Tab.
XXIV.
Fig. i.
i. z. 3.8c
aan.
dd.
Fig. 11. &
tu « e.f.
4.12 JOANN. I S SW A
repraefentat; uti videre e il ab utroque latere
fub n. i . 2. 3 & c . & lit. a a a : vigintienim
ejusmodi Fiftulae ibi confpiciuntur. Quin &
fimul patet, quomodo ejusdem lateris Fiftulae
Pulmonales per tubulos ab uno ad aliud orifi-
cium protenfos inter fe communicent bb\ «St
quanam ratione utriusque lateris Fiftulae, ab op-
pofitis corporis lateribus fibi mutuo occurren-
t e s , pariter inter’ fe coeant cc : denique «St
ramuli ibidem cernuntur , qui e mediis harum-
ce Fiftularum truncis pullulant. Vermis heic
penitus apertus, fuisque Vifceribus, Pingui atque
Membranis, quae omnia, ope fubtilis cujus-
dam penicilli, cum tantillo aquae circumfpe-
6le elui, orbatus fiftitur. Porro quam vis Fi-
ílularum orificia d d , fubtercutem fita fint; ea
tarnen, tanquam fi ultra cutem prominerent,
delineavi: quod quidem uti naturae contraria-
tu r i ita ideo faltem a me heic faófitatum e ft,
ut defcriptio mea tanto facilius poífet intelligi.
Reliquae duaefpirales particulae <?,/, Fiftula-
larum aériarum annulos exprimunt. Hos autem
quam pulcherrime confpicere licet ,- fi per F iftulae
Pulmonalis quandam particulam capillus
capitis humani transmittitur, capillique dein
extremum utrumque cera alicubi firmiter ad-
glutinatur: quodfi enim tune illa Fiftulae partícula
fubtilibus volfellis, aut tenuibus aciculis
diftrahitur : manifeftum fie t , quomodo contorti
annuii in una Fiftulae parte e longiores
fint, quam in alia/*. Caeterum & absque hac en-
cheirefi , interventu microfcopiorum , annulos
hosce detegere fatis facile eft.
Verum ulteriùs progredior. Porro igitur
animad ver tendum e f t , quod , cum operariae
Apes memoratos ha&enus Vermes ad plenam
usque magnitudinem fuam enutrierunt,Vermes
hi tum ab omni penitus cibo deinceps abfti-
neant : quemadmodum vero iidem ante a, in
fuis cellulis, tanquam in globum co a r tati haere-
bant 3 ita nunc contra fernet fupinos erigunt,
ficque totam domunculam fuam a bafi ad oram
usque replent. Scilicet fub hoc tempus Vermes
hi totam fuam cellulam, ab inferioribus ad usque
fuperiora, intus ftaminibus obducùnt: quo tarnen
in opere ifthaec differentia quam maxime
notarimeretur, quod nimirum tela, quae cel-
lulae fundamentum & latera fuc c ingit, magis
membranacea f i t , quae vero oram claud it,
magis ftaminea. Hoc autem diferiminis inde
oritur, quoniam Verme shaud femper ftamina
ducunt ; fed aliquando fuper ftamina jam pro-
duéla magnam fimul ejusdem materiei ftami-
M M E R D A M M I I
van den Wurm alsby n°. 1.. i . 3. enfoo voorts aan
weerfyden te fien is als by a a a ,alwaar twintig van
de felve vertoont •morden: gelyk men 00k fiet hoe
bet eene Longpypken gaat na de opehihg van bet 1
andere b b , als 00k boe dat Je aan weerfyden
met malkanderen communiceeren c c , lopende van >
de eene fyde des lichaams tot de andere, en fynde
vorder de uytfpruytende taxkens in bet midden. De
Wurm is hier heel geopent, ende de Ingewahden,
bet Vet en Vliefen met een penfeelken daar lang- -
faam met wat water uytgewaffen. Forders hoe-
wel de openingen d d van onder bet V e lfy h , foo
beb ik fe egter, om myn befchryving klaarder te
doen verfiaan , als aan deefe fy open getekent,
dat anders tegen natuur fou fy n .' De vordere
twee krulwyfe deelkens e e vertoonen de ringekens
der Luchtpypen , dewelke men niet beter kan be-
fiicn, als met een fiuksken van een Longpypken, aan
eenhayrkenvan ons booft te rygen, bet welk bayr-
ken dan aan de twee eyndenmet wafch vaft gekleeft
fynde, foo moet men met fubtiele nyperkens o f fy -
ne naaltkens bet fiuksken van de Longpypken van
een trekken. Dan fa l men fien , hoe de krom-
geboge ringekens in bet eene fiuksken van bet pyp-
ken langer fyn als in bet ändert f . Anders kan
men defelve fonder deefe inventie, met vergrootgla-
fen ligt ontdekken.
Maar omvoort te gaan, foo is m aan te merken
, dat als de gemeene Werkbyen de gefeide
Wurmen tot haar volle grootte gevoet hebben, dat
die Wurmen dan teenemaal opbouden van eeten }
ende gelykfe haar als in de ronte, in haare huys-
kens klemden, foo regtenfe nu haar regt over eyn-
de, waar door fy bet huysken van onderen tot bo-
venen vervullen, ende dan fpinnen fy haar geheele
huysken van onderen tot bovenen toe : Egter met
dit feer merkelyk opderfcheit, te weeten , dat bet
fpintfel van onderen op bet fondament, en 00k aan
de fyden, meer vliefig is , en van bovenen meer
draadig is ; waar van de reedenis, om dat fe niet
altyt draadig en fpinnen , maar fomtyts de ge-
fponne draaden, met een overvloet van defelve
f io f, als vol van lym oprifpen, dat ik omtrent andere
InfeSten 00k veel verneem, en omtrent de Sy-
. dewurmen meede welgefien bebbe, boewelfecrfelr
den.
B I B L I A N A T U R A E .
neae copiam e r ig a n e , atque iHa;hin= vduti
glutine perfiindunc: quod quidem in alus pan*
l ter Infeitis crebro confpexi; imo m ìpfis etiam
Bombycibus, ut ut rariffime, o b fem r e mito
Icontigit : ficubi enim in fihs fencis nonnulli
I quandoquè noduli occurrant;debentur hi mate-
I riei eruélatae, quae nimia copia m unum con-
Ifluxit. Quin fi Bombycum fericum adhuc m- j
ife é lum fuper charta expanditur,aut explanatum j
Ih u ic adglutinatur ,* nequaquam id llamineum j
la d p a re t, fed pariter membranofum: ejusmodi
len ìm filum aliud eft nihil, nifi fericum molle
I exporreélum, aèris v i induratum. Adtniratio-
1 nem vero & hoc meretur in Bombycibus, quod
laqu a foia materiem eorum fericam , nondum
In e tam , diffolvere valéat; contra autem Spiri-
( tu s Vini, A ce tum , aliique liquores eam ilico
Icoagulent. . Simili modo, ac Vermes Apum, I Crabronum quoque Vermes e duélis filis textum
I conficiunt; quod quidem perelegans eft, &m i- I rifice concinnatum, fuperne itidem albiflimum,
I infra Vero penitus membranofum & flavefeens.
Id tamen differentiae circa hoc opus adhuc
animadverto , : quod Crabronum Vermes nequaquam
Tab.
[XIV.
fig. VI i.
* uti Vermes Apum , fua texta ad ean-
dem omnia altitudinem educant : undefit, ut
illorum domunculae, ratione altitudinis, pluri-
mum inter fe diferepent. Praeterea etiam
mulco fortioribus' conftartt filis eorum te x t a ,
i magisque rotundae Ìunt figurae, & altius edu-
éla, quam quidem Apum texta : quin nec cera
[ obfignantur, uti Apibus ufitatum eft. Ifthaec
* nunc figura VII. Textum, abApumVermibuspa-
ratum, monftrat : fuperne id fphaericam in
, formam conftruélum, fatis confpicuis gaudet
filamentis c j inferna vero parte a membranofum
eft & multo craflius 5 tandemque verfus
cereae domunculae bafin id ipfum triangulare
f evadit, & transparentem intus Nympham b
exhibet.
Quodfi eousque fua texta piene perfecerunt
Apum Vermes ; jam novus iterum labor ope-
\ rariae Apinafcitur: huic enim tunc incumbit,
omnia illa neta ftamina, quae fupra caput
Vermis in fornicem quali'coeunt, ceraobdu-
cere, adeoque Vermem ipium intra domunculam
fuam, circumfpeótione atque folicitudine
maxima , obfignare. Nec fane fupervacanea
mihi ifthaec cura videtur : fi enim textum ii-
lìW fuperne cerà minus obduélum atque obfi-
gillatum foret j facile fieri poffet, lit id ab Api-
bus hue illue defuper difeurrentibus intropre-
meretur, adeoque fubtus jacentia Vermium
mem-.
4-15
den. En foo men fomtyts eenige kleene knopkens
in haar dradenfiet, dat is opgerifpt fpinfel, dat
te dik gelopen is. En als men 00k de ongefponnt
fyde dier Sy dewurmen op een papier uytfirekt ,o f die
daar op firykende aankleeft, ' foo vertoont f e haar
meede vliefig ende gäns niet dradig, want een
draad is niet ändert als uytgerekte weeke fyde 9
die door de lucht verhart is. ’t I s vremt in de
Sywurmen, dat niet als water alleen haar onge«
fponne fy kan finelten, foo dat de Brandewyn, de
Afyn, ende andere vogten die alle firemmen , en
dat in .een ogenblik. Op defelve wyfe als de Byen•
wurmen, foo fpinnen 00k de Wurmen der Horfels ,
dat aardig, ende wonderlyk net,ende.00k heel wit
vanboven is ,maar van onderen is ’t heel vliefig en
geeiagtig vancouleur. Omtrent dit fpinnen obferveer
ik nog, dat fe dat alle niet even hoog en maaken,
als wel de Byenwumen doen , waar door dan een
feer groote irregulierheid omtrent de hoogte van haare
huyskens veroorfaakt wort. Het fpintfel deefer
Wurmen is 00k veel fierker van draat, ronder van
figuur,en boger opgetrokken als dat van de Byen9
ende het en wort met was niet verfegelt, gelyk
de Byen het haare doen. Deze V IL fig. vertoont m
het fpinfel der Byewurm , fynde van boven c Spbe-
rifch opgefpomen en met merkelyke draden. Van
onderen a is het vliefig en veel dikker, en na het
fondament van ’t wafch driehoekig, en vertoont de
c.
Als dan het fpinfel van de Wurmen der Byen
\ß0l voltrokken i s , foo heeft de gemeene Werkbyä
al weer een nieuwen arbeit te doen , te weeten alle
de toegefporme draatkens , die fpherifch over baar
hooft toe loopen , met wafch te overkleeven , ende
baar alfoo binnen in de huyskens met een feer groote
forg ende voorfigtigheid te verfegelen. Het welk
ik 00k nodig te fyn oordeel, want als dit Spinfel
niet met Wafch van bovenen toegekleeft ofte verfegelt.
was, foo fou het ligt ingedrukt kurmen worden,
door het overbeen en weer loopen van de Byen,-
ende alfoo fouden de onderleggende teere aangewaf-
fen o f vervelde leeden der Wurmen gekwetfi wor-
Mm m m m 2 , den,