«. Tab:
XLIV.
Fig. VIL
Quandoque unico in Tuberculo bini oflfendun-
turj qui fuis tunc excrementis , tanquam pa-
■riete intergerino, ieparati habitant : quod ipfum
circa defcriptos meos Convolvulos ètiam alienando
obfervavi; cutìi Tubercula eorum fefe
mutuo contingebant. .Vermiculi ifti faas quoque
mutationes intusinExcrefcentiis fubire vi-
dentur; quo quidem tempore Excrefcentia fer-
rugiheum undequaqtte colorem induit. Atta-
men ha&enus eorum mutationem nondum v idi
j quia itidem haud numerofi mveniùntur :
ut hinc nonnifi cafri fortunatiori adfcribendum
fo r e t ,fi cui contingeret, ordinem, quo iftorum
Animalculorum membra accrefcunt, detegere.
Obfervationes hafce 28 -Junii inftitui.
Quandò àutem apòdes ifti Vermiculi fuäm
adeptae funt mutationem y a u t , quas defcripfi,
Erueae Tuberctìla Tua dereliquerunt ; ut ideo
pacula haec & vacua lint: tum demum varii
etiam Vermiculi, Pedibus donati, eainvifunt,
atque intus fernet recondunt, v e l Ovula fua ;
deponunt, fobolèm dein fuam ibi enutrituri.
Minores hinc Araneolae quoque in excavatas
iftas .Verrucas fefe conferunt ; ut tranfeuntia A-
nimalcula inde ex infidiis opprimant, quae capta
poftmodum exfugunt. Salices enim infinitum
alimt Infeftorum exiliflimorum numerum : ut
hinc tra&atus integer de diverfis. Animalculorum
minutiflimorum,. quae ad Salices repe-
riuntur, ijpeciebus confcribi poiTet.
Inter alia quoque perparvam in Salice C ic a - ,
dam obfervavi ; quae, quoad mutationem fuam
& vivendi rationem , majoribus Galliae atque
Italiae Cficadis examuffim fimilis eft. Per-
exiles. etiam Erucae illic .inveniuntur, oblon-
gum, & aurei coloris, textum foliis adfigen-
te s , e quo fingulares quaedam minutarum Mu-
fcarum fpecies dein procrefcunt. Mufcae h ae ,
cum e theculis fuis- prodeunt, itidem opercu-
lum exaftè orbiculare de his excutiunt: quem-
admodum & de tela Convolvuli fupra a me
defcripti narravi, atque Icone repraefentavi.
Inter Animalcula, quae forinfecus in Tubercula
deveniunt,unum obfervavi minutiflimum,
v i vitae valida praeditum , album , oblori-
gum «. Duos id Oculos, nigros, in ima Capitis
fui regione, Thoracem v e r fu s , colloca-
tos monltrabat. Anterius , e Capite ejus binae
prominebant Antennae. Sex ei Crura erant ;
fuper quibus A la e , quatuor intra nodulos con-
clufae, cemebantur. Corpus in annulos aliquot
divifum fefe exhibebat. Animalculum bocce
ken , die dan haare jj vuyligbeden tot een ¡¡¡¡¡fc
fchot hebben | *t geenjj ik ook wel omtrent myn fo.
fchreve, Convolvuli. geobferveert hebbe y mnnetr
haare kn-bbelkens aan malkanderen fionden. Qte.
f e Wurmkens Jchynen meede . haar verandering
•binnen in de gewaskens te verktygen, op welken
tyt het geheele wratken yfer couleurig wort; dan
'0 nog foe heh ik haare verandering niet gefiey
a lfio fy meede in geen groot g'etal aldaar gefunden
Morden , foo dat bet niet als een geluk Jen
Jyft j dat men de order van haare aangroeying in
leedematen kwam te. ondervinden. Deefe obferw
tien nam ik den 28. Juny. .
Maar als nu deefe voetelofe Wurmkens haart
verandering verkreegen hebben , o f ook dat u m
befchreeve Rupfen haare wratkens hebben verbaten
5 foo dat fe openflaan ende leedig -fyn, als
dan worden fy van verfcheyde Wurmkens m
Voeten befogt, die haar daar in verbergen, ef
wel haare Eyeren daar in leggen , op dat: fe haare,
jongen daar in foüäen voort kweeken. Soo dat
ook kleene Spinnekens haar in deefe uyt geholit
ewaskens begeeven, en daar uyt de voorlry gaan-
de Dierkens betrappen , die fe dan uyt fiiygen:
vant de Willcge bomen , die voeden een oneyndig
getal van feer kleene Dierkens | foo dat men een
ganfehe hißorie fo u . kunnen befebryven , van de
verfcheydentheid der foorten van feer kleene Dierkens
, die men daar op gewaar wort.
En waar omtrent ik opder anderen een feer
kleene Krekel geobferveert hebbe i die in fyn verandering
en manier van leeven de Franfe en Itai
liaflnfehe groote Krekels heergelyk is. Ook vihd
men daar feer kleene Rupskens. op, die een ginit
geel en langwerpig fpinfelken op de bladeren maa-
ken , waar uyt eenige aardige foorten van.jdeene
VH'egkens groeyen: en als defelve uyt haare ko-
kers komen , foo ßooten.fyrdaar meede een volby
me ront boomken u y t, op de manier, als ik van
het fp infel van myn befchreve• Convolvulus gejeß
en a f gebeelt hebbe.
Omtrent de Beeßkens , die van buyten in f|
gewäskehs komen ■, heb ik daar een geobferveert, ,
dat feer Ideen was , en ßark van leeven, Jp|
van een witte couleur % Het was langtsrnrpig ß 1
gedaante: in het Hooft had het twee ßxarte Ob
gen, die om laag maa de Bor f l ßonden: vdn 0
ren had het twee Hoornen : het was vootfieri^ ;
[es beenen, waar boven m ■ men de Jfleugelffl ffi* _ . r r . . IS/ltM '■ die in 4 knopkens beflnoten wäaren. Het | f j g
was in eeniiggee ringekens verdeejt. wm ^
m
ia IVlufcam mutabatur nigram y oblongam, Alis
inßruftam longitudine corpus ipfum aequanti-
j«is. Quum vero mutatio ifthaec fieret ; ne-
quaquam motu fuo privabatur iftud Infeftum;
ut hinc ad Alterum mutationum Ordinem per-
tineat. Ratio tarnen, ob quam id Quarto fub
Ordine deferibo y in e o duntàxat vertitur, quod
mutatio ipfius intus in exefis Salicum Verrucu-
Hs, modo abfeondito , perficiatUr. Caeterum
anta ejus eli eXilitas, ut nativa magnitudine
vix rite depingi queat. Piius igitur omnes
iftos diverfos mutationum modos, tum & quae-
nam Infeéla Éxcrefcentias Salicum invifant
cognofeere oportet} antequam quis, erroribus
evitatis, experimenta circa hanc rem capere
queat.
DESCRIPTIO P E C U L IA R IS NONNUL-
LORUM IN S E C T O R U M ,Q U A E , IN TER
PRIMAM E T SE CUN DAM FOLIORUIM
SALICIS TÜ N IC AM D E G E N T IA , IN
SCARABAEOS M U T A N T Ü R .
Praeter hatten us delcripta Tubercula , Eru-
coiti Convolvulum continentia , alia infuper
Vermiculorum, Pedibus carentiumy fpecies », in*-
IfllL ter extimam atque intimam foliorum Salicis
tunicam delitefcens,animadvertitur ,quam quidem
fimul nunc & deferibam, & aucta magnitudine
depiélam exhibebo, de ipfo quidem
folio primùm diéturus. Folium Salicis y uti
jam fupra indicavi, tribus e tunlcis conftat ;
quarum intima prae reliquis fuccofiifima e f t ,
multisque hinc Animalibus, quae totum folium
comedunt, apti loco nutrimenti, infervi-
re valet* Vermiculi tarnen, de quibus nunc ago,
òQnnifi intima ialigni folii parte vefcuntur,
internami externamque tunicam penitüs inta.
ftn® relinquentes : imo ne ipfos quidem ner-
Vulos interioris pareftchymatis , fed materiem
duntaxat in horum interftitiis collocatam, de-
voranc. Quoniam itaque Vermiculi ifti medi-
tulbum folii faligni tantummodo confomunt ;
hjnc eft, quod proxime femper fub intima fo‘
n tunica latitantes reperiantur: hanc enim paul-
a >m intrinfecus exedunt y atque eousque abfu-
munt, onecad externam tunicam pervenerint,
CO!1 nervofa folii filaments quam firmiflime in-
aulem dsmu® contingic ,uc folii
atoae ah'08 lnteinum fulltus plane excavetur,
I H eX' erno laparetur. Imo haec etiam
cae ihi k ■ qUam geminae foi‘> hujus tuni-
“ ilo a exarefcuht, ~ m -
vergrdeyde in een fw art langwerpig Vlieg-
ken, waar van de Vleugelen foo lang als bet Iß
chaam Waaren. A ls deefe verandering gefohiede9
foo verloor het fyn beweeging niet. Soo dat het
eygentlyk onder de tweede order der veranderingen
behoort. En de reeden, waarom ik het in de vier-
de befchryf, die beflaat al/een , om dat het op
ten verborge manier binnen in de uyt gegete ge*
waskens der Willegen verändert. Het is foo kleen*
dat het levens grootte niet viel kan a f gebeelt worden.
A lle deefe verfchillige manieren der veranderingen
, en ook wat Dierkens dat deefe knopkens
der Willegen befoeken , die dient men dan eerß
te weeten, fa l men niet bedrogen worden in d t
experimenten, die men daar omtrent w ii neemen.
£ T Ì S £ L IE R E V E R H A N D E L IN G
V A N E EM G E D IE R K EN S , D IE T U S -
EI;-,R S T K t w e e d e
V L IE S V A N D E B L a D È R E N D E R
P g B j L E E V E N , E N IN'
S C H A L B Y T E R S V E R G R O E Y E N . v
Bthahlm ¡k iefcbreew gewashns, daar meri
de R ufs Convolvulus In vin d , foo obferveert meri
tuffeben het binnenße ende buftenfte vlies van dt
bladeren der W illig en , nog een beel ander foert
van voetelofe Wurmkens • , die ik nu te g e h t
befebryven, ende in het groot Vertoonen fa l: füllen•
de eerfiehk van bet blad fprebken. H et W ille.
ge blad als gefegt beftaai uyt irie vlieftn , waar
van bet binnenße bet fubftahtieufte is , f „ ¿a.
bet behbamelyk tot een boetfel van veele Dieren
ßrekken kan., die het beel op eeten. Maar deefe
Wurmkens,die ik m verbandet, defelve eeten nie.
als het binneiße gedeihe Pan het WHIegc bladt
foo dat f e het binnenße ende buytenße vlies
ganfeh niet aan roerin , ’ en bot foo eeten fy fe lf t
deJcnmMens van hctbinnenßevliesniet, maar allem
de fubßantie, die daar tuffchen in geplaatß is. AU
foo dan deefe Wurmkens de binnenße fubßatttit
van bet W illige blad verheeren, fio fie t men haar
altyt geplaatß, eilen ondir het bihnehfic vlies van
bet felv e bladt, dat fe inwendig op eeten ende v tr.
teeren , tot bet. buytenße v liei to i, alwaar de
SenuWen van bet bladt het uldcr vaße miede
vereinigt fyn : waar door bet dan gebeurt, dat
de binnenße fyde vän bet W illige bladt vdn o h .
deren beel hol Wort, en van bet buytenße a fg e.
tigt. D at ook de reeden is , waarom deefe twee
W ^ . _ . j . . \vliefen aldaar verdm gm , en een yfer cmleur
ferrugineum indu J aatmemen, dat een feeker teken is , dat tujfcben
unt G c c c e c e c e ¿i§