s 80 JO A NN I S SW AM'3VÌ E K D A TÀMII
dàm intervento tunicarum adiiexae. Attamen Snuit aangeplaatß worden, eh aldaar fynfi,
extra naturalem cas fitum depinxi ; tum , u t■ door eenige bändige rokktn vereenigt. Danikhth
Tab.
XX *V .
I M
m m
partes fubjacentes tanto exactius fimul mon-
ltrare pollem ; turn ne duas conficere icones
cogerer : id- quod per otii mei- anguillas haud
licet; Probofcis - ipfa^ b b- p.aritèr mirabili ad*-
modum radone'plicata'eft,: & in* antica Granii
regione fica : heic taiherí eatíi nOnnihil expor-
rettam filio. Porro Furoillae cc itidem com-
ec' plicatae cernuncur,, multasque in rugulas finua-
tae. Subliis fitiiunt Oculi dd. ln medio autem
Capitis Videri p o te íl, quaenam cutis pordo fub
medio Cranio e collocata fueric -, ibidem cum
j p baíi Probofcidis./ / commifla. Inter ipfam Pro-
bofcidem fitae conlpiciuntur duae pardculae ad
fe mutuo applicatae g , quas Furcillas in Papi-
lióne vocanc ; quia Probofcis inter eas ; tanquam
iúter diftanda furcae brachia, fefe recondit acque
conerifpac. Gmnia ifthaec, utpoteaidmi-
ratione digniflima, auttiore ideo magnitudine
exhíbete libuit.
Hifce omnibus rite intellettisy mutátio, aut,
l - -ö o - - ~ Ä # DanKbi
haar buyten haar fituatìe getekenp, onv de
leggende deelen te beter te vertonen den om geernty
figuren>te maaken:, daar myde'tyt toe ontbredt
De Snuit felve b <, is meede feer raar gevmn<
'en voor aanim het Bekkeneel geplaatß, alleen>Ù
ik hem. een weynig uytgerekt vcrtoont. Voorts k
men de Vorkskens c c meede famengeplooit ende p
vouwen,met veele kleene rimpelkens. Doaronder fo
de Oogen gepläatß d d , en in het midden vanha
Hooft fiet men, wat deeli van de tiuyt midiai
onder het Bekkeneel e geleegen. heeft: het welk tt-
gens de grond van de Snayt aanfiuyt ffc; en tut
fchen de Snuit in fiet men. twee Jaamemgmegk
deelkens geplaatß g -, die men dò V wkskens im de. Kit¡pd
noemt, om dat de Snuit fig daar tujfcbem
tujjchen een gapenr- vorksken , verbergt
opkrult. Het welk ik alles- heb willen* im ’
vertonen, om'fyneworfoeTlykheick
ut ita dicam, transcretio Erueae in Aureliam
nullo jam negotìó comprehenditur. T o ta haec
namque in eo tantunl vertitur-, Q U O D E R U C
A E X U V IA S D E P O N Ä T f ÄB SCO N D I-
T A H A C T E N U S MEMBRA SU A OSTEN -
D A T , H O R UM C E P L IC A S E t R U G A S
É V O L V A T , A T Q Ü E E A Ö f N f l
D IÑ A T E E T A R T IF IC IO SE IN T E R SE
M U T U O D IS P O N A T . Eni hocefl,cUjusgra-
tia Auttorés mónftrofam filarti metamorphofin
eicuderunt; qtiae tamen nuspiam, nifi in foimtí-
àrite eorum Cerebro, exiftìt. Et, quod praeprimis
rifu digniffimum éft¿ elaborarunt ii per centenos
aliquot annos in expifcandaratione,juxtaquam
ifthaec metamorphòfis pérficiatur -, quäe interim
nunquatn in natura rerum invenitur. Eousque
aberramus, fiq.uàndo folum ingenium & ratio-
nem noilram, tanqdam duce s, fequimur, no-
ftrisque in mufaeis d é fix i, contemplationibus
duntaxat animum pafeentes, magnificentiam
D e i operum negligimus j quae tamen fola pro
veris demum ignorantiae noftrae magiftris habere
deber emus ! ,
Ghryfallis ergo áb Eruca non diferepat j nifi
e o , quod abfcon'ditos illa- artus jam extrinfecus
eonfpiciendos offerat. Poftquam’ enim Eruca
Tex tum fuumperfecit a ; pofterioresque corporis
fui partes , • op'e incurvorum quorundam
unguiculorum , in id defixit j manet ea dein-
ceps corpore inflexp, & femilunarem in for-
\ mam contratto,..de tela fua dependens. Tum
Dit alles dan wel begreepem hebbmfa y jw ß
'het feer gemakkelyk vallen , om de: veirandemg of
vergroeying van een Rups* in een Guide Popte k-
grypen : want defelve befiaat nergens anders in,
A L S D A T D E R U B S i SWN V E l M-
STROO PT, S T N E V E R BO R G EN E MR-
V E R TO O N T ,H A A R E VQVWMM
U T TR E K T , E N ALLEM
L E E D E N O R D E N T E L T K ENDE j p ¡
ST IGH T E S A M E N SCHIKT. Homlk
Schryvers', hier een monßreufe vervorming, igi
gefmeet hebben, die geenf elf sfiandigheid nog $0
jen heeft , als in de uytvmdbtgen van haare faß*
latien. En ditt feet befaggelyk is , fy hebben «•
nige honderden van Jaareh de reedenen nagewß,
op welke defe vervorming gefchiede, die noglM
nimmermeerindeNatuurtevinden is; Sietje'iemà
men, als mèn het verfiant en de reeden-, tot jj*
leermeèfter neemt, en dat meninfyn ftudeerkom
ende fpeculeerende, de heerfyBetä ^
werken GODS •óerfuymt, die de waare leenw
onfer onwetenheid fyn !
, Daarom verfchilt de Guide Pop van èW
niet, als dat fy nu haaH verborgt leedeñ i ß
dig verioont. Want nau dat de rups fyiffiw
voltrokken heeft, en fyn agterfte
lichaam daar in vaft gehaäkt, door miMt
verfchéÿde kromitiè klaäukens, foo blyft fy1*
geboge lichaam, dat halve maanwys in ltn
trokken is, daar in hangen. En rnen
ïuteià quam diftinttiifiitie v e ! ad oculum edam | nelyk1, dat- hy allengskens- regier ende korter wort
Erucam paullatìm rettiorém atqpe cUr-
. Want'de derde envier de. ringvyffe: inkermngenvan
het lichaam. b worden foo. merkelyk opgefpamen.
en uyt g J e t , door het bloet eh. de lucht, dewelke det
befloote-Vleugelen en de voeien aldaar verwyden ;
dat het vordere lichaam, allengskens van fyn bloet
öhtbloot geworden fynde, daar merkelyk door korter
wott. Het felve- gefchiet ook omtrent- de Snuit ;
de Vorkskens, de. Oogen , en de Hoornen, die allé
uytpuylen, opjpannen , en een ruymer, o f groótet.
plants traghten te beßaari.
En'naa. dät de Rups omtrent i f a 18 Uureit
foo gehangen heeft , foo ‘herließ hy alle de kragt
in -fyn 16 voeten, daar hy nu niet mecr op fiaah
o f mee gaan kan , maar fyne ringen bginneri
haar merkelyk en jeer wonderlyk op en néer te be-
weegen: waar op men de agt middelße Voeten c
allengskens fiet kleender worden , vervelleh, en op-
wädrts na de Staart fcbuy.ven.it, En de voorße
fe s Voeten d ; die-fchuyven ook opwaarts van mal-
kanäereh b. Hier op fiet men voorts, dat het
fwarte Hoórnbeen van het Bekkeneel, door het op-
fwellen Van de Snuit, de Hoornen, en foo voorts¿
in àrie onderfchéyâï deelen körnt te fp/yteri: een in
het midden c , en het tweede in de regier d , en het
derde in de linker fyde e. Waar op men voor dg
àldereerfie verandering fle t , dai- de- Vorkskens haaè
buyteh het vel- beginnen te- vertoonen f fi
tiorem fieri : tercia enim & quarta corpotis
incifarae annulares b , v i fanguinis aerisque,ab-
feonditas Alas & Crura dilatantium, tam infi-
cn ite r difpandtìncur atque- intumefc.uÀt; ut re-
liquàtn corpus , fuo fenfim fanguine emunttum,
jjotabiliter ideo brevius evadat. Id ipfum quoque
circa Probofcidem , Furcillas ,* Oculos ,&
Antennas obtineti quippe quae omnia excube-
rant, inflantur, màjusque & amplius Ipatìum
occupare eòaantur.
Ubi dein Eruca i f vel 18 circiter horis ita
pependit; tuncomne; quo fedecim ejqs Crura
polluerant, robUr penitus amittit } uc ils ilici,
aut incedere amplius haud valeac. Annuii- ejus,
B inlignem atque mirabilem in modurn furfUm
B deuriumque moveri incipiunt. Tum òtto Çru-
c ra intermedia c ; paullatim minora fie r i, exu-
■ vias ponere, furlumque verius Caudam fubvolvi
L » fl cernicur a. Anteriora fex Crura d pariter fur-
figi. a. lum moventur, atque a le mutuò diducun-
Kg.lV. b. tur b.- Mox deinde animadverticur , nigrum
B Granii Os corneum, vi Probofcidis, An ten n arum
B &c. turgefeentium , in très diftinttas partes
^■c. dehifeere 5 quartini una inmedio eft^c., altera dex-
trum di tenia finiftrum è latus occupata Hoc
■ fatto^oranium prima, quae obfervatur,mutatió
9 haec eli, quod Furcillae fernet extra cutém
//. oftendere incipianc//.
Quum vero Eruca interim fefe möve- £» alfoo de Rups fyne beweegingen continueert-,
re pergat; quatuor intermedia Crurum pa- foo febuyven de 4 middelße: paar voeten a a door het
Fig.V.flfl. ñiaa, una cum abfeedentibus exuviis, paul-1 affiropende vel allengskens bed opwaarts naa dia
■ ktim plane furfum verfus cáudam aguntür : id, Staart ; gelyk ook de twee paar- van de voorfle fe s
H quod duöbus edam paribus anteriorum fex Cru- voéten dtíen , van de eerfie. order b. Waar door
ij; rum primi ordinis b cohtingit. Unde Fur- ' men de vorkskehs c nu heel klam buyten het
cillae c jam apertiflime extrá cutem conílitu-1 vel fiet. En de Snuit , de Hoornkehs en de Vleu- H tae cernuntur; Probofeis autem , Antennae, I gelen beginnen haar meede uytwendig te-vertoonen:
■ atque Alae, tumpariter fefe extrinfecus confpi- en f i et > ¿at ^et opgefpkete Bekkeneel d n i
■ rendas praebere incipiunt. Fifiimi denique virdèr o f booger op het licbaam gefthovm &
Craniüni d itidena jam altius fuper corpus retra-
■ tium obfervatur.
I ^erum j exuviis peni'tus tandem depofitis
Ï«VL °mnCS I^ernoratae partes quam nitidiflime fu-
f Per corP°re extenfae conlpiciuntùr a : ut ideo
■ corPas tiiam omninofiguram acquifiverit. Alae
■ nam9ue> Antennae ; Probofcis, & Furcillae,
■ quae ante in Crurum Ofie corneo, & lub Cra-
■ niQjCompofitae atque còmplicatae delitueränt,
■ e.lc. nunc exporrettae fun t, Annulique Abdo-
■ juuns ad fe mutuo coatti ; dum interim Eruca,
jam nomen Aureliae indepta ,fu is unguiciilis in
xto b manet. A t quoniam Icone mipâtec,
Maat naa dat het. vel heel afgeßrbopt is , foo
: fiet men alle deefe deelen heel net uytgefirekt op
het. lichaam a : dat daar door een heel andere figuur
aangenomen heeft. Want.de Vleugelen, de Hoorn-
kens, de Snuit, en de Vorkskens, die in bet Hoorn-
been der Voeten, en onder bet Bekkeneel, gevou-
wen en geplooit, opgeflooten waaren., fyn hier me
uytgerekt geworden, en de ringen des Buyks fy n
op een gefchooven; blyvendc. voorts de Rups, die.
m een Guide Pop genoemt wort, mei fyne nagel-
J H P \ens in het fpintfel b hangen. Maar alfoo dat
°°K. hoc I M M M m I ü m l in m f e » o f Iwnsgmttn niet aan U
men- H h h h rh h h » «/«»