Chryfalíides, quando exuvias fuas pofueruntjli-
quorem modo memoratimi ano excemunt:
quo fafto Nodulus infimus fuperiore minor eft-.
Contentimi autem five excrementum iftud > ft
fruftulo èhartae impofitum examinatur jVe rofe
fanguini fimile exhibèt.' Ventriculus etiam
multo, quam in Aurelia duorum dierum ante
indicavimus, firmior heic erat atque magis co¿
haerensj id quod vel eousque procedebat ; ut
is adminiculo forcipis apprehendi, & una cum
adnexis Inteftinis e corpore protraili fine fra-1
étione aut ruptione poffet.
C o r , atque Medulla Spinalis* jam piene contr
a fta , & notabiliter minora fafta eranti Pin-
guedo, adftuporem usque exhalando diflipata
& contrafta, raeemum veluti referebat uva-
r iim flavarum, oblongarum * quae Fiftulis Pul-
monalibus adeo fìrmiter innexae erant j ut
non, nifi perquam diuturno & patientifiimo labore
, feparari poflenti In Fiftulis Pulmonalibus
waaragtig bloet, op een fiuksken papier. De | | |
was ook veel ßerker ende tayer geworden, als in
de Guide Pop van twee dagen gefegt is, dat/m
verre ging, dat men die met een nyptangekenkm
vatten, en metfyn Darmen uyt bet licbaam E
ken, fonder te breeken o f te fcheuren.
Het Heri ende bet Rugh-Merg waaren nu vohndt
famengetrokken, en mcrkelyk kleender geworden. He
Vtt was zoo zeer uitgewaaffemt en gekrompen, k
bet te vcrwonderen wasj enhet vertoondeßg als een
bofeb geele langwerpige druyfkens, die net k
Longpypen foo vafi vereenigt waaren, dat nun
bet niet kon fepareeren > als met een langduuritf
en onverdrietelyken arbeyt. In de Longpypen fag men
alia nulla obfervabatur mutatio , nifi , quod f ä ene an^re vergroeying, ais alleen,dat ¡pu vlie-
magis membranaceae jam eflent, diftinftiusque 3 &er waaren > en figtbaarder te fien in de Spieren,
PH rt« nPVP. rtpÒl:PVÌ Aio lnrtnm J ;__*1_
in Mufculis & aliis pardbus, quae fuam ad per-
feftionem deduftae erant, confpeftui paterent.,
Particulas reniformes haud v id i , quae tarnen
forfan lenta aecretione in Organa Genitalia erant ;
transmutatae. Partes Genitales, jam liquidiflime !
confpicì atque dignofei poterant : at cum Pinguedine
& Fiftulis Pulmonalibus adeo intime
cohaerebant ; ut vix feparari valerent * quin dif-
frìngerentur. Hinc Genitalium Anatomen ipfo
in Papilione tentare oportet. Ego propterea
quoque fp e ro, fo r e ,u t , quando eo pervenero,
harumee partium déferiptionem atque Icones
ibi exhibeam ; modo vires operi huic fufficiant,
fatisque idonea fubjefta mihi ad manus fint.
Tum vero etiam G ulae, Ventriculi & Intefti-
norum figuras dabo breviterque explicabo.
Modus, quo A U R E L IA PÀPILIONIS formam
induit.
Quodfi miräbiiisifthaec,- ut ita dicam * transcredo
& transpofitio membrorum in menfes ae-
ilivos, Junium & Julium, incidati oftodecim intra
dies ea tota perficituf. A t vero tempus autumnale
vel decem dierum fpatio eam retardatrimo con-
tingit tum aliquando, ut Erucarumnumerus haud
exiguus, viribus ad cutem fuam abfträhendam
deftitutus, ipfi transmutationis fuae operi im-
moriatur. In hoc igituf cafu iftftaec etiam A-
nimalcula univerfalibus Naturae calamitatibus
©bnoxia fu n t , & faepius niorte praematura
abripiuntur.
. Circa principium mutationis exuviarum aliud
&ihil majore dignum eft animadverfione, quam
Aiaen
andere deelen, die haar volkomentbeid verkreege..
hadden. De niergewyfe deelen fa g ik niet, im
fy waaren miffebien in de Teelleeden mgreejt,
dewelke nu heelfigtbaar ende kennelyk waren j
maar foo vafb met het Vet ende de Longpypenw■
eenigt, dat men die baafl niet febeyden kon, of f)
braaken. Waarom dat haar ontleeding in de ||
pel felve moet getenteert worden , daar ik haarkf
te befebryven, ende uyt te beeiden, foo het mgt-
lyk is,en dat ik fubjecten , die bekwaatn
hebben. En aldaar fa l ik de Slokdam, f S ä
en de Darmen ook afbeeiden, en kort e lf amf
fen.
De Manier, op welke het G U L D E POPKKi
de gedaante van een K A P E L aannemt,
Als deefe wonderbaarelyke vergroeying en W
fchikking van leedemaaten indeSomermaandenM
Junius en Julius geJchiet,foo gaat dat toe M0
de tyd van i g daagen; maar in het najaar foo
bet fomtyts wel tien dagen langer, en fo0s
blyven daar een groote menigte in het w'erk
vergroeying o f verandering Jieeken , J
kragten te hebben, om baar vel a f te firoopem
dat ook deefe Diereh in dit punt de algemeint
lenden van de Natuur onderworpen fy n , en
de doodt dikmaals ontydig overrompelt wordtfc
Het alderaanmerkelykfie, dat omtrenthd W*
f e l van bet vervellen woar te neemen ts > .
Alarum in Aurelia perfeftio: hae enim fenfim adeo:
tlare per cutem, móx deponendam, tranfparent ¿
Ut diílindlíífime internofci queant. Colores au-
temifti Alarum* maximam partem * ex nigro,
rubro, & caeruleo conftant* atque juxta Pro-
bofcidem, Crura & Antennas, per cutem, qiia
teguntur * vel fine microfcopio etiam , facile
confpici poffunt a.
Quodfi vero fubhoc tempus microfcopio per-
luftratur haec Chryfallis j extremos Pedum
apices fefe quam diftinftiifime mo ven tes vide-
re licet: quod qüidem in ßombyeum Aureliis
fummopere attonitus faepe ObferVavi.
Interiorum Alarum colores haud cerni pos-
funqquia a fuperiöribus plane obteguntur. C olores
autem reliquarum. enumeratarum partium
itidem haud admodum notabiles funt; quoniam
hae tanta colorum varietate infigniter adeo non
diftinguuntur: quamvis enim in omnibus Chry-
fallidibus, inflante mutationis earum tempore,
colores per cutem transpareant; nunquam tarnen
hi tam accurate internofci queunt, nifi
infigni quadam variorum commiftione inter fe
I dilHnguantur.
I Animálculo ita conftituto, contenta ej us oniniá,
potifli,mum vero Sanguis, quam fortiifime agi- j
i tancur; Sánguis fermenteicens per vafa languinea
de volmaaking der Vfeugelen in de Gulèe Pop, dti
allengskens fooklaar door het vel, dat fy füllen af-
leggen, heen fehyrien , dat men die diftindt onder-
kennen kan; deefe mleufen der vleugelcn ftet men,
dat voor het meefie gedeelte uyt eenfwdrte, rodé
ende blaauwe tekening beftaan , die haar neffens
<k' Snuit, deßeenen en de Hoorrien, door de Huyt
die haar bckleet, in het kleen fiïen làaten V
Enfoo men op die tyt defe Guide Pop met een
vergrootglas befiet3 foo kan men de Uyterfie tippen
der Beenen haar beel diftinä fien roeren, dat
ik fomtyts met groote verwondering in de Guidé
Popkens der Sydewurmen gefien bebbei
De couleuren der binnenfie Vleugelen fiet men
faet, om dat die van de bovenfie feenemaal bedekt
worden. En de couleuren der andere opgeteldè
deelen fyn nieede niet feer kennelyk , om dat fy
foo merkelyk döor verfcbillige verwen niet bnder-
tekent worden. Want hoe wel in- alle de Guide
Popkens haar dé couleuren door de huyt vertoo-
neu , als fy füllen veränderen, foo fiet men die
noit difiinä, tenfy dat f e door een kennelyke ver-
mengeling van verwen te onderfcheyden fyn.
Het Dierken dan in defe fiaat fynde, foo word
alles hetgeen in bem i s , ende byfonderlykfyn bloet,
feer fierk beweegt, dat giftende door de bloetVa-
¡fe Corde in Alas propellitur, fimulque aër e Pul- 1 ten> uyt bet Heft in de Vleugelen gevoert wort ;
inonibus eo adigitur. Praeterea Animal quoque en uyt de Longen wort de lucht daar in geperfi.
Crurafua quam validiffime tum movet. Quibus | diior beneevens beweegt het ook feer fierk fync
équidem caufis concurrendbus dum a c c e d it, beenen. Het welk, alfoo voornamelyk de Vleugelen
|quodAlaepraefertim magis magisque paullatim I allengskens aangroeyen en uytgefet worden , dan
accrefcant, atque inflentur; neceflariodemumid ^delyknoMfaakelyk te weeg brengty dat fyn huyt file
■efficitur, ut cutìs, Aureliam inveftiens, in qua-
■tuordiftinftas atque regularespartesdehifcat.
Primo quidem cernitur, quod cutis Probo-
■ cidis, qiiatuor Crurum anteriorum, Cornicu-
■ orum & Furcillarum, conglutinata permanens;
I “ ododiftis pardbus fuftollatur& amovea-
| ^ ra: Crura autem tunc primum fub fece-
I «entibus iftis exuviis in luceni prodeunt, horum-
Iqueope reliquum dein corpus, una cum orani-
I bus ìuis partibus, e cute protrahitur. Eodem quo-
ique tempore cutis in dorlò ruriipitur, duas in
Jpartes regulares diflìliens b b , e cujus apertura
■ orum Alaeque emergunt. Tum vero ibi-
■ T;ei^.,r in ®edi°» alia adhuc confpicitur regula-
IHm cut^si 9ua Annuii dorfales in
■pPriiKia ? f re veftid c. His pera ftis , Pap’ilio
fivuc U1S in CUte exuta quarn quietiflime de-
■g«rensmanet | ^nter^m direftas
■ nunc probe animadvertendiun eft, quod
Alae,
hetbekleet, in vier dißinäe ende reguliere deeleti
komt open tefplyten:
Eerft fiet men, dat de büyt van de Snuyt, met die
der vier eerfie Beenen, der Hoornkens en Vorkskens,
die aan een gekle’eft blyft, van de gßfeyde deeleti
wort opgeligt eri afgefchooven a. Waar door bet
eerfie, dat men uyt dit afleggeride vel te voorfchyn
fiet komen , de Beenen fyn, waar door het vordere
licbaam, met alle fyne deelen , buyten de Huyt
getrokken wort. Op defelv& tyt barfi ook de huyt
op de Rüg optn, die in twee reguliere deelen fplyi
b b , waar uyt'de Rüg en de Vleugelen te voorfchyn
komen. E n dan fiet men daar in het midden nog
een andere reguliere openbarfting van het V e l, waar
mee de ringen van de Rüg in- de Guide Pop fyti
bekleet geweefi c. En voorts blyft de llapel beel
f i i l , met fyne voeien aan de vervelde huyt hangen j
met de Vleugelen ont laag.
Albier is nu wel aan te merken, dat de Vleuge*
K k k k k k k z lenj