qua fi in fundo Ven-
rorfum fpeöances.
entriculi, «troque la*
Iupra & infra, quam
Inda.
ftìnulo tenui, quod ex
•ctevibufque Lcphyfis
, ab ultimo Pun&orum
isVentri ctìlum tenden-
am fuper Ventrieulum,
ion & re&um, dillria
reliqua refpiratoria,
a , in fit-u fuo exhibita.
loco fuo dimotum.
delineatae.
i.i. De laegflc jianhatigfth, die als epdeghnit
der Maag te fien fyn, en die met haare Ipiized
naa vooren fien.
k .k .k .k . De nilfpallende Halen der Maat, die
aan ■weerfyden van de Maag, als nk van lövea
nen en van anderen, feer fraay te fien fyn.
1. Het Maagparlier met het dünne Darmken, dat
seyt de Maag Jprayt, Ecphyfis by de oseden ge*
noemt.
m. De Karteidarm.
n.n. De Longpypkens* die van bet loatße paar
ßippen der Long naa de Maag gaande, haar
met veele takken, foo op de Maag, als op den
Kartei* en regten Darm fien laaten.
jo. o.o.o. De feftien overlge adembalende fiippeh,
door het vel been fehynende, in haar fituatie aan-
geweefen.
p. Den regten Darm uit fyn plaats bewoogen.
q. De Deelen van het Hooft ruuwelyk aangeweefeti.t
l. Explicado.
i .
M ed u lla Spinalis.
i quatuor Nervis, quos
ullae fpinalis, paulum a
fra autem denuo coëunpullulantes.
1 1.
f i b micro/copio de li*
'tus.
m recurrentium abfcif-
•iuntur.
L verfus fuperiora adfeen-
s in animali ad utrumque
tur.
i recurrentes elegantiffi-
:unt.
ìem Nervi recurrentes,
fi faéta inter fe coierunt,
fimplicem Nervum mu-
:rvi recurrentis.
recurrente pullulantes.
I I I .
Spinalem B om byc is,
m a b itu r i: u t difere-
ms & Goffi Medullam
a t ; turn u t innotefeat,
n tu r fundamento, qui
llae dilatationem p ro
habent. a. Ce-
TAB. XXVIIL Verklaart,
Fig. L
De Herfenen en het Ruggemerg in
den Houtwurm.
a. De Herfenen, met vier van haare uitgaande fé*
nuwen.
b. De twee beginfels des Ruggemergs, die een Weinig
van een fiaan, en. van anderen weer tot een
looptn.
c. Het Mer g fehe.
d.d.d. De Senuwen, u y t het Mergfpruytende.
Fig. i l .
De te rüg lopende Senuw, onder een
vergrootglas afgebeelt.
a.a. De begintfelen van de terug lopende Senuwen,
die afgejneeden fy n , daar je uyt de Herfenen
fpruyten. V .
b. b. De te rüg lopende Senuwen om hoog klimmen-
de, dat men i n 't leeven aan weerfyden den
Slokdarm fiet.
c.c. De plaats, daar de te rüg lopende Senuwen Jeer
aardig haar weerom buygen.
d. De eerfie knotrp, die de te rüg lopende Senuwen,
na haar f/amen lopen en inmonäen, komen te
maaken, , . 0
De te rüg lopende Senuw, weer een entele oe-
nuw geworden. _
f. De tweede kloot vàn de te rüg lopende Senuw.
g. De uytfpruytende Senuwen der felve.
Fig. m .
V e r to o n t h e t R u g g em e rg v an een S yd e
W u rm , d ie op fy n v erand e rmg in een
P o p le y t : en d a t om h e t on d e r id ie y t,
tuffchen d a tM e rg ," e n d ie v an « H o u t -
wurm b e te r te r e r to o n en : als o o k om
te d o en f ie n , h o e w e in ig fon f ^ cn
daar is , om y d e r dilatane van het M e r g
als onde rfche ide Herienen te conlide-
reeren.