o
o
Tab.
XXIII,
f ig .:.
quas ccllulas loco conftitutae obfcrvantur: quac
quidem omnia certos in fines collineant, adéo-
que haud abfque confilio a Sapienuífimo Conditore
Animalculis hifcc funt imprefia. Jam
ea , quae hadtenus enarravi, iconibus aliquo
modo illuftrare conabor. Prima igitur figura!
regulärem exhibet Favum Apum Communium ,
prout is , fuperna parte infpeótus, hexagonas
fuas Ép regulares feótiones vifui offert: ñeque
tamen fe&iones hafee depingere potui, nifi
juxta ductum quarundam inventarum linea-
rum; quibus datis fedtiones deinde fàt facile
e il deferibere; quamobrem ctiam havumee li-
nearum nonnullas heic fimul exaratas fi ito.
fig .n . a. Subfcquens figura ILda, fub lit. a , tres exhiben
peculiares Apum Communium cellulas,
dereliquo Favo eflradtas, una cum triangulan
b. fua bafi, oblique devergente, depidtas. L it. />
unam feparatim cellulam repraefentat, penitus
de reliquis omnibus effradtam; in qua, praeter
¿i oblique defcendens fundamentum triangulare c,
duo etiam laterum cellulae hexagonorum an-
guli inaequales & produdtiores fub lit. dd
b. confpiciuntur. Quodfi nunc cellulam ifthanc b
*. cellulis a imponi fingas ; fict, ut tres ejus
anguli obliqui ad tres harumee cellularum ángulos
congruant, atque his interpoliti fuffulcian-
Fig. m. tur. Figura Illtia cellulam monftrat per medium
feifìam; in qua triangulare fundamentum, aeque
ac íex latera, confpici poil'unt : quidam
bb ex .tribus angulis obliquis dilTcdtus eft; uti ad
Fig. ìv. Ut. bb patet.Porro Fig. IVta quindecim oftendit
Cellulas, utrinque difeiflas ; quas inter pars
quaedam trigoni fundaminis, oblique dever-
gentis, in cellula qualibet, manifelte confpi-
cienda offèrtur : innotefeit heic etiam, quomo-
* ,b.d . do cellulae a, b eidem fundamento d, inaedic.
ficatae fint, cui cellulae alterius lateris c ind.
nituntur. Ulterius lit. d fundamentum trigonum,
oblique introrfum dqvergens, quam
exadtiífime, uti revera fe habet, exprellum fig,
flit : quod ipfum fub lit. g inter utriufque lateris
cellulas quoque depidbum cernitur, at
fedlione per duos ángulos tranfèunte divifum.
j f f f . L it. f f f f deinde duo quaedam longiffima cel-
teee. lularum latera exhibet; e e e e vero duobrevio-
ra : quaelibet cnim , ut ante dixi, domun-
cula, parte inferiore, tribus gaudet longiori-
bus, totidemque brevioribus, devergentibus la-
teribus, quae parte fuperiore aeque longafunt.
Quae poftea fequitur, Figura Vta nonnullas
repraefentat Marium cellulas, quae tertia
parte majores fune, quam Apum Communium
domunalfio
niet fonder nadenken deefe Dierkens van den
Alderopperßen Maaker ingedrukt. % Geen bier nH
gefegt is fal ik eenigfins in figuur tragten te ver beeiden.
Deefe eerfie figuur verbeelt dan hetgereegeld Ho-
ningraatder gemeene Bijen, foo ais het fig,van boven
befien finde, in ßjn fesboekigeygercegelde verdcelin-
gen vertoont, ende devoelke nict van my en bebben
kunnen afgebeelt worden,als door middel van ecnige
nitbedagte tynen, waar op menfe dan vaardig ge-
noeg kan teekenen, bet welke de reeden i s , dat ik
eenivedeefer liníen bier meede af beeide. De volgende
figuur vertoont by de letter a drie. byzondere
Huyskens van de gemeene Bijen, uyt bet andere
Honingraat uytgebrooken, ende met haar drieboe-
kig fcbiiyns neergaande fondament afgebeelt. b vertoont
een Huysken heel en al van de andere afgebroo-
ken, alwaar bebaken bet fchuyns neergaande drie-
bockige fondament c , nog twee ongelyke, en längere
boeken van de fesboekige fyden van ’/ Huysken vertoont
worden, als by d. d. Soo men nu dit Huy s-
ken b. op de Huyskens a quam te plaatfcn, foo fou
bet met fyne drie febuyne boeken drie boeken van de
andere Huyskens beflaan, ende daar op en tuffeben in
rufien. De der de yielding vertoont een Huysken midden
doorgefneeden, alwaar dan fyn drieboekig fondament,
als meede defes fyden vertoont worden. Synde een
■ande drie febuynfe boeken deurgefneeden, als by b b .
Vvrdcrs vertoont de vier de afbeelding vyft'tenHuyskens
aan weer fyden deurgefneeden, tnffeben ket welken een
deelkenvan bet drieboekig febuyns neergaande fondament
feer kluar in y der Huysken tefien is ; als ook boe de
Huyskens a , bop bet felvefondament d f i aan, daar de
Huskens van de anderefejde c. opgeplaatfifijn. Vor ders
vertoont de letter d feer net naa V leeven bet fcbuins
drieboekig inwaarts neergaande fundament, bet welke
de letter g tuffeben de Huyskens aan weerfijden
uokvertoont,dan in twee boekendeurgefiieden.Deletters
f f f f vertoonen vorder twee van de langflefy den
der Huyskens ,gelyk e e e e twee der kortfte vertoonens
want, als gefegt i s , ieder Huy she lieeft van onder en
drie langer, ende drie k or ter deurgaandefyden, die
van boven even lang ß n .
Fig. v. De volgende vyfde figuur verbeelt eenige Huyskens
der Manne kens, die een der de part grooter 9
als die van de gerneene Bijen fy n ; deefe beb ik
een
doftinnculae. U t autetn diferimen hoc tanto
magis confpicüura foret; nonnihil eas delmea-
v i g r a n d io s , quam revera t o Intra quam-
m hammcc cellularum triangularis lila , o-
blique devergens, bafis cernuur, cujus anguh
duobus finguli cereae cellulae latenbus, defeen-
dentibus, ¿ongruuiit. Cellulas autem , ab ältere
latére huic bafi inaedificatas, haud deptn-
xi ■ quia minus heceflärium videbattlr. Su-
ber’hae dein parti harum 'cellularum adhaerens
confpicitur aedificium piriforme cellulae eujuf-
dam Foemellis dellinatae ; quod quidem fupe-
rius Irreguläre e ft , foveolifque, hic illie Cerae
impreffis, quafi exornatum. ■
Ouodfi deferiptae haftenus domunculae et-
iamnum récefis elaboratae t o , & nondum
Mel, Hel Panem Apum, Vel Ovula, vel Ver-
imes’ vel Prolem adultiorem continent > nec
unqnam ante continuerunti tune materies earum
genuina eft Cera virginea , . quae nnllis
penitus inquinata fecibus tota liquari poteft.
Céra contra , infoiando dealbäta ., quae titulo
Cerae virgmeae in officinis t o d i tu r ; praeter
nudum ejiis nonien habet nihil ; quum Talco
femper adulterata, Solifque v i dandefafta, ma-
gnam fic virium fuarum jadluram &ciat. ,
Mel.etiam ; quod purum in puras hafee cel-
lulas congeritur, & fine p reffu, fponte , ex iis,
denuo äillat, yerum eft Mel virgineum , fiye
fincerum.quócvinquè alio Melle praeftäntius &
perfe6tius.
een weinig grooter, en het ondexfeheit foo veel te
meer te vertoonen ; als het leeven felve .verbeelt.
Binnen in ieder van deefe Huyskens fiet men het
drieboekig Jchuyn neergaande fondament , waar
van ieder deëfer. boeken op twee voorgaande fydèn
van het wajfen kamerken overeenkomt. De Huyskens,
Raro, juxta aé Apum Gultorés p.erhibent,
cernitur} quod domuncula Foemellae Marium
cellulis compaginata fit: quamvis contrarium
me docuerit experientia; qui vel hodieque fpe-
cimen ejufmodi ad fe rvo, in qiio Foemellae
aedicula cellulis Marium proxime adftruélà eft.
Verum uti plures älii, ita & hic error a regia
dignitate, quam Foemellae perp.eram adtribue-
runtj originem duxit: inde enim faftum e i l ,
ut crederetur, gratiam adeo prope ad Regem
accedendi longe pluris effe faciendam , quam
quae Fuco concedatur. Atqui eoufque necef-
farius tamen eit Füci ad Éegem acceifus ; ut
liic foeciindati nequeat, nifi illius ödore five àura
feminali fuerit delibutus : interirent igitur
familiae omnes triplicis fpeciei Apum ; quan-
doquidem Fucus, perperam ita.vocatus, verus
eit Mas Apum, adeoque haud fane inferiorem
in Alveari locuiti, quam R e x ip ie,v èl Foemel-
là , fibi vendicat. Accedit, quòd & Fucus longe
fit traftabilior, moribufque & ingenio mi-
tio i, quam bijiae reliquae Apum fpecies : foli
eiiim
die m van de ander zyde op dit fondament
fiaan rfyn, als niet nodig, onafgebeelt gelaaten. Nu
boven aan deefe Huyskens fiet men het peerwyfe
gebou van een van de Huyskens der JVyfkens, dat
boven op ir regulier is , ende hier en daar met kuyl-
kens, het Wafcb in gedrukt, als ver eiert.
Als nu de gefeide Huyskens effen volmaakt fyn,
e.nde daar geen Honing , geen Byenbroot, geen
Eyeren, geen Wurmen, ofte ook.volmaakterBroet,
in is, ofte, ooit in geweefi is , foo is het opregt Maag-
denwafch, dat fuyver kan gefmolten worden, ende
ganfeb geen onzuiverheden heeft. In tegendeel,het
wit gebleekte Wafcb, dat men in de Winkels daar
voor verkoopt, dat heeft alleen de naam daar van,
alfoo het altyt m,et Talk vermengt wort, en ook
door de Son gebleekt wort, waar door het veel van
fyne kragten verlieft*
De Honing, die hier foo fuyver in vergaart
Word, ende aldaar dan fonder perffen uytdrupt, is
de regte Maagden ofte den ongepeinden Hooning, ende
alfoo beeter ende volkomender als eenige andere.
. Seiden, foo de Byenhouders feggen,fiet men, dat
het Huyske van het Wyfken met die der Manne*
kens aan een gebout word, boe wel ik anders on-
dervinde, ende tegenswoordig nog di'ergelyk een
Huysken bewaare, ulwaar het Huyske van het
Wyfken dan de Cell'ckens der Mamekens aän eert
gebout is. Dan gelyk alle andere doolingen van de
Koninklyke waardigheid, foo is ook deefe , als o f het
een te grooten eer fou fyn voor den Broeibye foo digt
aan den Koning te naderen, datnogtans moet ge-
fchieden, fou hy vrugthaar worden, dat is f in reuk
o f Saatlugt ontfangen: o f älle de gefiagteh der drie
foorten van Byeri foiideh uytfterven,’want de Broeibye,
verkeerdelykfoogenoemt, iswaarlyk het Man-
neke der Byen , ende daärom in den Korf alfoo
aanmerkelyk als de Konink, ofte het Wyfkefelve:
fynde daar hy veel foet aardiger van ommegank
ende niinnelyker in finé handelingen en manieren ,
als de andere twee foorten der Byen, want het iS
Ee efe e allccd