rant hisque fna Ovula infigunt & veluti in o - . ten ämhoonn -, en haare Eyeren ab iefihe
cillant produci : quemadmodum in omnibus «¡ten , icomfaak te fyn ; tp de manier, gelyk mm
edam Inocutoionibus e il videre. Pari ratione U t rn aile inentingen fa t. O f gelyk de Mug R
Culex i£lu fuo longe aliud tubercalum in Un/e buyt een beel ander puyfiken met fyn H
noftra cute excitât, quam quidem C im e x ; hic- te w cegbreng?gelyk ah wel ern Weegluys lu .
que aliud iterum, quam Apis. Omnia autem
ilthaec aeque parum cafui obnoxia firne; verum
ordine certo procedimi, eodemque fem-
per modo fefe habere obfervantur ; praeter-
quam ficubi plantae , & Animandum corpora,
aliter fuerint figurata: prout Celeberrimi» Redi
circa Scorpionum iftam accurate atque dilu-
t id e adnotavit.
Multodes InfeElorum Ovula tenellis arboram
ramulis adeo fordter imprefla confpexi; ut integra
en een Weegluysweer con beel andere, ah eth
Horùngbye doet. Dat alles meede met toevallig is¡
maar met order toegaat, en altyt op de felve ma.
nier geobferveert Word. Ten fy dat de planten
en ook de lichameri der Dieren een andere gefiel-
teniffe hebben. ' Gelyk de vermoor de H. Redi,
dat feer omßandtg en verßandelyk van de fieek
I der Scorpioenen heeft aan getekeni.
eximi finelaefione haud poffent. Omnium
Ik beb ntenigmaal de Eyeren' der bloedeloofi
Dierkens foo fierk de teere takken van de bornen
ingedrukt bevonden-, dat fe fonder kwetfen daar
i van niet konden afgenomen worden. De aider
grootße Holjantfcbe P balena, de Welke uyt een
Houtwurm haar oorfpronk neemt, en die menvoor-
namelyk tuffeben de fcorfen, en het groeyende hm
van de JVillegeboomen bevind, en dai verteert;
die drakt meede haare Eyeren eenigfins defcors m
buyten in , waar uyt dan de Wurmen een weg
I naa binnen tot het bout maaken. En felfs als men
die büyten de boom neemt, foo befpinnen fy haar eerfi,
en dan breeken fy weer, door haar fpinfel been, :
een opening met haare Tanden in het bout ; en
met de rug foo ßeunen fy haar tegens bet fpinfil
aan 9 om kragt en vaßigheid te hebben, om bet
bout te door boor en.
maxima Phalaena Hollandica , quae ex Coito,
SaUcum inter cortices accrefcensque, lignum
praecipue reperiundo, hocque corrodente , o-
r itu r , .Ovula fua pariter extrinfecus in corti-
cem quodammodo imprimit: unde e ft , quod
Vermes inde nafcentes viam fibi deinceps in-
trorfum.verfus lignum parent. Imo fi Vermes
h o fc e e x arboris interioribus foras protraxens;
li feto prills obtexunt, ac poftmodum, perfra-
t ìa rurfus, quam confecerunt, tela , Dentibus
fuis lignum inforant : quod agentes Dorfo fuo
telae innituntur; ut fads habeant roboris & fir-
mitads ad lignum perterebrandum.
Hacce hyeme in Rapis plurimas obfervavi
Verruculas variae magnitudinis, in quibus to-
tidem delitefcebant Verme s,Pedibusdeftitnd,
Ocufis & fatduris Dendbus in (truffi. In Vertucarum
minudifimis Ovulum, in majufculis
In de Rapen heb Ik deefe winter verfcbeyJe
wr, at kens van ongelyke grootte gemerkt-, in demi
ken ik foo vecle Wurmen gevonden bebbe, die m-
teloos, en met Oogen en redelyk barde Tanden wr>
fien waaren. In de kleenße wràtkens bemerkte
ik een E y, en in de grootße een teere ende wecke
Wurm. Voorts is het feer aanmerkelyk omtrent
de Wurmkens fonder voeten, dewelke ik in de uyt-
waffen bevinde , dat foo de felve in de bolligbee-
den , die fy in de vrugtkens naa de grootte von
haare lichamen gemaakt hebben, en waar in fy
gevoed worden, niet en blyven , maar daar V)t
genomen worden, dat fe dan geenfins in het leven
binnen behouden worden. De bolligheidpin
welke dat admirable Wurmken gevonden
dat op de toppen der W illege boomen , als in iß
roos, beflooten fia a t, en waar van ik vervolgens
particulier fa i fpreeken,) komt met de grootte.von
fyn liebaam heel net over een, B tt Ifunm
in de Rapen beeft weer een holligheid, V>at Wjjf
als fyn lichaam. S o o b e v in d i k ook, dat de ow
heeden, dewflkfi de ongevoete Wurmkens
digb in bet drooge bout breeken, ëe^ee
autem tenellum mofliculumque Vermem de-
prehendi. Porro circa Vermiculos Pedibus
carentes, qui intra Tubercula reperiuntur, id
quoque dignum e il notatu, quod ii nequáquam
in vita confervari queant, iiquando in caver
nulis, quas fib i, pro magnitudine corporis fui.
intus inexerefeendis effecerunt, & in quibus
enutriuntur, haud permanent, fed ex his pro-
trahuntur.. Cavitas , intra quam admirabiiis
¡Ile Vermiculus reperitur, qui in Salicum turio-
nibus, tanquam in r o fa , condufus hae ret,
noltea fpeciaüm deferibendus, magnitudini corporis
ejus perquam ex ad e refpondet. Vermi-
oilus autem in ¡Rapis deljtefcens cavogau-
d e t , quod corpore ipfius paullo majns eil. Si-
mifiter edam animadverto,. cavernulas illas ,
quas Pedibus orbi Vermiculi in ligno arido mita
arte fibi parane, córporibus ipforum accurati
ftre congrhere ut ideo fads expedite ii fe
erifta cava movere poffinu Hutic autem
lo 'um perficiunt , pofticas pàrtes fuas ad .lignum
v e r fu s corrugando, anticasque deinde rur-
fum exporrigendo : qua quidem opera admodum
velociter fernet in cuniculis hifce fids promovent.
Quando autem memorata Animalcula iftis
fuisdomunculis, vel cavernis, pabuloque, quod in
his praefto e f t , orbanturj tunc ,• praeterquam
quod fe movere deinceps haud poffint -, Solis
eiiam ardore, -aerisve ficcitate rigefcunt, aliis-
que modis innumeris intereunt : quin & alimento
fuo deftituta funt-. Simili ratione multifaria
quoque.Infefta, Pedibus carentia, quae tarn fub
terra, quam in aquis, degunt, nutriuntur.atque
fuftentantur. Ilia nimirum , quae pedibus orba
in aquis vivunt,Caudae fuae aliarumve partirmi
, quae ipfis loco remorum inferviunt, ad-
minieulo locum mutant. Vermiculi . autem fub
tprra viventes pari fere m od o , ac Cofli
fernet, promovent, interque rimas & fifluras
telluris. fie prorepunt. Quid demum apodi-
bus Mufcarum > Formicarum, & Apum Ver-
miculis fiat, in hiftoriis horum Ihfe&orum vide
ri potelt Quantum vero ad Erucas aliaque
Animalcula polypoda adtinet j in propatulo res
eft, nec jilla premitur difficultate. Imo haud-
quaquam etiam propofidoni meae repugnat
quod ex ligno cariofo Infedla quaedam, aliquot
poll:annis, provenire obferventur: nam novi-
mus Animalcula iithaec ibidem quoque ex Ver-
miculis procrefcere , atque ex Ovis ducere o-
riginem -, dum matrices regulariter quotannis
ad ligna ejusmodi fefe conferunt, fuumque in
Ws feraen deponuht. Saepiuscule autem ne-
celTum'eft, ut Vermes tales ipatio condnuorum
aliquotannorum incrementa capiant, priusquam
ad fuam perveniant mutadonem: prout in Cos-
fo, illòque etiam Verme , e quo Hollandica
Cantharis, quem vulgo aureum Scarabaeum
vocant, oritur, manifeftum eft. In Aquaticis
etiam Vermibus , qui intra TubuÌos degunt .
1 ipfum obtinet: quemadmodum in Epheme-
ri hiftoria adnotavimus.
At praeterea animadvertendum eft j quod
mu ta Ammalia, quae Pedibus carere dicun-
^ ». his' °mnino inftrufta fine. . Sic Lumbdci
Piunmis fane gaudenc Pedibus , ‘ fed alio modo
con ltutìs, quam vulgo Pedes fplent. In ipfis
pariter Serpentibus id mihi patuit j quas equi-
obfer qilhltUpli?i ^ec^um specie donatas efle
• _.avi* _ ^arum fcilicet nonnullae in corpo-
Ul nie^° ^pinofam faltem gerebant excre-
fcen<
grootte van haare lichaamen over een körnen ; en
door welke holligbeeden fy haar veerdig genoeg be-
weegen kunrien , dat fe doen, met de agterfie dee-
len van bäar lichaam , in en tégéns het hout op
te krimpen, én de voorße déeleñ dan weer uyt ftcken-
de, foo gäan fy in die loopgravenfeer veerdig voort.
Maar wannee'r de gendemde Diérkens van
deefe haare huyskens o f holligbeeden, en hét voetfeí
dat fe daar in vinden , bérooft Worden » hphalven
dat fe haar dan niet beWeegeh binnen , foo wor~-
den fy ook van de bette van dé Son, o f de drooge
te van dé lugtN ligtelyk v erß y ft, en op andere on-
tefbaare wyfen meer komehjy te verongelukken :
fynde meede van haar voetfel berooft. Soo leven
ook onder der aarde en in het water, veelderhandc
voeteloß Dierkens, die daar gevoet en onder hon•
den worden. D ie nu in het Water van voeten he-
rooft fynde leéveii, die beWeegén haar van plaats
tot plaats, door middel van haar Siaart o f an-
dere deelen , die haar als toi riemen dienen. De
Wurmkens onder dé aarde, die béwecgen haar
baqß op de manier als de Houtwurmen, en fod
kruypen fy voort tuffeheñ de reeten.en ßheuren van
de felv e. Hoe het nu met dé vtiételoofe Wurmkens
van de Vliégen, Mieren én Honingbyén tue gaatj
dat kan in haare hißorien naa gefien morden.
Maar wat nu dé Rupfen en andere Dierkens met
veele Voeten belangt, daar omtrent valt geen ftna-
rigbeid, en ook ß ry t het tegens myn voorfielling
n iet, dat men naa eenige jaaren uyt vermeuluwt
bout, eenige bloedelofe Dierkens fie t te voorfchyn
komen , Want men fie t , dat deife Dieren aldaar
meede uyt Wurmkens vergroeyen , en uyt Eyeren
haar oorfpronk neemen, waar van dé Moeder Dierkens
haar 'alle jaaren beel ordentelyk tot het hout
begeeven , en aldaar haare faden in léggen. Erl
veel maal moeten die Wurmen eenige jaaren aan
groeyen, eer fe toi haar verandering komen, gelyk
dat in den Houiwurm b ly kt, en ook in de
Wurm , daar de Hollantfche Cantharis, die men
Goude tor tioemt, uyt voort groeyt. Ook heeft hei
plaats in de Waterwurmen,die in pypkens leeven^
'als omtrent het H aft voor gefielt is.
Maar men moet ook weten , dat veélé Dieren^
die gefegt worden geen voeten té hebben , egtet
daar fekerlyk meede begaaft fyn , gelyk de Pier-
wurmen feér veélé Voiten hebben, maar van eeri
andere conßitutie, als gemenelyk de Voeten fyn .
D it heb ik fe lfs in déflangen geobferveert, die ik
gefien heb , dat mét. een vyfderley foort van Voeten
begaaft waaren. Eenige hadden allem mid-
den in haar liebaam een doornagtig uyt ivasken *
B b b b b b b b b vari