670
I ... ____ , .reo per- lyken verließ by t’ eenemaal fyn Bekkencel tnBt\
amittit Cranium & Roftrum, una turn i
tinentibus corneis Officulis ;} utpote quae quaé in Ca- met ..... haare — ----------....----- Hoombeenkcns, , die —
in het Bel
pitis cute defixa permanent. Inde autem poll* het Hooft blyven Jitten : en daar uyt Jkoopt
xnodum fùa is Cornicula , Probofcidemy àlias- worts fyne Hoornkens, fyn Snuyt
n iin o ì ltà i. ìnM ic o/»f»rAt7Arf> in NTiirn. Ai* An nr in Pun . ftnnrro/rvnomt
Tab. XU-
1 ' ig .L
b . c .d . 9,
que partes, quaeillic intus ac c re vere ,in Nym
pha deinceps demonftrandas, protrahit.
At-, quod notatu dignum heic eft * Nervi
ejus Optici etiam ab Oculis fecedunt 3 prifti-
jioque fuo officio dein haud ampKus futtguntur.
Mufculi annulorum fimiliter , & magna pars
Pun&orum Refpiratoriorum Pulmonalium, ab
extima cute feparantur. Sic corpus univerfum
fefe paullatim ar&e in unUm contrahit.
Maxima tarnen mutatiö in parte pofteriore
circa Caudam obfervatur: ibi enim corpus ,
tribus extremis annulis eodem iimul tempore
dereli&is byc 3 d , in quartum e , & quandoque
etiam in quintum usque annulum refilit. Unde
fi Vermem,qui hacratione aliquamdiu mu-
tatus fu it , Soli lucique obverfum contemple-
r is ; diftinftiffime, & absque feclionis admini-
culo obfervabis, poftremos ejusannulos corpore
fuo vacuos, nec niii aererepletos efle; quod
ipium etiam inter Caput ejus atque fecundum annulum/,
obfcurius tamen 9 animadverdtur. L o cus
v e ro , quern recondita intus Nympha oc-
cupat, tunc niger apparet gy quoniam is radios
Juris haud fads magno numero transmittit.
Hoc tempore Gula. epiamInte ftina .& Fi-
ftulaePulmonales,intrinfecus intra cutem,exu-
vias quafi deponunt; quod fane itidem valde
fingular'e eft, &miracula DE I adftuporem usque
oftentat, docens fimul, quanam ratione pri-
kn , die daar in fyn aangegroeyt- geworden • w
die ik in het Popken vertoonen fal.
Maar dat hier aanmerkelyk is , fyne Qtß^
Senuwen wyken 00k a f van fyne Oogen, enfo
bekleeden dan dit officie naderhant noyt mm
Soo van gelyken wyken die Spieren van de Rim
van fyn buytenfie Huyt, als meede een groot ge.
deelte van de adem-halende Stippender Longen. Efl
het Lichaam trekt fig allengskens digt in malkandern,
Maar de grootße verandering fiet men van alteren
by de Staart9 daar het Lichaam uyt de 'drit
uyterlyke Ringen b c d. op de felve tyt
tot in de vier de Ring e te famen trekt, enfm•
tyds 00k tot in de vyfde. Soo dat als men een Wurm
die eenigen tyt foo verändert isgeweefi, tegens f
Son en het ligt befiet, foo kan men onderfchtj.
delyk bemerken , fondci\ fe£tie , dat fyn agterjlt
Ringen leeg en vol lugt Jyn , en tußben /jji
Hooft en de tweede Ring] f fiet men het fek>
maar duyfterder. En de plaats daar de verberge
Pop leyty die vertoont fig dan fwart g, m
dat de firaalen van het ligt daar niet genoegjm
door pajfeeren.
Op defe tyt foo vervellen meede inwendig binnen
in de Huyt de Slokdarm , de Darmen, en it
Longpypen, dat meede wonderbaarlyk is , en de
wanderen GODS tot verbaaßheid-ten toon fielt 1
en hoe dat het oude lichaam geheel af gelegt wf
en vernißuwt. Maar op dat men dit klaar jeu
ftinum corpus penitus exuatur t in u m c o r p u s p c iu L u o atque renove tu rl — - r — — - r — .............. -
U t autem hoc clare confpici poffit ; neceflum fien , fob moet men de Huyt openen op de Bufii
e. • . i l . * " • n n r t f o W n A 7 aiyolbpn tiift- 411011 Pot 'PsìttLon o mot InitIP llPflüh
Fig. II.
op welken tyt men het Popken a met fyne Deelen,
en de . afgeßroopte Longpypen b b klaarlyk fio»
e ft cutis Abdominis aperiatur : quo failo &
., JNLy\mympphnaa ua ,, uunn aa cvu.umm partitas fuis> ,- -&--- -d.e- rp ofi — — - j o - j ---- --------- - o r j r ~ - — .s
;a e Fiftulae Pulmonales b b 9 fernet manticlle fai, als meede hoe by alle de deelen van fyn
offerent videndas: quin fimul & patebit, quo
modo Vermis omnes jam Capitis & Roilri fui
partes abjecerit c 3 totusque immobilis evafe-
r it , praeterquam in fola Cauda; utpote quam
is turn fatis fortiter adhuc m ov e t, agitat, ex-
porrigit, atque reducit, imo quandoque totam
furfum in quintum usque corporis annulum
retrahit.
Univerfa Afpera Arteriafub id tempus etiam
en Bek heeft afgeleyt c , en nu fonder alle bt-
weeging is geworden: behalven alleen in de Statut,
die hy nog redelyk fierk roert ende bewegt, tn
00k in en uyt ßeekt; en fomtyts trekt hy die bed
om hoog , tot in de vyfde inkerving of Bing w*
het Lichaam.
De ganfehe Lugtpyp vervelt op die tyt1
utroque in latere exuvias ponit. Quum vero duo- bey de de fyden ; enalfoo die voomamelyk in A*
bus ’e a i. nf-i gn.io.r.ib us Tubis_ _p_oat:i/f*f!i_m_u_m__ cöiMnMfteMt ; g_r_ooWte mPSympe nw mbe fiaat, foo ßroopen dfiee h‘a 1ma
hinc primo quidem ifti e corpore evolvuntur, uyt het Lichaam, als hy fyn Staat t in
cum Caudam fuamcontrahitVermis, inque va- fy blyven in het holle Vel leggon ^ . . 0 n^
cua cute haerentes relinquuntur: proutliquidius der befchryven f a l , als ik de manierft
defcribam, quando poftea modum explicatu- len 9 hoe hy nu tot een Flieg vergro ^
nisfuin, quo Vermis, in Mufcam mutatus, fua ex
cute prorumpic : tum enim demum fimul dereli-
quis fuis Fiftulis Puunonalibus exiivias äbftrahit.
Quo autem ihfignes iftae varietates manife-
ilius ànte ociilos ponantur ; Vernlem circum-
fpeftiflime Tua è cute protrahere oportet, quo
tempore is jam jam obrigere incipit : quoniam
enim ejusmodi Vermis revera nondum Nympha
eft, atNymphae tamen partes continet,
alio licet, quam in Nympha, modo diipofitas;
hinc eas fuo quaslibet in fitu conftittitas, &
ubinam locorum fingulae in Capite , & Cau-
da,colIocatae fint,tumvidere datur. SicÀnten-
■U nas exhibeoa a ,C a p u t i, quod paullo grandius
1 delineavi: fub hoc Probofcis conlpicitur, &
icc. utrinque primum par Crurum cc ; infra quod
I». Alae d d , & deinceps alterum ee , tertium-
[//• que f f Crurum par comparent. Poft fequitur
l Abdomen g , fuis cum annulis , tandemque
i. Cauda h. In Abdomine transparentes Pingue-
dinis particulae admodum diftin&e cernun-
tur; in Cauda vero Fiftulae Pulmonales fefe
ti- evolventes i i in conipeólum veniunt. Patet
*• praeterea, quomodo vel ipia eciam Inteltina^ exuvias
ponant; quippe quae oitio Podicis,in cute
extima hianti, heic de leparata cute re-
l feiffo/, aderetae manent: neque enim Vermis
exerementa fua per Caudae extremum , fed
nonnihil altiore lo co, eliminat 3 ubi Podicem
quoque videre licet.
Verum, quae ha&enus propofuimus, omnia
manifeftius adhuc in Nympha confpici poflimi;
Utpóte in qua memorarne partes fecundum
ordM naturalem digeliae , & nitide atque
*V. »rtificiofe inter fe mutuo compofitae, habentur
T ‘- 0cc“rrant igitur heic Antennae aa fuis cum
■ *• amculis : Oculi bb pleuam fuam magnitudi-
K c‘ nem jam indepti; Probofcis c. ejusque ap-
I « f*.ndlces. infra Oculos in Pe&ore fitae: par
■ primum Crurum i i eleganter complicatorum :
I pone^quod alterum etiam par ee cernitunfub
I f f ■ A he ’ harum(i" e artifieiofae convo-
I & concinnae plicaturae f f , compa-
I f- ¡T'r Cor,,oris ntndium porro annulares fuas
1 1 es s e*hibet videndas. Sub altero Cru- J DPta iLfre"a1 ?rtinu'ümra ^ u01uPen Pn»flar ,h cfeofrep omri oinnffterarit-. »I'• qMueoBbfeHrv"1 C°. .ocatiah p“rfate Pntuiinmduias , Fhifetuicla qruumo- »I |BMFifHtulair uJumxta hPauelmc ovnearloiu mqu Matuor
I dae 2 taM“m lat" e offeruntur confpicien.
’ C non “ taiäres corporis inflexiones,
uyt dit Vel breekt: op welke tyt de overige Low*
pypen vervellen.
Maar om deefe heerelyke waarheeden nog
klaarder te fien , foo moet men een Wurm heel
uoorfigtig uyt fyn vel trekken , te weten, aU hy
fig nu begint te verfiyven : want alfio hy als.
dun mg geen Popken is, hoewel hy ie deelen daar
van heeft, maarJoa niet gefchikt als in het Pop.
k n , foo . fie t men defehe in haar fituatie , en
•maar ter plaatze dat fe in het Hooft en in de
Staart ieggen.Als fe Hoornen a.a, das. het Hooft,
b , dat ik wat grooter getekent heb, daar onder
fiet men de Snuyt, en aan wccrfyden het eerße.
paar Voctcn . c c , maar onder de Vlcugclcn d d ,
en venolgens het tmeede.ee, en bet ierde.paar
Voeten f f . En daar onder fiet men de Buyk g
metfyne Ringen, ende Staart h. Op de Ruyi
Jyn de doorfchynendc Vet Deeikens feer figtbaar
en in de Staart fiet men de uyt Jlroopende Lang,
pypen n . en vervalgens , hoe dat de Därmen vervellen
k,blyvende hangen aan de opening , die fy
m ie Huyt hebben , 1, en demelke ik van de a f Z
fepareerde Huyt heb afgefneeden. Want hy loß
fyn vuyligheeden niet door het uyterfie van da
Staart, maar mal lager, daar ook den Aars t ,
&
Maar dat nuvootgeßek i s ,is alles mg klaariet
te fien tn een Pop ■ daar dan deefe. deelen
vo/gens de natuurelyke order gefchikt fy n , enkun-
Jltgen net te.famen gevleyt. Als de Hoornen a a met
haare Artieulatien: De Oogen b b die nu haar
voikomengrootte hebben: De Snuyt c en fyne aan-
a»g/dr, d,e onder de .Oogen op de Borfi ¡eggen.
Het eerjle paar Voeten d d cierelyk te famen ge-
v urnen,daar. nefiens het tmeede paaree: hier an,
der fiet men de Vleugelen, en haare künftig, von.
mngenen cierelyke famen phijingen ( f. en op bet
midden van het Lichaam fiet men de ringmfe
verdeelingpn van het felve g. onder bet tmeedtpaar
Beenen vertoonen haar het derde paar Voeten h
Vordere fiet men nog de fmarte Stippelen op het
Lichaam , u . die hoven de Stippen der Lmgpy.
pen in de Wurm vertoont fyn, en daar heneffens
worden aan de eenefyie mg vier openingen der
Longpypen k k k k vertoont: als ook de ringm/e
inbuygingen van het Lichaam, met eemge kleene
Stippelen op het felv e, dewelke meede vervelt fyn.
In de tippen der. Beenen fiet men de Nageikens
derfehe doorfihynen, dan die vertoonen haar niet
H h h h h h h ij Ur, '