fam , fortem , citrino colore tinfilam, cui più
rima fimul intexuerant Goffypii filamenta i
quandoquidem Mofchi facculus intra lanam
Tab. Goffypinam collocatus erat.
Quùm teìas iftas apeiirem ; veram in iis
x xxu.d. inveniebam Nymphamd ,quae admodumprio-
rem Ordinis T èrtii pertinebat ; utpote futuri
Scafabaei arcus diltin&iflime repfaefentans.
Nonnulìae harùm Nympharum erant candidiflì-
mae : in aliìs vero pfovefitìorìbus Oculi paul-
latim in nigrum transìbant colorem ; donec tota
fenfim Nympha ex albo decoloraretur, tan-
demque elegantiflimum in Scarabaeunculum,
e. cute depofita, mutaretur e. Scarabaei ift i,
cum noviflime cutem fuam, in quaNymphae
habicum prae fe ferunt, excuflere, nivei funt
candoris. Poli vero pedetentim flavefeunt ; donec
ultimò in Mofchi colorem, quem deinceps
ièmper retinent, abeant: quam vis interim eo-
rum tarnen nonnulli colorem inter flavum & ru^
brum ambigentem conftanter fervaverint.
Porro dillin&e in Caput, Th oracem & Ven-
trem velud fecti funt. In Capite duos gerunt
Oculos nigrosì ante quos bina proilant Cornic
i a , ruffa, fubtilibus pilis» concoloribus,den-
fè obfita. Thorax, flavefcentibus itidem pilis,
a u r ì propemodum fplendore corufcis, exorna-
tu s , imae fuae regioni adfixa fex Crura, Cor-
niculorum colore conlpicua, pariter pilofa ,
monftrat. Alarum opercula coilulis, haeque
foveolis, diftinguuntur,& tenuibus pilis paflìm
veluti confita funt : quod tarnen circa Scapulas
praeprimis, & poftica parte, qua vaginae iftae
juxta Abdominis extremitatem incurvantur,
obtinet: utraque enim hac regione, tamanteriore
, quam pofteriore , quatUor lo c is , congeries
pilorum albefcentium ipfis impertita
eft. Alae ipfae membranaceae funt, & expedite
admodum fubter vaginas, quibus obte-
guntur, fefe complicante ut ut vel altero tanto
, quam Abdomen, lint longiores.
Scarabaeorum ifthaec fpecies , ob Cornicu-
lorum fuorum conftruétionem,ad Capricornos
volantes referri poffet. E x aliis quibusdam Ver-,
miculorum fpeciebus, putrido & cariofo ligno ve-|
fcentibus, Scarabaeos in lucem prodire vidi, quorum
Cornua fimili modo? ac in Bombycum Papi-
lionibus,erant fabrefaéla: id faltem dabatur difcri-
minis, quod omnes eorum divifiones, live lamellae,
feorfim fmgulae inter fe mutuo articulatae
effentrquae quidem ftru£tura& vifu elegantiffi-
mum exhibebat ipeòlaculum, & Conditoris fa-
pientiam atque artem aperciffime demonilraixuiiucn
nuuucn
cus beurs daar in geleyt was.
A ls ik nu âèefe fpinfels opende, foo m dik
daar een waaragtige Pop in d , hörende ondcr de
Der de Order op de eerfie wyfe, alfoo hy f eer &
fiinEt de leedematen van een toekomende ScbalH 1
vertoonde. Eenige van deefe Poppen marenfpier.
wit : andere die langer vervelt waaren, daar k
fag men de Oogen allengskens in een fwarte cou*
leur vergroeyen , tot de garfebe Pop metter iyt
gccouleurï wierd, en in een feer aardig Scballyter.
ken verveldee. Deefe Schalbyters fyn fpierm
als fy haar huysken , waar in dat fe een Pop ver[
toonen, eerfi effen hebben uytgefchooten : daar
ma worden fy allengskens g e e l, tot haasc couleur
in een Mufcus verruw verfebiet, die fy altyt be*
houden. Hoewel dat daar eenige onder waaren
die tujfchen geel ende root haar fia n t bebielden.
Sy worden difiinft in H ooft, Borfi, en Buyk
als gefneedeni In het Hooft hebben J j tm fm r•
te Oogen, daar twee rosverwige Hoornkens mot
ftaan , d/e digt met fyne bayrkens van de fé e
1couleur befet fyn. De Borfi is van gelyken met
eelagtige glimmende bayrkens, die naa bet goût
trekken , verciert, waar onder aan men de Jes
Beeilen fie t : die van couleur fyn als de Hoomem
'en met bayrkens befet. D e fcbalen der Vleuge-
len fyn in ribbekens , en die in kpylkens onderfebey-
den, en met fyne bayrkens hier en daar als lifaayt:
maar dit fie t men byfonder omirent de ScJmmen,
en agter, daar deefe fcheeden ont den Buykbuygtn\
alwaar f y , foo van vooren als agteren, op vier
plaatfen cierelyk met een verfameling van mitage
tige bayrkens fyn begaaft geworden. De Vleuge*
len felv e fyn v liefig , en hoewel fy eens foo lang
als den Buyk fyn , foo worden fy heel behendig
onder de fchalen, die haar bedekken, in een gevou-
wen.
D it foort van Schalbyters kdn men onder de
vliegende gehoornde Schalbyters reekenen, van îW-
gens de firuftuur barer Hoornen. In eenige andere
foorten , waar van de Wwmkens vermeide®
en doofhout eeten, daar heb ik Schalbyters uyttt
voorfchyn fiien komen , dewelke haare Hoornen, j
de wys als in de Kapellen der ¿y-wurmen,guniu"
hadden ; maar met dit onderfebeyt, dat aile t
verdeelingen o f lagen daar van, in haar
culier gearticuleert waar en , dat cierelyk flonh ^
de wysheid en kunfi van haar maaker o f. ^
Dan dit fie t men veel klaarder in den Sc o ). jj|
bac. At vero id ipfum lortge darius adhüc in Sea-
rab'aeoFollone confpicuum e f t , cujus Foemella
apud Moufctum depióta invenitur ; quae tarnen
iftis ornamentis caretrprout in plurimisinfeélorum
fpeciebus obtinec, quod Mares Foemellis eleganteres
lint. Defcripti ha&enus Vermiculi avium
eciamplumas depafcuntur, ideoque ingens fae-
pe damnum adferunt. In Belgio equidem paffim
reperiuntur, & alteri ípeciei Vermiculorum carnes
exficcai as corrodentium adnumerari pos- ¡
font: unde & apti nati funt ad fceleton quam
nitidiffime repurgandum.
DE VERMICÜLIS N O N N U L L IS , T U -
BULOS H A B IT A N T IB U S .
O B S E R V A T IO PRIMA;
Tubulorum, in quibus Vermiculi habitant,
multas diverfasque adfervo fpecies ; quas tamen
omnes ligillatim nunc non defcribam. Prima,
quamheic exhibeo, a Vermículo, Erucae ae-
mulo, fabrefadta eft : quippe qui pyramidalem
b. fibi cannulam conficit a, cui dein, texd fui in-
terventü,varias partículas,de plantis arborum-
■y. que foliis demorfas, majoris firmitatis ergo
adglutinac j ut hinc fuperficies hujus Tubuli
vermiculatá illa opera referat, quibus olim fores
armariorum & arcarum exornari folebant.
Atque cum elegante hac domuncula Vermículos
ifte tamdiu ambulat & circumit ; donee
à alatum Animal transmutetur, o n e r e , quo
domum haftenus le6lulumque fuum quoquo-
verfiis fecum ferre tenebatur,liberatus*
O B SE R V A T IO A L T E R A .
L Tubulus, cujus Iconem priori adpofui
baud minus fane elegans e li & artificiofus. In-
vem eum in aquis falfis ad littora maris G e r manici.
Tenellus autem ipfi inhabitat Vermi-
culus, Pedibtw carens, in anteriore Capitis
m regione plurimas gerens Setas, aureo colore
conpjeuas; quarum adminiculo innumeras is
»fenulas corradere , & vifcidi interventu
gatuns tam accurate inter fe jungere norinf
r kU-r/rqu.lcu n qu e hoc artificium vide,
nnn U u edam fabricatores, non poffint
foin.att0niu °bltopefcere. Interna Tubnlati,
* eft**06 cylifldri fuperficies laeniha
exP]an“ a ; externa vero contra non-
sequalis : quae quidem differentia in-
de
die Folder gtnaamd wird, maar van Moufetus bet
Wyfken qfgebeelt heeft.dat van deefe « e r a "
bloat is. gelyk als in de meeften Iufeäen floa ts beeft,
daar de Mannekens altyt bctfchoonßc fyn . Deefe be
fchreeve Wurmkms eeten ook de veeren der v o llen
, daarfy groote febade in doen. Sy f yn 1
meen in N eerlant, en men kan haar ander d i
m ed e foort van de Wurmkens'tellen, die bet droo
ge vleefch eeten : foo dat f e bekwaam fyn om een
geraamte beelfchom te maakem
V A N E E N IG E W ü RM K EN S D IE IN
P Y P K E N S W O O N E N .
E E R S T E O B S E R V A T I E ;
Van d i fyfken s, viaar in Wurmkens
bemaar ik veele en onderfebeyde foorten, daar i\
voor deefe tyt niet fa n n u lier van ffreek en fa l. Het
eerße, dat ik daar tegensmordig van vertorn is
van eenWurmken als eenRups getimmert dat een
pyramidale pyp maakt ■: waar in bet door fm
fp in fel, verfebeyde ß u lsien s van qfgebeete plan
ten ende bladeren van boomen, tot meerder ftcrk lc
vafi lymt: foo dat d felve baar op deefe pyp ver
toonen , als bet ingeleyde baut, daar men de
deuren van de kaffen ende HJlcn.voor deefenpleeet
meede te vertieren: en m etdit cierelyhe w om iJs
kendaar gaat ende wandelt dit Rupskenfoo la t 'e
meede, tot bet in een gevleugelt Gedierte kamt te
veigroeyen, en van den arbeyt ontßagen te wor.
den, im fy n buys en b e i over a l mee te torf-
fchen.
T W E E D E O ß S E R V A T l E i
N iet minder künftig ende cierelyk it bet pypktn
dat ik daar mffens vertom k, dewelke’ik aan de
zeeftrandenin de fiu te wateren van de Noord-zee
gevonden heb. Hier in woont een teer Wurmken
fonder Voeten , dat voor aan in het Hooft ver-
febeide borßels beeft, die gout verwig van cauleut
fyn '. met dewelke dit Dierkcn , een onnocmelyk
g ttal fandekens weet tefamen te raapen, en d ii
door een kleverig lym foo net by een te voegen
dat alle kmftenaren daar voor moeten verbaafi
ende verfielt fta a n , die Mt ßen. De bimenfte
fuperfteie van deefe pypagtige en pyramidale ro l,
die is glad ende tffen , daar in tegendeel de buy.
tenfte kant een vieynig ongelyk is. H et welk fy n
oorfpronk neemt, alßo dit Dierken 'alle de gladde
O o o o o o o o o