822
V a ia , ingenti numero, fi.ngularìque ordine &
Tab* concinnitate , exporriguntur. Subtus in A -
F ig S ’ bdomine , eodem tempore , Pulmones etiam
//• locati fìmt / / , qui aere plerumque turgidi
invenimitur : prout altero latere repraefentavi,
ianguifera iimul V a fa , quae per Pulmonem dif-
tribuuntur , ibidem exprimens. A t latere
Aextro. ita depiótum exhibeo Pulmonem, uti
fe habet, cum collapfus eft : tum enim non-
niii exigua adhuc aéris particula in eo reilitit :
qui quidem aè r, ob fummam tunicae Pulmo-
num tenuitatem, ibi haud aliter transparet,
quam fi liberae quaedam aéris bullulae ex-
trinfecus ipfi incumberent, nequaquam autem
intus perlucerent.
. E t profeóto rariflima haec eft obfervatio ,
qua .videmus, unum idemque Animai, eodem
fimul tempore , & Branchias gerere & Pul-
mones, per quorum utraqueSanguis; ipfius cir-
eulatur, refrigeratur , alteratur, & depuratur.
Sanè credibile e f t ., aérem heic , in Pulmonibus,
pariter cum Sanguine mifceri atque per
corpus diftribui; dum interim illic aqua per.
Os ad Branchias allifa fimilem effe&um prae-
ftat.
; Branchiae iftae revera funt Appendiculae
fimbriatae, quas Tabula X L V I I I I c o n e XII,
magnitudine aufita, extra corpus pendulas delineavi:
hae enim, dein intra, corpus condu-
fa e , jam in Branchias abierunt. Simili nimi-
rum modo,.quo Vitellus in Pullo Gallinaceo ,
éxtra Abdomen primo còllocatus, temporis
tfaftu pedetentim intra Ventrem concluditur :
prout D. Stenohis primus defcripfit ac depiiir
x it; poft ipfum vero curiofifiìmus etiam Bri-
tannus Gualterus Needham : quippe qui duo Vi-.
r i ,& fibi mutuo incogniti,& diverfis in regio-
nibus habit antes, unam eandemque hanc rem,
fharte qui vis proprio, obfervarunt. . Fimbriae
illae, quo tempore extra corpus propendent,
Ranunculusque Albumen fuum dereliquit, fa-
cillime internofci poflunt : quemadmodum hinc
Dofitiifimo etiam Oligero Jacobeo innotuerunt}
Utpote qui omnium primus hafce Fimbrias Ico-
tìe expreifit, breviflìmisque verbis defcripfit,
fimpìiciter faltem indicans, eas tandem eva-
riefcére: quod quidem leviflimo fane negotio,
& abfqiie ulla fe&ione curiofa, obfervare licet
, egoque ante hos duodecim annos jam
_ Jam obfervavi. Defcriptaè ha&enus Branchiae
xiiìtus in Ore Ranunculi quoque videri pofTuntj
lyk m ordentelyh uytgeßreh mnlen. En onJtr ™
den B uykßet men op defelve tyt, dat 00k de Le
gen aldaar geplaatjlfyn f f , die men gemeaeU
met lugt opgevult ß e t, gelyk ik dm aan dt ent
fyde heb afgebeelt, alwaar ik ook haare Blettte,
ten heb afgetcekent, die defelw ioorloopen: Um
aan,de regier fyde nertomik de Leng fsedamg,
als by gefubfidcert is , en dat daar niet alsm
maar een Ideen gedeelte lugt in is gebleeven de
<welke, om de ongemeene dunto van de rok der Lon.
gen , fig aldaar doorfchynende vertoont, gelyk 0f
daar eenige lojje bellekens lugt van buyten op ka.
gen, en dat fe aldaar van binnen niet doorfcbee-
nen.
En in der waarheid, dit is een feer raare obfer
vatie, te weeten, hge bet een en bet felve Dier,
te gelyk en op een ty t, Kuwen en Longen heeft.
•maar- door bet Bloedt circuleert, verkoelt, gealte-
reeit , en gefuyvert m r d : fynde bet te geloown,
dat fig de lugt aldaar , in de Longen , ook met
bet Bloedt vermengt, en door bet lichaam gevoert
•mord, terwyl aan de andere kant bet water, dat
door de Mont tegens de Kuwen fiaat, fyne w-
king heeft.
Deefe Kuwen fyn eygentlyk de gefranjede aan.
bangfels , dewelk ik op de X L V III. Tafel, in de
12 figuur in ’t groot, en buyten bet lichaam hangende,
beb uytgebeelt: maar dewelke nu binnen
in bet lichaam befiooten fyn geworden, en in Ku.
wen vergroeyty op de manier gelyk bet Dojer in een
Hoender E y , dat eerfi buyten den Buyk geplaatfi
was, daar metter tyt komt binnen in befiooten te
worden. Gelyk dat de Heer Stenonis bet eerfte
befchreeven en afgebeelt h e e ft; en naa hem de
curieufe Engelsman Gualterus Needhara, wf/«
ke twee Perfoonen, fonder malkanderen te kennen)
en in verfcheyde landen woonende, defeke dbjeroa-
tie gedaan hebben. Deefe franjes f y n op de tyt, alt
fy buyten bet 'lichaam hangen, en bet Kikvorfib*
ken bet W it verlaaten h e e ft, feer ligt- te kennen
, gelyk men ook fie t, dat de Geleerde Ölige*
rus Jacobeus gedaan heeft, die haar het al
eerfie heeft afgebeelt, en met feer körte woor m
befchreeven , waar in by alleen fey t, datfe tnetttt
tyt verdwynen. Dat ook met weynig moeyte, ß
fonder de minfie curieufe ontleeding te obfaoeei^
is y gelyk ik dat a l over 12 jaaren gedaan ^ ü
qua via ingurgitata aqua Sanguinem per ipfas
transeuntem alterat, rurfumque dein ex Ore
De befchreeve [Kuwen kan men ook binnen in ^
Mont van bet Kikvorfchken fie n , daar bet
fwolge water haar door pajfeerent Bloet otn^
altereeren, en dan weer uyt de Klont
te worden, fonder dát ik tot nog toe gefim ^
revomitüf. Neqtle interim hucusque animad-
vertere potui, quod Branchiae iftae ad corporis
latera ullis pateant aperturis; prout in
aliis Pifcibus communicer obtinet.
Heic vero nunc interrogaverit forte quis-
piam, .an Sanguis in Ranúnculo fimul & per
dat deefe Kurnn eenige openingen S in d t fydeH
mn het lichaam hebben , als in andere Vijfchen
gemeen is.
Maar alhier fou men nu kunnen vraagen, o f
het bloet in het Kikvorfchken te gelyk door de Ku-
Branchias, & per Pulmones circuletur ? Quod wen en door de Longen circuleerde | dat ik eygent-
equidem exaiie determinare nequeo; quippe
quiinrerea temporis, quo obfervationibus hifce
occupabar, pluribus perturbatus fum invale-
tudinis mortisque cafibus: quibus etiam effe-
6him eft, ut tandem otium mihi & opportu-
nitas fefe fubduxerint, hanc rem in Gyrinis
omnium maximis, quorum unum Tab . X L V I ,
fub N°. V, repraefentavi, examinandi. Alio-
qui conftitueram , hafce de Generatiorie &
mutatione Ranunculorum in Ranas obferva-
nones numeris omnibus , quousque p oflem,
abfolutiffimas reddere. Velim itaque, ut L e -
ftor interea iis acquiefcat, quae de hoc The-
mate, tanquam prodromum Operis perfeftio-
ris, poftmodum forte aliquando edendi, im-
praefentiarum exhibeo. Quamvis autem mul-
ta jam, materiem hanc ipeftantia, viderim ;
haud tamen meae eousque confido memoriae j
ut ilia in medium proferre aufim , priusquam
denuo a me recognita fint.
Ut tamen ad modo propofitam quaeftionem
ex prioribus meis obiervationibus aliquid re-
fpondeam: perfuafifiimum mihi eft , quod lon-
ge maxima Sanguinis pars in Ranunculo per
Branchias circiileturj nec nifi exigua tantum
ejus portio per Pulmones feratur , folummo-
do forte ad hos nutriendos, aeremque reliquae
Sanguinis maflae fuppeditandum, deftinata.
Ratio, quae ut fic ftatuam fa c it, in eo ver-
titur, quod clariifime animadv'ertam s in Ra*-
nis adultis, in quibus Branchiae, cum ulth
ma forfan cute, quam Gyrinus e x u it, depofi-
tae, pemtus evanuerunt, fimiliter nonnifi mi-
nimam fanguinis portionem per Pulmones cir-
culari; maximam contra partem ftaitim e Cor-
ceper Arterias, Pulmonibus intafiiis , in corpus
J’*"' d^rp.rminaw» neowao nn,nno lyk niet kan feggen , door reeden dai ik in deefi
obfervatien, door verfcheyde fu n efie voorvallen van
doot en fiekte, ben geturbeert geworden: waar door
my ook eyndelyk'de tyt en de occafie ontfiipt ist
om dit in de aldergrootfie Gyrini, gelyk ik daar
een van by . No, V . op de X L V I plaat vertoont
heb y te onderfoeken* Anderfins was myn voornee-
men geweefi} om deefe tegenswoordige obfervatien,
°mhent de voortteeling en verandering der liikvorfch-
kensin V)rfchen,in alle haare omfiandigheeden ten
uyterfle naaukeurig uyt te voeren. Soo dat de Leefer
fig voor deefe tyt fa i dienen te vergenoegèn , metk dé
tegenswoordige faaken , die ik daar van als eeri
voorlooper tot een volkomender werk , dat mogelyk
volgen fa i, voorfielle. En hoewel ik daar van al-
reede veci gefien heb : foo vertrouw ik myn mcme~
rie niet, om dat, fonder deefe dingen eens op nieuw
weer naa te fien t voorte fiellen .
univerfum diftribui: prout e x epiftola,
Irtt ad Cl. Oldenburgium, Reg iae Societati
Britannicae ab aftis, a me exarata, in hujus*
ce Societatis A£lis Philofophicis-reperiunda ,
P°teft innotefcere. Quin fpero , hac eadem
uuimadverfione, adverfus Cl. Malpighii & Need-
arfii placitum, quo Sanguinem in Pulmonibus
perfici opinantur, aliquando a me evifitum
j quod fanguificatio foli Hepati in acceptis
£ referenda. Etenim perfuadeo mihi,id quam
fa-
Maar om egter iets op de vooirgefielde vraäg
uyt myne voorige ondervindingen te antwoorden:
foo is ’t , dat ik vafi g elo o f, dat bet aldergrootfie
gedeelte van het bloet in bet Kikvorfchken door
de Kuwen circuleert; en dat daar niets als eeri
feer kleen gedeelte i s , ’t geen door de Longen
gaat y en mogelyk niet-9 als om die te voeden , en
het bloet . lugt te verfchqffenb De reedeny waarom
ik dit vafi fie l, die befiäat, om dat ik ih votwaf-
fe Kikvorfchen, alwaar de Kuwen feenemaalver*
dweenen fy n , en die mogelyk met de laatfle huyi,
die de Gyrinus uyttrekt, fyn afgelegt geworden;
klaarlyk ondervinde: dat aldaar van gelyken niet 9
als een feer kleen gedeelte bloets, door de Longen
circuleert en dat het grootfie gedeelte daar ten
eerfien uyt het Hert door de Slagaders , de Loh-
gen onaangeroert fynde, door het lichaam verfpreyd
word. Gelyk blyken kan uyt een b rief, van my
voor deefen aan den Secretaris Oldenburg ge-
febreeven, die in de Engelfcbe Transaäien te vin-
den is. En alwaar ik ook uyt .deeje obfervatie,
tegens bet gevoelen van de Heeren Malphighius .
en Needham , die het blöed fyn perfeftie in de
Longen meenen te verkrygen; meen t’ eeniger tyt
te füllen bewyfen, dat de fanguificatie alleen aalt
de Leever toekomt; en dat hoop ik feer ligt te <veeg
Z z z z z z z z z te