, ende de. uytgedreeve huht up
de onderftaande Longpypen, dat ligt te w/egebrm.
gen: want geen Luchtopeningen, daar wel op tt
letten is.gaan den mend uyt, lebahen dat de tng.
te mel den Sm y t, 00k te nauw om de luebt in tt
moduleeren Jeu fyn-, in gçual dot er iets uyt .it
Maag kwam, daar ik ,wel lucht in geva nden kh
Wanderlyk fyn de Vieugelen der Vliegen gemaé,
ter plaatfihdaar je haar geluyt formeeren : hoeml
egter dat het maakfcl van de eene Flieg van int
der andere feer veel daar omirent verfcbilt. Be
Sprinkhaanen, daar van maakcn eenige haar je-
luyt , met de eene der Vieugelen op de ändert tt
zwaayen, alwaar dan een particulier dtelken agttr
in de Vleugel by de Borfivan de Natrnr gefomttrl
is , dat als het klatergout heweegt fynde , ein ih
ftinä geluyt geefl. ändere foorten van Sprmh
haanen flryken de Vieugelen tegens de Beenm, es
maakcn f 00 haar geluyt. De Krekel en Krekelmd-,
l e n ,d ie moduleerenvangelykende lucht ,doormiiU
vatf hare Vieugelen, dat een kriekent geluyt gift.
De Krekel heeft twee byftmdere trommelkens, am
als tmfen trammel in het Oor, daar fy haar $ 4
meede geeft,door middel van twee half ronde im»
beenkens, waar meede de lucht op äefe trommelkm *
zwaayt word. De Schalbyters maken haar geluf,
met de hoornagtige deelen van haar Heeft tegtü
de articulation derBorft, en die der flaart tegens It
fchaalenhaarer Vieugelen flerk aan ti vryven. M
de Infelten, dewelke particulière leeden m geluf tt
marken van de Natrnr gegevcnfyn,dat fynM»
nekens i als ander de Sprinkhanen, alwaar de W f
kens met en fingen, de Krekels ende ander» 11
afiisque e it v iae r c, ¡r. Omirent de Vieugelen der Byenüeog
quam canorae funt. Circa Apum Alas id prae- Mn te mrte„ , dat fe hier en daar met Haft»
terea animadvertere juvat , quod paffim P^sU^fet fy n , ende dat haare Aderen ofte Senurnn,"
horreant ; & quod Venae five Ne rvi, in iis men daar in merkt, niet als verdeelde Luchtpyp
confpicui, non fint nifi Fiftulae aëriferae dif- \ ß n , en door middel van de welke de Vieugelen»
perdtae, quarum ope, uti*ülibi verbis & ico- i meéflen deele uyt gefpannen worden , als elders e
ne jam exprefiimus, Alae maximam partem ',n edc gefegt ende afgeheelt.
' Contenta Thoracis varia fu n t: Fibrae ni-! Het geen in de B o r fi bevat word Jfit verfit^
mirium motrices Crurum, Alarum; tumnon-l faaken, als de bewccgende Vefels van de B <
nullae, quae Abdomini, aliae, quae Collo m o - l* Vleugels, ende dan van eemge die den
vendo deftinantur. Hae Fibrae mufculofae \huik, ende vom andere die den Hals b aH
totum propemodum Thoracem replent. Partes \deefe fpieraguge’ Vefels vervullen ten naafi
reliquae heic reperiundae funt Fiftulae Pulmo- \de ganfche Borfl. De andere ^ f
nales, Pinguedo, G u la , & Medulla Spinalis: pypen , hetVet, dt: Strot, endehet Rugg
quae quidem orania ficeo nunc pede praeteri- dat ik alles voorbyfal gaan, en a een ^
tu-1
tarai» de Fibris mufpularibiss fakemquaedapi di-
cam tuneque mox ad Abdominis .contenta me
conferam, inte/ quae tandem Meduilae Spinalis
quoque exhibebo defcripiionem. Fihrae Pe-
ftoris mufculares ^ uti jam memoravimus , totani
ejus cavitatemimplerlt, levique negotio di-
vy j poflunt iiiFibras, quag an tica, media,_&
polbcaCnjra movent, atqjie in illas ,quaemo-
vendis Alis ferviiìnt: ubi enim inodo recenficae
partes collocatae funt f ibi harumce Fibrarum
Tendines confpiciuntur , qui dein mox intra
Thoracem carnei fefe expandunt, & poltea fu-
perne, in regione Peóloris fuprema, icerum ten-
dinei fa<Sli * in corneo^ofleam veluti ibidem par-
ucji|a.in fefe _dcfigunt. Fibrae quidem, quae
in medium Thoracis implantantur, fere ad per-
pendiculum ereftae ftant; quae vero npnnihil
inferius circa latera inferunturj obliquiores funt \
& quae tandem in parte anteriore curri oflicu-
lo uniuntur, penitus .obliquae & propemodlim
planae decur-runt. Qua Mufculi Alis infigun-
tur, diftinóla adhuc quaedam articulatio datur
praeter illam, cjjjys ope maximus Alarum mo*
tus perficituif Qpodfi Thoracis Fibrae a fe
mutuo feparantur ; in .oblpngos eae villos fefe
dirimuntj qpi fubtilibns fibrillis, albis, ner-
veis,transverfariis, inter fe connedluhtur, tan-
demque adeo tenuiter heic dividuntur ; ut ab
ulteriore fcrutatione defiftere debuerim , ple-
niffimus iterum admiratiòne Divini Artifieis,
qui heic in tenui quadam fibra fuam denuo
Omnipotentiam,meamque imbeeillitatem mihi
manifeftabat. Hunc namque folummodo in fi-
nem , atque ut in E o , Ejusque voluncate ,
bmnium noflrorum dèfideriorum viriumque
fummam terminemus ^ ipllus Opera contem-
p 1 a doni ■ nò ftrae expofita funt; Cum ante de-
feriptum margin em, in pofteriore Thoracis ex-
tremitate confpicuum, aperirem j nonnifi Fi-
ftulis is Pulmonalibus & Pingui repletus ad-
parebat;
Partes j quae in' Abdomine Maféuli conti*
entur, haud minus fane admirabiles funt,
quam quas in Apis vulgaris , Fdemellaeque .
ornine fitas ante expolui; Verum quoniam
irca entricuhitn, Inteflina, aliasque ejusmo-
partes nulla heic occurrit differentia ; ideo
V af tu^ ? ° >do Generationis Organa nunc in
Ma • i ° s .f m * nimirum difcrepantia
hec Ce a^oeme^a > quae O vario gaudet
nee ft?11 ^ vufeari, quae hec riiafculinis
elar- Gminin- inftrufta eft Genitalibus, tanto
annotefcet; Tandem dein Anatomes
huvan
de fpieragtige Pefels /eggen , ende dan foó
over gaan tot de deelen in den Buyk, alwaar ik bet
Ruggenmerg meede bqfchryven fai. De fpieragtige
Vefels der Borß vervullen als gefegt de gdnfcbe
bolligheid derfelve, ende laaUnhqqr f e r makkelyk
v'èrdeelen in Vefels, die de VPPrßß , de niiddeße ende
de agt'erße Beerten, als ook in die dewelke dò
Vieugelen beweegen : alwaar tèr plàatfe fy haarè '■
Peefen bèbben, die voorts in de Borß vliefig verbriet
geworden fyndé, haar Om boog in het boven-
f ie gedeelté der Borß weer peesagtig vertoqnen, en
haar daar ter plaatze als in een hqornbeenig deel
inplanten. De Vefels, die in bet midien der Borß
in geplant worden , f l aan baafi regt over eyndei
die wat lager na de fyden daar ingeplant worden >
dieftaan fchuynder, ende die beel na voor'en met heP
Been vereenigt worden, die loopen beel fchuyn ende
naaßen by vlak. Daar de Spieren de Vieugelen in- .
geplant worden , is nog een kemelyke geleding >
behalven die articulatie, daar de mcefle beweeging
der Vieugelen door gefchiet. Als men de Vefels det
Borß ,Qan eeji deelt, foo fplytenfe ofte verdeelen fy
haar in längwerpige Veefels, die door dwars been
Propende fubtiele, Witte cn zenuwagtige Vefelkens
famengehegt worden, en die eyndelyk haar foo fubc
tiel albier verdeelen , dai ik myn onderfoekinge heb
moeten fiaaken , voi [van verwondering fynde
van weegen de Goddelyke ICunfienaar in een draaU
ken, in die my alhkr fyne Almagt ende my weer
myne onmagt kwam leeren: want daar toe alleen±
en om in Hem en fyne wil onfe uyterße, b'egeerten en
kragten te bepadlen, fyn ons fyne Werken te be-
fchouweti gtgeeven. Het befchreeve rantken ttgttr
aan de B o rß , wanncir ik dat open de, bet felvè
was niet als met Lohgpypcn ende Vet vcrvult.
De deelen in den Buyk van bet Manneken fyti
niet minder verwondbrlyk, als die in den Buyk vati
de gemeenè Byen , ende ook van die in het Wyf-
ken voorgeßelt fyn ; dan alfoo defelve omtrent
den Maag, de Därmen, ende foo voorts ober een koo- '
min 3 foo fa i ik daar niet in als alleen de Teeldee-
len befchryven, bin alfoo foo bet onderfcbeit van dit
Manneken tè klaardér omtrent het W y f ken, dat
een Eierfiok heeft> als omtrent de gmeene Byen ¡die
riog mannelyke nog ook vrouwelyke Teeldeelen heb-
ben 3 te toonen. Eyndèlyk fa i ik deefe ontleeding
befluyten met een körte verhandeling van het Rug-
Mm mm mm z gs