dant: unde Alvearia,'in quihus Apes aliquoties
fobolem procrearunt, minore cum' periculo
transportare atque aliorfum deferre lice t, quam
ea , quorum Cera nova eft. Ac ced it, quod Fa*
v i , Textis ej us modi muniti, tempeftate aeftuo-
fiore , haud adeo facile liquefcant, aut in unum'
confluant’, ficubi invertuntur. U t autem T e x ti
ftamina in confpeZum -prodeant, haud multo
opus eft labore : modo enim quis partem cellulae
fuperiorem, quae.Cera obfignata eft ,for-
ficulà aut cultello refciifam, deglubendo dein
Cerà fuà orbaverit, tumque microfcopio obje-
cerit: patebit illi quam manifeftiflìme ex fta*
minibus fupra fe mutuo induZis, quod Apum
Vermes revera neant. Quodfi vero tota quae-
dam cellula, in Spiritu Vini macerata, Ceram
fuamexuit; fimul tu n c , eàdem o p e rà , am-
bae T ex ti partes, & quae filorum fp e c ie , &
quae in modum membranae eruttata e ft , inter
fe etiamnum conjunZae, quin etiam figura
T ex ti fubtus hexagona, fuperae fphaerica
conlpici poffunt.
Antequam nunc Nymphae accuratius de-
fcribendae me accingam,- liceat heic interfere-
r e , quod Cochenilla five Conchenilla , per ali-
quod temporis fpatium in Spiritu Vini macerata,
corpore in varias incifuras annulares di-
v ifo , tantum non fimilem noftro Apis Vermicu-
lo fe praebeat : id tamen intercedit difcriminis,
quod curtior ea atque crafiior fit , quam Apis
Vermiculus, & nonnulla infuper Pedum ve-
fìigia monftret. Vermis Cochenilla ; juxta ac
ex quibusdam colloquiis haurire p o tu i, mihi-
que adfirmatum efl: ; nafcitur ex femine vel
Ovu lo, quod Animalculum mater fuper foliis
notiflìmae illius arboris Americanae, Tuna di-
Z a e , deponit. Vermiculi autem hi cum pri-
mum e x Ovulis liifce fuis prodierunt, tam minuti
funt, quam exiliflimi, qui in cafeo na-
fcuntur, Vermiculi recentiifime nati : verum alimenti
, quod de memoratae arboris foliis ca-
piunt, adminiculo ita augentur; ut intra breve
tempus totam arborem obfideant : quin eous-
que fernet multiplicant, ut unius anni intervallo
agrum centenis ejusmodi arboribus con-
fitum occupare , & ter quaterve quotannis
inde colligi poflint. Id iolum follicite caveri
debet, ut ab aliis quibuscunque InfeZis pura*
fit arbor, neque & Gallinis ad earn aditus pa-
teat ; quandoquidem hae Vermiculos illos per-
quam avide inhiant. Quando autem memo-
ratos hoice Vermiculos colligere animus eft ;
omnino prius convenit obfervare , utrum ad
magniven,
daar de Byén eens o f tweeniaalefi in gtgene*
reert hebben, ligter te vervoeren, ende te verplaaP
fen fyn i als daar nieuw Wafch in is; behalven
ookdat de Honingraten-daar ditfpinfelin is , fooligt
niet week worden , ofte door het omkeeren tot
een komen te buygen, in de beete daagen. Om mt
de draden van het fpinfcl te fien, daar toe en is ■
foo veel werk niet noodig, men moet alleen, om
dat te fien , het bovenfie van het Celleken , daar
het met Wafch verfegelt i s , affnyden met een
fchaarken o f mes, en daar het Wafch dan afge-
krapt hebbende, dat met een vergrootglas dan be-
fien ; en foo fa l het fekerlyk uit de overeengefpome
draaden blyken, dat de Wurmen der Byen waar-
lyk fpinnen. Maar foo het ganfcbe celleken in
Brandewyn afgeweekt is, foo kan men op een tyt,
ende aan een vaft fien, het dradig ende het vliefig
opgerfpt gedcelte van het fpinfel, als ook fyn fes-
hoekige figuur van onderen, en Spherifche van bo-
venen.
Eerik hier öV6r gaa om het Popken wat mau-
keuriger te befchryven, foo fa l ik hier invoegen ,
dat de Cochenille o f Conchenille als men defelve
cenigen tyt in Brandewyn geweekt heeft, fig baaft
op de wysvan onfen Byewurm komt te vertoonen,
met dit onderfcheit dat hy korter ende dikker is,
als de Byewurm , ende dat men daar nog eenige
tekenen als van pootkens aan gewaar wort. Deefe
Wurm foo my bevefiigt woyt, en ik uyt eenige dif-
courfen daar van heb kunnen trekken , neemt fyn
oorfpronk uyt het fa a t, ofte het E y , dat het moe-
der Dierken fet op de bladeren van den vermoor-
den Wefiindifchen o f Americaanfchen boom Tuna.
Deefe Wurmkens fyn als fe eerfi uyt haare Eyeren
komen ,foo kleen als de kleenfte Wurmen in de kaas
in haar begintfel, dewelke Aan door het voetfel
der bladeren van de gefeide Boom grooter worden,
ende binnen körten tyt een ganfchen Boomver-
vullen; foo dat fe een Hof van hondert planten in
een jaar kunnen inneemen, ende men van defelve
de Wurmen daar drie a viermaal V jaars kan af-
gaaren. Daar alleen moet opgelet fyn , dat de
boom van alle andere Dierkens fuyver fy , ende
daar geen toegank ook aan de Hoenderen gelaaten
word, dewelke deefe Wurmen graag eeten. Als
men de gefeide Wurmen wil vergaaren, foo moet
men letten , o f fe haar volle grootte ende diktt
hebben, in welken tyt fommige haar met afch be-
fluyven, en dan met een vleugel van de Boom
veegen, ende foo dan in de fchadüw der Sonne
doen droogen. Maar als men de Wurmen te groot
magnitudinis & craflitiei fuae plenitudine«!
l a m pertigerint.: turn vero nonnulh cmenbus
| o s confpergunt, alaeque ope de arbore con-
K e r ru n t, in Solis umbra dein exficcandos. V e -
• rum fi diutius fibi relinquuntur hi \ e rm e s , ut
M o plus adolefcant ; tunc folns fernet adfigunt,
in Nymphas accrefcendo abituri: Nymphae
B u tem aliquo poll tempore , tenuem exuentes
pelliculam, in alatos mutantur Scarabaeos mi-
nutiflimos, propemodum orbiculares , ex fufco
nigros, faturate purpuréis maculis ornatos, in
Bviares Foemellasque diftinclos, qui mutuo dein
B o i t u celebrato nova rurfus Ovula pariunt. At
R c a ra b a e i hi neqüaqúam, uti Vermes, tin&o-
jii funt: quanquam faepius Cochenillae inter-
Diiiti ad nos transferantur; quemadmodum ipfe-
jnet eos fie v idi, & .inde excerptos hodieque
Jad iervo. 4\
1 Noltris etiam in oris, fuper Liliorum foliis»
¡M e rm e s quidam .¡reperiuntur crafiiufculi, at
■pallide rubentes, Cochenillae haud abfimiles ,
ab hac tamen difcrépaiites, quod fex inftru&i
H in t pediculis fat infignibus, nigris , & capite
Hadmodum diitintte confpicuo. Vermes hi per-
■breve intra tempus in Scarabaeos. accrefcunt
Hpblongos, faturate rubros, nigris pediculis an-
Kennisque praeditos. Id autem peculiare fibi
B h a b e t iite Vermis, quod propriis fuis exere-
■mentis fernet contra ardorem Solis obtegat ,
Hàdeoque penitus invifibileftì fefe reddat : quum
■fuis Temper fecibus opertus Liliorum folia per-
■ambulet. Poflideo etiam in mea Infeètorum
■collezione Animalcula quaedam Scarabaeo Co
^■chenillae haud multum diilìmilia ; nifi quod
^Bpaullo minora fint & ratione piZurae nonni-
hil diverfa : unde inducor , ut credam, Co-
^»chenillam forte noilris etiam in reeionibus inlaat
worden , foo fettenfe haar vaft aaii de bladeren
om in Poppen te vergroeyen : ende eenigen
tyt daar na een dun vliesken afftropende, foo worden
het gevleugelde Schalbyters, feer kleen, en ten
naaften by rond van gedaante, van couleur bruyn
fwart met donkere purpere vlakskens , defelve fyn
in Mannekens ende Wyfkens onderfcheiden, dewelke
dan na vermenging weder faat fetten: dan deefe
Dierkens en verwen niet a f als de Wurm doet.
Dikwils wordenfe met de Conchenille overgefonden,
daar ikfe in gefien ende uytgenomen hebbe en nog
beware.
iveniri atque enutriri pofle ; quanquam tamen
IhaZenus eam haud offenderim. Ifthaec fpe-
■cies Scarabaeorum, quibus omnibus praepila-
■tae funt antennae, popularibus noftris Lieven
■Heers Haantjes, vel onze Vrouwen Haantkens
■vocantur. At redeo ad Apes.
I Vermiculi Apis Nympha nihil a’iud eft
■quam certa quaedam elegans diipofitio & or-
1 dinata repraefentatio illorum ejus membrorum,
»quae uti haZenus fub cute accreverunt, ita
I jam demum extrinfecus conipicua feie prae-
ib e n t ; at tamdiu immobilia fun t, donec hu-
■ moribus, quibus infarZa funt atque diftenta,
I rurfus exhalatis, & in auras diflipatis, Animal-
K culum illaomnia movere & agitare valcat. Hinc
I e ft, quod Nympha Apis notabili ter plus pendeat,
Öp de Lelie bladen, fiet men hier tf lande meeii
eenige dikagtige, dan bleek roode Wurmen, de Con-
cbenille niet ongelyk, dan hier in verfckillende, dat
fe fes redelyk groote ende fwarte beenkens hebben,
met een feer kennelyk Hofft. Deffe Wurmen vergroeyen
in feer körten tyt in langagtige hoog roode
Schalbyters met fwarte pootkens endeHoornen. Deefe
Wurm heeft dit particulier, dat hy fig tegens de
hette van de Son bedekt met fyn eyge vuiligheid,
ende fig alfoo . als geheel onfigtbaar maakt ,
want hy altyt met fyn afgank bedekt fynde op de
Lelie bladen wandelt, Ik heb ook alhier onder myn
vergadering van Infetten eenige Dierkens, de Schal-
byter van de Cochenille niet heel ongelyk, alleen dat
fe wat kleender fy n , ende een weinig verfckillende,
dat my doet gelooven, dat men ook hier te lande
deefen Wurm fou kunnen vinden ende opkweeken ,
dan heb ik hem tot nog toe niet ontmoet. Dit foort
van Schalbyters dat altemaal Hoomen heeft, die
vooraanmet eenknoopje voorzien zyn , beeten onfe
lantsgenooten in’t generaäl lieven Heeren Haantkens,
o f onfe Vrouwen Haantkens. Maar ik keer
weer tot de Byen»
Het Popken van een ByeWurm is niet anders als
een fekere nette fchikking ende ordentelyke vertooning
der leeden van het felve, dewelke onder het vel aan-
gegroeit fy n , en die haar m uyterlyk en foo Jang
onbeweegelyk vertoonen , tot de vogtigheeden daar
deefe leeden meede opgevult ende uytgefirekt fy n ,
weer uytgedampt ende verdweenen weefende, het
Dierken nu alle die leeden roeren ende beweegen kan.
Waarom het Popken van een Bye merkelyk fwaar-
der weegt als wanncer het nu in een Bye, op de
O o 00 o 2 .wy/f