4-03 J O A N N i S S W A M M . E R D A M M l t
dt.Herfels is deefe binnenße rokvm den M aag.
hei aßrdigfie purpure netken gelyk , dat men mei
oogen kan aanfchouwen. Agter aan den Maag, ter
plaatfe daar bet Maag portieris, vertonen haar
vier vaatjeiy die een geclbleekc fubfiantie voeren,
en die dorn bet Vet ende de Lmgpypen fterk gehegt
worden, ende alfm hier ende daar door hei Vet
heen fchynende haar deefe vaten vertomen ■' deife
Voten fyn bronkelig ende. geboogen in het lichaam
gcplaatft* Wat die m voor deelkens fy n , is my.
fwaar uyt te vinden, want fe my niet en fchynen
de Saffraanvaten,van den Vermaarden Malpighius
in de Zywurmen hefchreeven, gelyk te fyn, ende de
welke ik tot nog toe in alle Infelten gevtmden beb-
ben: dem niet altyt, die geele coloriet. Wat er van,
is , na-langen en onvetdrietigen arbeit, bevind ik
dat fe op haare eynden blind fy n , als de blinde Dar*
men in de Hermen. En dat mdervini ik aldus,,
te weiten den' Darm, o f bet eynde der Maag daar
fe ingeplant worden , vüt ik met y n nyper-
it e , ende dan trek ik fe foo- langfaam uyt.
het Vet ende de famenhegtende Vliefen en Longpy*
pen; anders fyn fe feer tpaalyk te ontwarren. Als
deefe blinde vaten een weinig in Brandcwyn gelee*
gen bebben , zoo verlornen fy haar, als o f f e met
Berkens bej,et waaren, dewelke Klierkens in an* .
dere Infekten meede te fien fyn. In den Houtwurm
heb ik deefe Saffiaanvaten genoemt. Sy fyn niet
feer ßgtbaar in de Bye, als met meeyten.
Het Vet in deefe Wurm befiaat als in den Htmt-
wurm meede uyt klootkens, dewelke ook eenigßnS
met die in den Houtwurm overeenkomcn. Dan het
vergroeit hier in deefe Wurm niet , waatom het
ook daar in te fien is , als de Wurm nu in een
Bye vergroeit is. Als men bet Vet Wat nauw
befiel, foo fyn daar meede einige olieagtigheeden
in , als in de Houtwurm uytgebeelt, bthalven
dat men nog een oneyndig tal kleender deelkens daar
in gewaar wort. Dan men kan de firultmr van
■t Vet niet beeter befigtigen, als met bet felve op
een feer fuktiel en dunfiuksken glaste leggen, en*
de dat met een geet vergroot glas foo tegens bet
ligt te befien , ende te onderfoeken. Hier ende
daarin bet Vet, dat aan feer teere VUeskens neffmt
ook aan de Lmgpypen gehegt is , fiel men eenigt
kleene nmpelagtige o f famengetrokke deelkens, een
weinig bleek purperagtig, en alfoo haajl wit van
Couleur, dat de begintfelen van de LuchtblaaskenS
fyn, die naderhant met lucht in de Byen gevult
wer*
mibus interior iílhaec. Ventriculi Tunica ele-
gantiflìmi , quod unquam vifum e li., réticuli
purpurei fpeciem prae fe fert. A parce Ven-
triculL pofteriore r quo loco Pylorus datur, qua-
tuoT cenmutur Vafcula, materiem ex flavo pal-
lefcentein vehenrin, quae.Pinguedini atque Fi-
ftulis aeriis forriter innexa , hinc, ¡Bine} per
Pingúedüiem transparent, atque erifpata in-
fiiper & incurvata in eorpore feruntur. Mi-
hi quidem exeogitatu difficile eft , quales-
nam hae lint partdculae: ñeque enim viden-
tur Vafis Croceis , quae in Bombycibus de-
fcripfit Illuftrisiliu/iigAiài, eflefimilia;. utpote
quae in omnibus haftenus Infeítia reperi, haud
tamen flavo femper colore infe&a. Quidquid
h u ju s re ifitj longo demum atque indefeflo labore
animadverto, eà in extremis fuis, ut intellina
coeca Gallinarum, coeca effe. Ad hoc
autem detegendum fequenri utor encheireli:
Inteftinum nempe live Ventriculi finem,- .cui
Vafa illa inferuntur , fubtili forcipe apprehen-
d o , tumque lente & circumfpe£te de Pinguedine
connexisque Meiubranis & Fiítulis Pulino-
nalibus ea protraila; quum aliter nonnifi diffi-.
cíflime extricari queant. Si coeca haec Vafa
parumper in Spiritu Vini macerantur, tune
veluti Glandulis obfita appárentjcujufmodi Glándulas
in aliis quoque Infe£Es obfervarelicet. In
Coflb Vafa ilthaec adpèllavi Crocea. In Api-
bus perarduum e l i , ea in confpeaum producere.
Pingue hujufceVermis itidem, uti in Coffo,
fex globulis contiat, qui ipfl edam, cum globu-
is pinguedineisCofli quodammodo conveniunt.
Pinguedo autem in hoc noflro Verme ínter
crefcendum haud aboletur : unde in eodem, jam
jam in Apem mutato, edamnum eonfpici potell.
Quodli Pingue illud paullo accuratìus examina-
tur; praeter innúmeras partículas minutlores,
nonnullae edam maffulae in ed oleofae, quales
in Cofli pinguedine depinxi, obfervantur. Haud
tamen exa&ius conltruétio Pinguis indagar! pot
e l l , nifi ciun fubtililflmo id & tenuilEmo vitro
impolitum, intercedente idoneo quodam
microfcopio, adverfa lu c e , quis contemplatur
atque perlullrat. In Pinguedine , quae Mem-
branis tenerrimis atque Fillulis Pulmonalibus
connexa e l i , nonnullae paffim confpiciuntur
exiguae particulae, rugofae live contraclae, ali-
quantum pallide purpurafeentes, atque hinc
propemodum albidae: funt hae rudimenta Vefi-
cularum aeriarum, quae pollmodum in Apibus
aere replentur, & Fiftularum aeriarum, quibus
P I B L I A Ñ A T Ü JR, A Ë .
worden, ende waar inde Luchtpypenhaar óptnen\
daar f e m eenigfins mletfi gehegt fyn, Deefe
Blaaskens fyn famengetrokken , gelyk de Longen van
■die Dieren, die nog nooit geademt bebben.
Vier.aan omtrent het Hoofi vertoonen haar in
de Warm nog einige andere Vaten, dewelke bin-
kelagtig gebogen worden, even als de blinde Vaten
m befchreeyen, defelve worden meede door de Vlie*
b'uscüm haétenus teviter tantum coiaere« >
ofcula exclpiunt. U t igitur Pi.lmones m Anitnandbus,
quae nondum refpirarunt, id t& h a e
Veficulae heic contrailae funt, h H
Anteriùs,, cirça Capüt aliaadhùc nopnulla m
Verme Vafa comparent, quae f im i l i t e r a c
• Vafa coeca mox defçrip.ta, çlaviculaunv mfle-
i iluntur : q u in &ford te r adeo cum Membrams,
v 1 - x i n n r . ï lit
H M àèriis coijnexa funts ut'/en het Vet ende.de Luchtpypen gehegt, ende dat foil
feparare ea hadenus mihi, fuerit impoflibile \ f t erk, dapfe my tot nog toe mmogelyk geweeßfyn
d & Ilrü6luram eorum haud adeo. accurate 10 m te.fibeiden: waarom ik dan haar firultmr fob.
detenere mihi lieuit. Gemina autem funt leygentlyk’met en heb bamen ontdikken. Deefe pyp-
haec Vafcula, tandemque in irnum coeunt Tub kens die twee fy n , loop'en eyndelyk in een, ende
bulum qui deinde „fubter Vermis Lingua^n ex- gam dan tmder de Tong van é Ifiirm nu buyten,
trorfum prociirrens, ibidenique fordor atque „Iwaar fe.fierker en tayer van maakfel worden,
CXIV.
ironuui ju v v u i i vM - j -- . ..
tenacior redditus, tenella quadam papilla ,.to-
ramine pervia, extrinfecu§ protuberat, e qua
humor glutinofus > filorum materies , erufila-
tur; Uc adeo Vafa haec revera fint Fiftulae,
e quibus ilamina fiia fundit Vermis. Qiiando
nimirum Vermis j fatis fuperque pailus, paullo
poli Nymphae fpeciem ind.uturus eft ; tunc
horumee ope llaminum fuam is domunculam fu-
perne obeexit^ atque in fundo j & ad later^ intus ¡,
tanquam glutine obducit. Vidi tandem in non-
nullis quoque Ver mibus, q i i o d Fiftulae hae haud
procul ab exitu fuo^ fub Ore * in duos fernet ramps
diviferinti quos tameng ut ante jam memoravi,
ulterius profequi haftenus haud potui. Credo in-
terim,quod in coecas definant Appendicesjquem-
admodum in Bombycibus obtineti Sicubi hae
Fiftulae ea parte, qua in unum coèunt tubu-
lum, per medium diffringuntur } glutinofa inde
emergit materies, tenaciflima, & in longa
i fila duftilis : quod ipfum & in ferico Bomby-
cum, nondum in fila d u6 lo ,& in aliis Infe&is,
ipfisque etiam Araneis* obfervaturJnterim tamen
[ hoc locum non h ab e t, nifi in Vermibus, qui
[, tempori mutationis fuae, qua inNymphas abh
i turi funt, appropinquant, •
Praeter haélenus expofitas paftes haud mihi
I in Verme aliae ullae compàruerunt : quandoqui-
t dem ipfius Vafa fanguinem vehentia & revei
I hentia adeo funi fubtilia & pellucida ; ut con-»
[ Ijpicere ea haud potuerim, Eandem ob ra*
[ tionem illa ipfa etiam ne in Cdifo quidem anim-
| adverti : quanquam artificia dentur j quorum
[ ópe-eo perveniri poteft» In Bombycibus fané
I id mihi fucceflit feqiientì modo j queir! hac-
I ce in figura qiiàrta ob oculos pono. Videli-
, cet comparo mihi tubulum vitreum j ut heìc
repraefentatur;in a ampullaceum
ri, 01.11*O WAV. n i f i ,» — —. — _ j . ._ _ 1 - - ‘ —
ende met een kleen tepelken , dat een opening heeft ±
uytwaarts puylen > waar door een lymige vogtig-
heid tot jpinfel opgerifpt w’ort, Soo dat eygentlykf
deefe vaten de fpinpypkens fyn van deefe Wurmen±
en met welk fpinfel fy haare Huyskens van bovenen toe
fpinnen, en van onderen en aan de.fyden helymen,
als fe nu genoeg gegeeten hebben, ende de gefiäl-
te. van een Popken aanneemen füllen. Deefepypkens
beb ik in eenige Wurmen gefien, dat fe haar niet. veir
van haar uytgank onder de mont in twee takken ver-
deelden9 dan dewelke als alrede gefegt, ik tot nog toe
niet heb kunnen vervolgen, hoewel ik egter geloof, dat
fe met blinde eindeuitlopen gelykin de Sywurmenge-
febiet. Als men deefe pypkens , ter pfaatfe daar
feeen pypken worden , iu't midden doorbreekt, fod
komt daar een lymige f io f uyt die feer tay is9 ende
dewelke ß g in lange draaden laat uytrekken; gelyk dat
mede foo omtrent de'ohgefponne fyde van de Sydc-
wurmen plaats grypt, ende omtrent andere Infetten j,
als ook de Spinnekoppen waar te neemen is ; egter
foo gefebiet dit niet als in Wurmen, dewelke nu
' naaken aan de tyt van haar veranderingt ofte baqr
vergroeying in een Popkeh•
Behalven de gtnoemde deelen , foo btvjmd ik geeti
andere in de Wurm , fynde de-vaten die haar Uoep
voeren ende weerorn voeren, my door baar fubtiel«
heid ende doorfchynentbeid onfigtbaar gerneß,gelyk
ikook die in de Hautwurm f e lf s niet opgemerkt hebbe i
dat nogtans door inVentien te doen fou weifen , ge-
lykik dat felve ook inde.Sywomen gedaan hebbe j
op deefe wys,als hier in deefe vierde figuur vertoont
frort. Te freeten ik neem een glaafe pypken als
hier afgebeeit, ik hei midden laat ik bet wat uyt-
blaafen a , ende op fyn een eyiide b laat ik het foo
a. icpraeiencatur; quem m medio a ampullaceum J 7 3 r
b. curo fieri, altero autem extremo b , quantum fyn uyttrekkèn als inogey i s , aún a ere fy
■ pai* 1 L I I I U 4