S +6
JO A N N I S S W A M M E R D AM M l I
S i , exempli gratia, infcio cuidam Cutis in'
C e r v i c e , cum pilo capitis e vu lfo , & fexies
octiesve complicato | quam molliffime irrite-
tur • faepiufcule oblèrvavi, motum hinc Mufcu-
lorum Antagoniftarum Brachii & Manus ilico
determinar! : ut ideo Homo ille ilatim , &
ìnfeiens propemodum , loco , quo titillatio-
nem fentiebat, manum admoveret, cutemque
ibi lepidulè, & vel ad ruborem usque , fcalpe-
r e t , a Pedículo forfan five Pulice fernet infe-
jftari autumans. Quando autem ruriiis defi-
nebam irritare , Brachium quoque & Manus
quiefcebant ; quoniam naturalis contrario in
omnibus tunc Mufculis denuo aequalis erat.
Quodfi id ipfum experimentum in Canibus
Felibusve dormientibus capiatur; itidem anim-
advertitur , determinatum quoque mox enafei
motum in Mufculis cutem eorum moventi-
bus: unde hanc, jucundo ipeftaculo, derepente
corrugant, pilos erigunt, & quandoque ipfas
etiam in fomnis aures quatiunt. Q uo quidem
le vi Ìpecimine innotefeie , quanam rätione no-
ilr i pariter Mufculi, absque infigni voluntatis
adtentione, voluntarie tamen moveantur per
ejusmodi quidpiam , quod aptum natum e i l ,
naturalem Antagoniftarum motum in contrariala
partem determinare.
Jam vero ut certo conftet experimento,
Muiculum fua in contrazione non inflari, at
minus contra fpatium occupare; agilem admo-
dum & vegetam capere Ranam oportet, hanc-
que expedite diffecare, Cor ejus detegere, &
Pericardium unguibus Digitorum de Corde a-
vellere. Quo p eraZo una vel altera eligenda
eft Vena aut Arteria, quae fatis capax fit , ut
commode aperiri, tubulumque tenuem vitreum
admittere queat. Sic tubuli hujus ope omnes
deinde corporis Venae & Arteriae, adeoque
etiam C o r , facillime inflaripoífunt5 quando-
quidem, ut ante monili, Pulmones heic nequáquam
obftant.
U b i Cor hac opera a'cre repletum e ft , dex-
tre id , una cum fua Auricula , fubtili filo in-
terftringi atque e corpore refeindi debet. Prae-
fto tum fitSiphunculus vitreus, altero extremo
in anguftnm exilemque tubulum. produZus.
Hujus Embolo, qua planam in fuperficiem is
anteriusfefe diffundit,Gor, una cum Auricula
fua , inflatum imponatur, atque omnia haec
moxfimul in vitreum illum Siphunculum in-
tromittantur, cujus elongatus tubulus interea
quoque minutiflima quadam nquae fimplicisiS
Als by exempel, wanneer men een hayr uyt f ß
Hooft weint, en datfes o f agt dubbelt te Jamen
rondt, en dat men ymant,die ms niet en f i e l,f n
v elin de hals äaar meede heel fa ß irriteert, fa
beb ik dihnaals gejien, dat de bemeging van de
tegenoverßaande Spieren van de Arm en Hmt
gedetermineert wierden, J 00 dat de Perfoon, date-
lyk en Jander vee'l attentie, fyn hant op die plaats
daar hy de kitteling gevoelde, kwamte bewegen,
en die 00k heel vermakelyk te bäumen, fe lfi tot
root M.ordens toe, beeidende fig mogelyk in, dat
äaar een Luys o f V loyfa i. En als ik ceffeerde in
die irritatie, foo bleef de Arm ende de Hand in
ru ß , om dat m de natmrlyke irritatie in alle de
Spieren egaal mos. A ls men dit experiment in de
ßapende Honden o f Hatten doet,foo ßet men van
gelyken , dat *er 00k terßont een determinate k-
weeging komt in de Spieren, die haar huyt bewegen
, dewelke fy dan feer aardig rimpelen, en het
Hayr als te berge fetten , o f doen opryfen, en Jom-
tyts fa l men haar 00k al ßapende de wen fien
fchudden '. Waar uyt men voor een kleen flaallen
ß e t I op wat wyfe 00k onfe Spieren, fonder grnte
attentie van de m l, nogtans yrywillig bewegtm-
den , door yets dat bequaam is , om haare natuurly
ke beweeging der tegenoverßaande Spieren, na de
tegenoverßaande fy d e, te detemineeren.
Maar om nu een feker experiment te geeven,
van dat de Spier in fyne famentrekking niet opgebla-
fen wort, maar minder plaats beßaat, foo im
men een feer radde ende frijfche Kiborfcb nemen,
en defelve vaardig geopent hebbende, hetHert rnt-
dekken, en het Hartefakje met de nagelen der Fingeren
daar van afbreeken: dit gedaan hebbende,
foo moet men den eenen o f anderen Ader of Slaga-
der verkiefen, die groot genoeg is , die men openen
moet', en daar een (Pypken van Glas, dat[jfi genoeg
is , ingebragt hebbende, foo kan men door
door alle de Aderen en Slagaderen des lichaams ,en
by gevolg 00k het Hert feer ligtelyk opblafen. Wcß
als ik in het voorgaande gefegt heb, foo obßeeret
Pier de Longen niet. . ■
Het Hert aldus met lugt opgevult fynde, ß
moet men dat met fyn Oorken door een fyn draot
ken behendig afbinden, en uyt het lichaanf e g l '
Het welk gedaan fynde, fq ois het nodig een glwfi
fpuytken by der hant te hebben ,dat in een f f 1 $$
ken moet uytgerekt fy n , op fyn eene eynde.
moet men het opgeblafe Hart met fyn 0
, „pn en iß
boven op de vlakte van de Suygdr legg ?
met malkanderen in bet glafe fpuythn
vullende ondertuffchen fyn uytgerekt ^
B I B L4 I A I
¡mi quo. diftinZius. intemofci queat, fangui-
jjg coioratae, guttulà obftruendus ell.
Omnibus h ifce , qua par e f t , circumipe-.
dione peraZis, oculos advertenti mahifeite
adparebit, eò tempore, quo C o ra intus in vi-
$ treo fiphuncuio bb fefe contrahit, aquae gut-
i tulam, quae prope tubuli extremum, haeret c ,
notabili fane & mirando modo ad principium
4 usque tubuli, quo hie ex fiphuncuio oritur ¿ ,d e -
¿endere 3 & contra diftinZe itidem pateicec,
^ demiflàm guttulam d , cum Cor fe iterum di-
t latat, inde rurfus furfum ad illum locum c , e
quo ante deprefla erac, fernet elaturam effe.
' EvidentilTime igitur hocce experimento edo-
qeraur, quod, in contrazione Muiculi Cordis, |
non folum omnes. ejus fibrae motrices in ie j
qiutuo compingantur , brevioresque, folidio-
& craffiores evadant; fed quod praeterea
III in iyltole fua longe minus, quam ante in
¿Hole, fpatium occupet.
Haec etiam ratio e ft, ob quam aquae guc-
iÀ tula c deorfum movecur d; quia haec neceffa-1
rioCor fefe magis coarZans fequi debet. Quodfi
y.ero. eo iplo tempore , quo Cor contraheba-
|ur,inflatio quaedam, tumefaZio aut dilatatio
a fpiritibus intus produZa fuiffet ; guttula ilia
nequaquam deorfum verfus fiphunculi ven- !
i trem d, fed contra furfum verfus tubuli ex-
f tremum e omnino proti-udi debuiffet.
Quum igitur priusminime, verum huic con-
|rarium pofterius manifeftiifime evenerit; ideo,
quam evidentiffime inde concludere mihi,licet,
qjiod Cordis Mufculus fua in contraélione nota-
|iliter minus repleat Ipatium, quam in fua di-
latatione j & quod hinc nihil lpirituum iliorum
fuppofitorum, quibus C or aut Mufculum ejus in
8 tK inflari JiaZenus creditum e ft , eo turn
teappris influat.
Quodfi nunc infuper Rana vivens aperiatur,
animusque ad motum Cordis & Auriculae ejus
advertamr I patebit, omnia heic l imili fefe
^ ’ ac ® N e r e experimento , habere,
f i l i l i I H ^*r^cil^a f t contrahit ; com-
cam ac niinorem fieri adparebit : cum
vero Cor viciffim contrahitur j id quoque co-
g15 imrainui, atque in fe ipfum coire pariter,
,? p \ Quare hinc innotefcet, inter binas
p i rdis contraéfiones, quarum altera intra
,P onetn, altera extra hunc, faZa e ft , nul-
Qj. Pen,tus difcrimen obtinere ; nifi quod
■ F ^P^°nem fanguine infarZum f it ,
j p puonem vero aere repletum.
lrca iterum illud in fiphone inftitutum
ex-
A T u R A E, S+?
met een feer klcen droppelken water, c f water en
Bloet ,om het te beeter tefien.
D it nu alles foo omßgtig, als mogelyk is , vob
vragt hebbende, foo fa l men fie n , wanneer het
Hert a fig binnen in het glaafe Spuytken bb con-
traheert ■, dat dan het droppelken water, % geeri
boven aan in bet Pypken geplaatß is c , fa l mer-
ende: verwonderlyk' nederdaaleh, tot aan fyn
begmtfel, daar het uyt de Spuyt fyn 0orfpronk
neemi d en als het Hert fig weer dilateert , foo
fa l men d iß in ä fien , dat het neergedaalde droppelken
d , weer fa l om hoog bewoogen Worden, tot de
plaats c , daar het van daan is bewoogen geweeßK
Het welk experiment ons infallibel leert, dat in
de contraäie van de Spier van het H ert, niet ab
leen alle de bewegende vefels van het felv e haar
in malkanderenfiuyten, en'vaßer ende dikker wor-
den, maar dat het nog daar en booven een veel
minder plaats komt te beßaan, als te vooren in fyrt
dilatatie. .
Dat dan 00k de teeden is , waar om'de droppel
water c naa beneden beweegt wort d , en datfe heb
in eenfigjamentrekkend Hert nooifakelyk moet vol-
gen. Daar dit droppelken c ter contrarie, indiert
daar op defelve tyt als het Hert fig contrahcerde %
een opblafing, opfwelling o f verwyding van gee-
fien binnen gefchiede, niet neerwaarts tot defpuytd,
maar om hoog en opwaarts in het Pypken e , noot-
faakelyk moefi bewoogen worden.
Maar dit niet gefchiedende, en het contrarie ß g tJ
baarlyk gebeurende, foo kan ik als een onweerfpre,
kelyk Vafie waarheidvoorfteilen-, dat de Spier van
het Hert in fyne contrattic een merkelyk mindere,
plaats beßaat, als in fy n dilatatie: en 00k dat daar
geen van de gefuppofeerde geefieh inkomen, die mert
tot nog toe gemeent heeft, dat het Hert o f de Spier
daaf vanopblaafden inJynfamentrekkende beweeging.
Soe men nu hier by een Kikvorfch levendig opent
en men let op de beweeging van fyn Hert ende het
Oorken, foo fä l men bevinden, datfe inkrimpt en
kleender wert: en als wederom, bet Hert fig op fy n
beurt contrabeert, foo fa l men het van gelyken fien
inkrimpen, kleender worden en in fig felven intrek*
ken. Waar uyt blyken fa l, dat tujfchen defe twee
contraSlien van bet H ert, het fy binnen, het fy
buyten de fp u it, ganfeh geen onderfcheyt is , als
alleen dat het Hert buyten de Spuit met Bloet gem
vult is , en dat het binnen in de Spuit met lugt op,
gevult is.
En omirent dit tweede valt nu byfendetlyk aan
f f f f f f f f f f n
lllilifil pH