I l
l i l i
ni
í S P í
H i
■
refpondebant; verum bine inde apertura , in
qua aciculae capuc recondi poterai, inter eas
relitta obfervabatur : id quod in Cera regulari
nunquam fere animadvertitur.
Ab altero Iatere fundamenti perpendicularis,
quod inter cellulas medium porrigitur^ & cui
cellulae, utrinque horizontaliter adilruuntur, tori
edam dimidiati Panes cellularum vel fesqui
majorem ad longitudinem , quam ab altero latere
, exaedificati cernebantur : quin & àliae
plures infuper heic aderant anomaliaè , quae
haud adeo in illis cellulis obfervabantur, quae incubami
jam infervierant ; nifi cum adirne im-
perfettae effent.
E x ingenti hoc cellularum numero, quas
Apes a Junio ad Septembrem, & quandoque ad
Ottobrem usque, fabrefaciunt, facile e li con-
jicere, quam numerofas eae a Martio ad Ju-
nium vel Julium usque anni proxime fequentis
aedificent : crediderim fane fummam numero
fooQo fuperiorem effe ; quum eo tempore fi-
iftul pro Mafculis, Foeméllis, & vùlgaribiis A-
pibus domunculas conftruant. A t vero hatte-
nus nunquam furiimam fubduxi.
Narravit mihi aliquando Apum Cultor fide
dignus, Alveare fibi èffe nuda fuperhumó collocatami
, perquani numeiòils Apibus d iv e s ,
quae , ut favos fuos amplificare poffent, tellu-
rem fubjacentem effoderint & aiportaverint,
Favisque dein admodum profunde intra fattam
fòffam produttis fuam familiam multiplicave-
rint. Attamen frequentius id occurrit circa
Vefpas & Crabrones ; utpote quae Infetta fub
tellure nidificane.
Alveare Apum 14 Junii apertum, numerusquè
Apum & Nympharum in eo repertarum , una
turn aliis pluribus haftenus inauditis rebus,
quam fpéciàlijjime deferibitur,.
Principio Junii Alveare em i, cujds Apes
<4 ejusdem menfis examinabant. Èxamen
hoc juvenculum Alveari alio e x c e p i, atque
poftridie Alveum hunc, una cum Apibus contends
, in Aqua fubmeriì. InVeni in hoc examine
1 Foeniellam, 2435 Àpes vulgares, &
4 Mafculos : neque praegreffo die quidpiam
Cerae fibi comparaverant.
A p e s , in primo Alveari refiduas, quae altera
deinceps, imo & tertia vice erant exami-
naturae, 16 Junii pariter aquis fubmergi curav
i. Reperi autem ibi 1 Foemellam, 8494 A -
pes vulgares, & ¿93 Mafculos. Interea, dum
his numerandis occupatus eram, aquas de Alveari
kander paßen , maar dat daar tißcben f e
een openihg gelaaten was , daar men bet Hotß I
van een.fpelt wel in kon verbergen: dat menfefo
noit in rtgulier.Wafcb fieh
Aan de eene fyde van bet lynregtfondament ( I
tußeben de huyskens doorgäat, alfoofy äan rojeerJy!a I
daar horifontadltegens aan gebout worden,ßgm I
dat bcele balve brooden huyskens, daar aan de eentk I
de, wel de helft langer opgebout waaren , als ft I
van de andere fyde, met veele andere irregulierbit-\
den meer, die inen feer weinig bemerkten in ¡fei
huyskens, daar fy in gebroeyt hadden ; ten fy aa)t\
nog niet volbout waaren.
Uyt dii groot getal der ccìlekens, die de M
van Juny, tot iii September , en 00k wel total
Oft ober maaken, kan men ligt oordeelen, wal ètì
menigVuläig getal f y , in bet jaar daar op 'ukn-\
de, van Maart tot in Juny en July aan tinmt-'l
ren: dat ik ligt kan gelooven , dat een getal »
meer als foooo. komt uyt te ntaaken : alfoo jfìrnl
te gelyk Mannekens, Wyfkens , en gemeene Üß
huyskens aanbouwen; mdar dii'heb ik tot mgttt ì
nooit get eit.
En my is eens vèrhaalt van een geloofmari^
Byenhouder, dat hy een Korf had, die bloot opde,
aarde ß ont, eh daar overvloedige Byen in mären
, dewelke de aarde daar onder badden.
graven en weg gedraagen, op dat fy hflare ¡¡¡|§|
raten daar in fouden uytbreyden ; die
vry diep ¿ in de iiytgedolve aarde , badden aan^ ;
timmert, en daar in haar Broetfel voortgckwähA
Maar dit is gemeender omtrent| de Wefpen Hat* ;
fe ls , als die onder de aarde nemden.
Een korf Byen geopent op ;den 14 Juny, waat
in heel particulierelyk befchreeven wort,hoe¡ ;
veel Byen en Poppen daar in gevondenfyn,
met andere ongehoorde faaken-meer.
In bet begin van Juny kogt ik -een {korf $0 ?
dèwelke den 14 van de felve maant kwam .
men: deefe jonge fwerm in een korf gefcbept jf1'
de, foo deed ik de Byeh met de Korf des anitm
daags onder bet water ßeken ende verdrinken. i®
deefe fwerm bevond ik 1 Wyfken, 243 3
Byen , en 4 Mannekens 9 fonder dat fe W
van te vooren eenig JVafch badden aangewon^i-
De Byen, die in de Moederkorf overg^liVin
waaren, en die voor de tweede en derde Iffiff!
eens fouden fwermen,' die liet ik den* id. JÄjfß*
gelyken onder bet water fleeken. Waar in $
vont 1 Wyfken, 8494 gemeene Byejt, tn ^
Mannekens. Terwyl ik in dit teilen |
Vèari finebam exftillare} ut d einde, quod me-
cum conftitueram, cerearum quoque domun-
cularum fummam colligere poffem : verum
adeo ingens erac earum , praefertim quae ad
Apes vulgares pertinebant 9 numerus, ut pro-
pofitum mutare confultum duxerim 5 ne alia,
| ^¿ae majoris mihi momenti videbantur , ideo
forte praetermitterem. •
I Numeravi itàque quam follicitiifime & exattis-
[ fime domunculas Regulorum vel Foemellarum;
| atque fic novendecim inveni rudimenta do-
I muncularutn ejusmodi imperfettarum -, quarum
I aliae aliis paulloaltius exaedificatae erant. Prae-
[terea autem i f perfettas ibidem reperi Foe-
[ mellarum cellulas pyriformes , quae omnes ,
I Cera obfignatae, circa oras atque margines Fa-
I vorum diverfimode collocabantur;
I Earum namque nonnullae prorfus erant fo-
I litariae : quaedam vero ternae, quaterna©, vel
I quinae, juxta aut pone fe mutuo artte con-
I gregatae haerebant : aliae dein quam proxime
I Mafculorum cellulis aditruttae erant : aliae 0-
Ibliquo gaudebant fitu : aliae ad horizontem pa-
| ralleloi ut poculum vitreum, e quo cerevifiam
I haurire folèmus, fuper menfa in latus reclina-
! tum, referrent, atque fimili modo ac omnes, tam
Apum vulgarium , quam Marium , cellulae ,
èffent collocatile : aliae contra, penitus inver-
| fa e , aperturis fms deoriìim fpettabant j quem-
I admodum plèrumque cellulae Cràbronum fit^e
lob/èrvantur. Tandem & Foemeliae ibi vidi
Idomunculam, quae parte anteriore tota perefa
lerat, & e qua juvenis illa FoemelIa,quae 14
IJunii examen fecerat, evolaverat.
I ; In novem ex iftis obfignatis & obtextis Foe-
I mellarum domunculis totidem inveni Reguìos
llìye Foemellas , incrementi pìenitiidineni jam
la eptas, dilpanfis AÌis inilruttas , quartini ali-
jquot etiamnum vivebant. Earum nonnullae
pemtHsgriféae erant; aliae coloris paullo fatura-
j tions : prout nimirum diu vel paullo ante cu-
m m z m brevi vel longo demum
! a t q u e S b r ^ pererurae erant domunculas,
inter omnes erU?Curae‘ Incerim nulla tanien
^ esitum hattenus vere tentave-
I N jm pha s p * ” m v e n i F o ® c I » ™
hKrumce su“ que I fo iamiam T quae in dortis
fuae r . CVadere ¡ncipiebat, & cn.
S«« quatooiN°m r ’de pr°Pin9ua « a t . In reli.
S at“or Nymplns nondura obfervabatur jfte
color;
liet ik ondertuffm het water uyt de Korf fyperen ,
lopenie van gelyken alle de wajje huyskens te teilen;
maar de menigte was.foo groot, voornament-
lyk van die der gemeene Byen , dat het .felve my
van nfolmie deed veränderen , om geen andere
faken, die van meer gewigt hy my waaren, n er
te ßaan.
. Hier op teldm ik äan heelforgvuldig en dißindl,
de huyskens der Köningen o f Wyfkens , waar vai,
ik 19-begintfelcn van omolhoüwde huyskens vont,
fynde jdc eene wat verder als de andere daar van
Opgetimmert. En voortsfag ik daar i.
peersgewyfe weoningen voor de. Wyfkens in , de-
welke alte met Wafch verfeegelt waaren :■ fy bain
op verjcbillige wyfen, aan de hoorden en raii-
den van het Hmingraat haar ßtuatie.
Want eenige fionden heel apart : andere mit
haar in e , vterenvyven; die fionden digtbyfien
agter malkanderen : en fimmige wderom waaren
heel digt by het werk der Mannekens opgetimmert-,
Sommige ■derfehe fionden fchuyns , andere heel
horizontaal, als een hier glas, dat op een tafel
dp fyn/yde gelcyt is, en op de manier, geiyk alle
de huyskens der gemeene Byen en Mannekens f i n den;
maar andere ter conirarie ; die. fionden met
haare opehingen heel het onderfie boven, 'op de wy^
gelyk men ■gemeenelyk de huyskens der Hör
ß s geplaatfi f,et. Eyndelyk/ag ik aldaar cm
huyskm van ein Wyfken, dat heel open gebcetm
was van vooren, en alwaar het jonge Wyfkm
was uytgevloogm, 't gern op den 14 Juny gefwermt
hadt.
In 5) van de töegefegelde en befponne Koninks
huyskens, daar in bevond ik foo veele volwafß Ko~
ntngeji o f Wyfkens, met uytgefpreyde Vleugelen,>
waar van fmmige nog leefden. Eenige wuaren
heel grys, en andere wat hoger van couleur, naa
dat fy langer ofkorter vervelt 'badden geweefi, en
digter kwamen te naderen, om haare huyskens door.
te byten, en daar uyt te breeken, dat egter geett
van allen nog ter deegen begonnen hadt.
In de andere vy f verfegelde en toegefpome Koninks
huyskens , bevond ik foo veele Poppen van
Wyfkens. In het cerfic huysken van deefe vy f i
daar in fag ik dat de leedematen van de Pop die
aldaar in beßooten was, dl grys op de rüg begonnen
te worden, en dat het feer avanceerde tot fyri
vervelling. In de andere vier Popkehs fag men
X x x x x x i äei*
Í I I