J O A N N I S SW A M M E R D A M M I I
experimentum fpeciatim nimc animadverten-
dum e ft , quidnam in Corde evenia t, cum id
dilatatur; & quid obtingat dein, ubi id fe rur-
fus contrahit. In Cordis dilatatione diftin6tiffl-
me obfervamus, quod Auricula fefe prius con-
trahere incipiat»’ quod dum f it , aèrem ilicoinde
exprimi, atque in Cor protrudi cernimus. Quo
tunc efficitur , ut Cor notabiliter difpandatur,
& tanquam bullulis veiiculisque plenum fernet
in fiphone exhibeat ! quin pallidius etiam, pel-
lucidum, & infpeciem inaequale id turn reddi-
tur: quod quidem inde proficifcitur, quiafibrae
ejus motrices& columnae carneae haud usque-
quaque aeque craffae iunt; ut hinc, quae inter
columnas dantur, Cordis partes aliae aliis plus
ab impulfo aere diftendantur. Sic tandem
confequitur, ut aquae guttula, in tubulo vitreo
haerens, furfum moveatur.
Quando autem fibraè Cordis motrices fefe
rurfuscontrahunt ; tunc primo cernimus, Cor
fefe conftringere, & minus fieri : mox dein
aèrem vicifiimex eo in Auriculam premi .ob-
fervamus : quo fatto ftatim Cor rubicundius
& opaciusredditur, atque in fe ipfum coiens
àequalem denuo faciem prae fe fert. Quum
autem Cor eo tempore omnem, qui ante in
cavum ejus intrufus eft , aèrem haud queat in
Auriculam repellere; ideo fibrae ipfius motrices
v i tarn enormi fefe invicem conftringunt,
ut aèr quoque, intus contentus, turn con-
denfetur. Unde fequitur, ut guttula aquae,
quae in vitrei fiphunculi tubulo haeret, deor-
fum prematur 5 quandoquidem Cor tunc minus
in volumen eft coaZum.
H o c ipfum vero etiam obtinet in Corde ,
quod naturaliter Sanguine repletum eft : cum
enim id , in diaftole fua, a Sanguine difpandi-
tur; tunc aèrem ambientem alpellit : quando
autem fernet rurfus contrahit, & Sanguinem
ex fe protruditj imminuitur , aèrique ex-
terno ea proportione, qua in fe ipfum cogi-
tur, locum cedit; quod quidem probe anim-
adverti meretur 5 quia in vivente Animalculo
perquam manifelte confpicuum eft. Imo Sanguis
pariter aliquam patitur condenfationem ;
quando a Corde circumcludente fortiter pre:
m itu r /& vi expellitur: contra autem denuo
aliquatenus rarefcit ; cum Cor a Sanguine re-
cens intromiilb dilatatur: ut adeo naturalis
ifthaec Cordis Sanguinisque aZio aZioni Cordis
atque aèris in memorato experimento hac
te merken, wat daar in het Hert gebeun, | | i
neer het ß g dilateert^en dan 00k wat daar gefcbiet
als het ß g weer eontrdbeert. Omtrent de dilatatie
van het Hert foo ß e t men heel difiinft, dat bet
Oorken ß g eerfi begint te contrabeeren: mar op
men voorts de lugt daar ß e t uyt bewoogen te ‘worden
, en in het Hert overgevoert. Het geen te niecg
brengt| dat het Hert merkelyk üytgefpannen ‘wort
en ß g in de Spuit vertoont, als o f het ml bellekens
en blaaskens was, en 00k foo wort het bleehr^door-
lugtig , en ongelyk van fa d e , dat fyn oorfpronk
neemt, om dat de beweegende Vefels en vleßgepylaar-
gewyfe draaden overal ni-et even dik fyn , mar door
de eene plaats van het H ert, tuffchen de pylaarge.
wyfe draaden, meerder door de ingeperße lugt uyt'
g e f et wort) als de andere: waar op dan volgt ,
dat het droppelken water in het glaafe pypken fyn•
de, opwaarts bewoogen wort.
Maar de beweegende Vefels van het Hert, fig
wecr famentrekkende, foo ß e t men eerfi, dat bet
Hert fig fiuyt endekleender wort: voorts fiet men,
dat het de lugt weer in fyn Oorken]perfid waarop
het terßont roder en min doorfchynende wwi, en
in fig fe lfs intrekkende ß g weer van een gelyke fade
vertoont. En a foo het op die tyt al de higt,
die daar binnen in geblafen is geworden, niet in
het Oorken kan perjfen, foo fluyten Jyne bewegende
Vefels haar foo ongemeen fierk in malkanderen,
dat fe lfs de lugt ,.die daar binnen in is, op die tyt w*
dikt wort. Waar op dan volgt, alfoo het Hert na
minder plaats beflaat, dat het droppelken water,
dat in het Pypken van bet glafe fpuytkn is,neder-
waarts gedruht wort.
Eft dit felv e heeft 00k plaats in bet Hert, da
natuurlyk met bloet gevult is geworden, ’tgeen de
omringende lugt wegfioot, als h e t in fy n dilatatie
door bet bloet wort üytgefpannen: en als het fig
weer famentrekt ,en het bloet uyftfig ftoot ,feo
l het verkleent, en bet wort van de lugt naa propor
tie foo veel ingevolgt, als het in fig filmen intre •
daar wcl op te letten fr, alfoo het feerfigtbaar 1»
het leeven is. Ook verdikt fig het bloet «ewgpb
wanneer als het Hert ,fig felven daar fierk l| | j|
trekt, en het met gcwelt uitdryft. a S
derom het H ert, door het nieuw ingefiorte >
gedilateert wort, foo wort ook het bloet i | f j |
verdunt: waar meede dat defe natuurelyke a
I het Hert en het bloet, met de aStie van bet ^
en de lugt iri dit experiment, over een p | | | | j
hoewel men fou mögen tegenwerpen. t er
quoque dote refpondeat. Forte tarnen obje- ....................... W M K K M
cerit quispiam, quod naturaliter, in vivente I nog dat defelve daar van weg gej 00
A n i- 1
relyk in het leeven geen lugt tot het n .
y~MïùéMÈtMàèMâûM •nhM weg eeßooten ß ^
b i b l i a n a t u r a e . $4.9
Animali, aèr nequaquam ad Cor acced at, id-Ib ly b d a t heel contrarie in de Gyrinus, daar men
~ h e t klfU ìlìP eoque & minime ab hoc repellatur. A t pror- nt Ètav* Ar. !... n
fus fane contrarium in Gyrinó patefcit j utpo-
te in quo externam cutem a Corde micante
commoveri, hujusque in fyftole & diaftole reciprocad
videmus: quod perinde e f t , ac fi aèr
quamproxime circumCorverfaretur. Id ipfum
vero fitnili ratione in aliis omnibus Animand-
bus, quae Pulmonibus Branchiisque inftruéla
fune, & Peélore mobili gaudent, obtinere
iieutiquam negari poteft : imo vel in quibus-
cunque etiam Mufculorum motibus, dubio
procul, locum habet.
Quodfi deinde Cor Ranae, minime inflatum,
fed fimpliciter faltem de corporè exfeélum,
modo deferipto in fiphonem vitreum reponatur ;
patebit iterum, guttulam aquae eadem, ut antea,
lege moveri.-quamvis id longe heic minus
notabile fit, qiiam fi cum Corde inflato infti-
tuatur experimentum. Interim aqua tarnen
fie quoque fimili ratione deorfum movebitur,
quando Cor fefe contrahit. Quin docuit ex-
perientia, iitum guttulae aquae defcenfum in
hoc experimento faepiúfcule adeo efle exi-
guum;utnon,nifi microfcopio,obfervari queat:
quod quidem inde proficifcitur, quia Cor turn
ex parte in contrazione fua perfiftit, nequeab
Auricula dilatatur ; utpote quae operi huic
praeilando jam inepta eft ; quum nep Sanguinem,
nec aèrem, quo Cor diftendi poffic,
protrudat. Unde neceifario confequitur., ut
het kloppent Hert de uyterlyke huyt fia beweegen,
die danket Hert in de kiopping wyh en im o lg ti
dat de/ehe faak i s , als o f de lugt immediaat tot
het Hert naderde: en foo moet dit ook van alle an-
dere Bieren verflaan worden, die Longen o f K u.
wen hebhen, en alwaar de Borft beweegelyk is: ja
bet heeft cokfonder alle twyfel plaats in alle de be-
weegingen der Spieren.
Soo men m een H an uyt de Kihorfch neemt,
dat met opgeblaßn is,m aar enkelyk uyt het lichaam
I¡gefneeden , en dat men het fe h e op de befchreeve
manier m de glafe fpuyt p laatfi, fio fa i mm van
gelykenßen, dat het nederdalen van bet droppelken
water daar ook foo gefcbiet; maar op ver naa fia
opmerkelykniet, als in het opgeblaafe H art; boe-
wei egter dat bet water op defelve wys fyn bewe-
ging naa bencedenfal neemen, als het Hert fig con.
traheert. En de ervarentheii heeft my ook gehen
dat veeltyis defe nederdaling van het droppelken water
fio w eynigis, dat bet niet als door een V er.
grootglas is te bemerken. H et geen fyn oorfpronk
neemt, door dien het Hert in fyn contrarie ten deei
le b ly ft, en dat bet doór ha Oorken niet geextenieen
wort, deweike ook daar toe onbequaani
is , alfoo bet geen Bloet nog lugt danvom iryfì
W Ê k I H M B H m U t Hert te dilateeren.- W a a rm bet dan ook ■
conttattio Coràs tanto' debilior fia t, & motus nootfakelyk is ¡d at de contrariefio veel kleenderh
aquae ta c etiam tanto minus obfembifis lit. S i] en de beweegingin de drappi! fio veel minder am
vero vej loia Jaltem Auricula tum infletur; te obfiroeeren. Maar fio inenop die tyt maar bel
rfereCaULCOntrahend0 ’• MH i C°r P10’ K alkm M « ^ haar contro- £ 5 ox exPerlmenti eventus ipe- Slis de lugt in het Hert p erfi, fio is dit experi.
ftabilior redditur. ment kennelyker.
At fi quis àfium quoque, loco C o rd is ,
Mufculum adhibere veilet ; is juxta mo-
|vnt Icone oilava repraefentavi,proce-
* Pote^- _ Vitreus nimirum fiphunculus a
i. cuum ibi incus S in cavo fuo continet i
ervus autem, de Mufculo pendens, tenui
“ ' 1 am 00 a rg e n te o « , in fé circumflexo,
I p l ae^one ip l preflu, comprehendicur :
18 ^ um tónde per foramen fili a e n e i,
• Ponis embolo ferruminati d , trajicio. His
f fuKH|US- ^ta ^ ° ^ s > guttula aquae e , per
tuhnl6 lnfun^ ulum > in tenuem fiphunculi
/• areetìl»1 lrnm“ tenda eft. Quodfi dein filum
taulum"«!- manu.PuPpenPa / , prudenter, per
uamr N n aere' i inter emboium & inter-
'P onis fuperficiem , eousque protrahi.l
‘ (nr,‘
Maar o f men m een Spier fe lfs wilde neemen '
in de plaats van H ert, fio kan menprocederán als
in de agtfie figuur van my afgebeelt is: alwaar het
glafe Spuytken a de Spier van binnen b in fig be.
fiu y t, fyndefyn byhangende Senuw, fonderle guet-,
fen t f teperjfen, ineenfamen geboogen en fu b titl
filv er draatken c c gevat, bet welk ik dan dee
pafferen door het oog van een koperdraat, dat op
defuyger van de Spuyt vafi gefoldcert is d. D it a lles
fio befielt bebbende, fio moet men een droppel-
ken water, e in bet fyne Pypken van de Spuyt,
door een fubtiele tregterken laaten loopen: en als
men hetfilveriraat langfaam met de tant {fdoor
bet koper ringeken, tuffchen de fuyger in het"glas
van de Spuyt doortrekt, tot dat de Senuw daar
tuffeben in komt geirriteert te worden ;fio fie t men
F f ff f f ff ff » fr,
l i l iS
w Km
¡IHiRll ü l l