V E R K L A A R I N G »
TAB. XXVI. Explicatio.
I K g - I
N id u s Bombyliornm.
j, Pars Nidi altera, Domunculas continens 18.
t. Altera pars N id i, qU&e 8. Ccllulas continet.
(, Domuncula penitus vacua, aperta.
¿, Irregularis Particula Cerae, adfixa Domuncu-
lae, in qua inventa funt fex Ovula.
(. Irregularis Particula Cerae, adfixa Cellulae,
in qua feptem & decem erant Ovula.
f, Irregularis Particula Cerae, alteri adfixa Do-
munculae, in qua viginti Óc tria reperieban
tur Ovula.
Pars abfcifla de doraunculis, Vermes conti-
nentibus.
h. Venn is e Cellula lua protraólus, jam jam in
Nympham abiturus.
j. Vermis magnus, cujusmodi duo in una C e llula
obfignata inventi funt.
iR T A F E R E E L E N . $ j
k. Vermis major, unicus in una Cellula re-
pertus.
J. Cellula in duos loculos divifa, in quorum al*
tero duo Vermes minores,in altero duo non-
nihil majores reperii funt.
n, Vermiculus, cujusmodi tres in una Cellula
inventi funt.
». Vermiculus, cujusmodi quatuor in una Cellula
haeferunt.
I i. Quinque Ovula Bombyliorum , altero fuo
estremo acuminato materiei, cui infidènt,
agglutinata.
F ig . 1 1
lupum A lv e a r ìu m , & quae a d e ju s h i-
Jìoriam p e r t in e n t , e x h ib e t .
¿.Vermiculus, qui proprie Apum cultoribus
Lupus audit.
■ i. Papilio fubgrifeus, Tineae fimilis, qui O -
vulumij e quo Vermis JLupus nafcitur, infa-
vos deponit.
u. Cavum atque tubulatum Textum , quod
Vermis Lupus fabricatur, & in q u o , tan-
quam in cuniculis, hue illue diicurrit.
Papilio minor, minori cuidam Luporum fpe-
ciei originem dans.
¿Textum, extus exerementis inacquale, in-
tus continens Vermem Lupum, fat pallum,
paulo poit mutatione fua funéturum.
/• Chryfallis five Aurelia, in quam Vermis L u pus
mutatur.
I F ig . i n .
Vermiculus, in N id o A p um fe ra rum r e -
p e r tu s , e ju fq u e m u ta ti ones.
¿• Vermiculus ipfe, fex pedibus inftru&us, ru-
bellus.
Nympha, in quam Vermiculus ¡ile dein mu-
i tatus eli.
c‘ Scai'abaeus elegans, poft anni fpatium ex
! ilia Nympha natus ; ut ideo N ympha & Ver-
wiculus nequaquam de Apum familia fuerint.
F ig .
TAB. X X V 1. Verklaart.
„ ^ „ H 1
Een Nelt der Hoorntorens.
a. Een gedeelte van bet N e ß y bevattende l8 . Cd*
lekens.
b. Het andere gedeelte van bet N e ß > bevattende
8. Ce liehen s.
c. Een Huisken gebeel ledig, en open.
d. Een ongeregeld Deelken Wajch^ tegen het Geliehen
aangeplakt, waar in fes Eieren gevonden zyrt.
e. Een ongeregeld Deelken Wafih, tegen bet Celle-
km aangeplakt, waar in Jeventien Eieren waaren.
f. Een ongeregeld Deelken Wafch, tegen een andet
huisken aangeplakt, waar in drieemwintig Eieren
gevonden Werden.
g . Een gedeelte 'van de huiikens, die de Wormen
bevatien, afgefneeden.
h. Een Worm uit zyn Celleken uitgetrokken, zeet
haaß in een Pop zullende veränderen.
i . Een groote JVurm, hoedanige tWee in een toe-
ge/egeld Celleken gevonden zyn.
k. Een groote Wurm, eenig in een Celleken gevonden.
1. Een Celleken, in tWee hollekens verdeeltyin welkt
eene twee kleine, en in bet andere twee eenigfins
groottr Wurmen gevonden zyn.
m. Een Wurmken, hoedanige drie in een Celleken
gevonden zyn.
n. Een Wurmken, hoedanige vier in een Celleken
gefeten hebben.
o. F y f Eieren van Ploorntorens, met haar eene uit-
terße aan de flo fy waar op zy leggen, vaßgelymt.
Fig. i i .
Vertoont den W o lf der Byekorven, en
’t geen behoort tot deflelfs gefchiedenis,
a. Een Wurm, die eygentlyk by de Byenhouders
Wo lf genoemt word.
b. Ein grysagtige Kapel, een Mot gelykende, die
het Eyken, waar uit de Wo lf voortfpruit, in
de Honingraten neerlegt.
c. c. Een hol en pypagtig Spinfel, V welk de W o lf
maakt, en waar in byy als in loopgraven, hier
en daar beenloopt.
d. Een kleinder Kapel, waar uit een kleender foort
van Wo lf zyn oorfprong heeft.
e. Het Spinfel, van buiten door de vuilighedert on-
effen, van binnen bevattende een Wolf , redelyk
gevoedy zullende kort daar na zyne verandering
ondergaan.
f. Het gulde Popken, waar in de Wo lf verändert
word.
Fig. m .
Een Wurmke, in een Neft van wilde Byen
gevonden, en deflelfs verandefingen.
a. Het Wurmke felfs , met fes Voeten voorßen,
roodagtig.
b. De ¡Pop, Waar in dit Wurmke naderhand befanden
is.
c . Een fraaje Schalbyter, na een jaar tyds uit de
Pop gebooren, zodat der halben de Pop en de Wurm
geenßns van bet geflagt der Byen geweeß zyn.
p 1 1