Tab;
XLIV.
Fig. I.
tom “ pica reger
riuutgr;ut,e,am juremeritggge.Parqp<S>ymayq-
care, ac cum Ànimantìum jecorìbus comparare
liceat : quod quidem in illis praecipue arbori-
bus plantisque , quarum/olia crajliora fnnc &
fpongiofa, dittinflius confpici poteft.
' E r a « * Tunica I five latus externum foln,
tnihi vocatur illa ejus pars, in qua Nervi modo
memorati perquam manifefte ultra fuperb-
«. ciem extimam protuberant a. Tunicam vero,
vellatus internum, §M | adpullofolü partem,
quae NerVos iftos hatìd adeo dillìncle confpt-
II. ajpsexhibe tifclnterduas hafcetumcasTuber-,
cula foliorum, de quibus agimus, federn fujun
habent, ncque aliud quidpiam fimt, nifi dilatatio-
n e s , five infigniores, at magls tarnen irreguläres,
excrefcentiae partis intimae atque nerveae folii
faligni. Quapropter Veirucula ejusmodi pro-
priè cohiiruSa eft ex colleilione vaforum fblii
fubtilifliipotnm j quae, inter fe mutuo & in unam
veluti maflam concrefcentia, extuberantem formant
nodulum , cum quo binae utriusque late-
ris tunicae tam forciter adhuc conjunftae funt ;
ut difficuiter inde feparari queant : imo hae ipfae
etiam tantopeie firnui,viiftius Tuberculi, dila-
tantur; ut fuam ibi lanuginem in fuperficie
quòque amittant
Verrucarum harumce admodum irregularis
e ft figura externa : nonnunqnam enim fubro-
c.d. tundo-ovatae funt c , quandoque obiongae d ,
alias rugofae e , alias laeves , pluribusve aliis
' modis conformatae. Interna eirum compages
e granulis veluti conftat, difiraftumque quali
Lapidem Bentheimenfem referens,minutis ri
mulis angulisque , nonnifi microfcopio confpi-
ciendis, repleta eft. Superficies externa colore
gaudet viridi , alias dilutiore , alias pleniore;
quem tamen purpurei, rubri, flavique colores, vel
omnes fimul, vel quidam fingularim, faepiuscule
interftinguunt: quin ferrugineae etiam, mino-
resque ac nigriores aliae, maculae ibi qùandoque
obfervantur, quaé veluti notas vermiculationis
f . referunt/. Intrinfecus faturate viridia funthaec
' Tubercula, fimulque fparfim tantillum fubfla
vefcunt : quae fiavedo forte inde proficifcitur,
quod Venniculus circa illa loca fubftantiam interiorem
adederit,
Multifarias porro hae Verrucae occupant folii
pìagas : aliquando enim in media ejns re-
. . g o n e , nervo adjacentes, inveniuntur gjquan-
», doque in extremitate folii pofitae funt h-, alias
j quoque ipfi infident nervo i } nonnunquam ma-
gis extumidae, v e l & deprefliores, iterumque
paare takskens verdeelt, dal fe met regt een Pare^,
mamogen.gengemt worden; en met dat van de L ^ r:
der Pieren vergeleekcn: gelykdät kennelyker is
jtrent die boomen enplanten, die dikke enfponjntu.
fe bladeren hebbet^.
Het buyt'enfie Vlies o f de fyde van l f | blad kt
iis by my dat gedeelte de fe lv e , alwaar de$ Se-
.nuwen feer kennelyk boven de buyterfie opperoldk-
te uyt puylen 11 En bet binnenfte vlies of de fy.
,de nogm ik dat, gedeeJifi, alwaar deefe Seimm
]foo kenbaar niet en fyn b b. En tußchen deefe
\twee vliefen worden de, Wratkens deefer bladeren
[•ingeplaatft, alwaar Jy niet anders fyn$ als een
dilatatie , o f merkelyker, maar irregulierder uyt-
groeying van het b[nnenfte en fenwwagtige deel van
\het Willege bladt. Soo dat het wratken eygentlyl ¡g.
confirueert Wort, uyt een tierfameling van Je
alder fubtielfte aderen van het bladt, die als in. een
en tot malkanderen vergroeyen, en ein verbeem
knobbelken maakep, , waar meede de vliefen m
weer fyden riog ß o fterk vereenigt worden, dal
fe daar kvialyk van a f te fcheydenfyn : en ool
worden fy felve fao feer gedilateert, datfe aldam
haare wolligheid. meede verliefem
Haarfiguur van buyten is feer irreguüer, den
fyn fe rontagtig ovaal c , dan langwerpig d j dm
rimpelig e , dan gladt, en van andere figuureii
meer. Van binnen is haar figuvr greinagtig ■
als een door gebroke Bcnthemer Steen, §| vel met
kleene reetkens ende hoekskens | die men niet alt
met een vergrootglas kan ontdekken. Haar ceu-
Im van buyten is fomtyts een bleek | fmPfi iß
I donker groen : dat met purpere, roode en geele
couleuren veel maal te'gelyk,of byfonder gever*
ruwt is. Ook fiet men daar ßmtyis yfervtrmff )
en andere kleender en fwarter Vlakskens ap, dat
fig vertoont, als o f fe van de Wurm aldaetr geßoe-
ken waren f. Van binnen fyn fy van een donker
groen, en hier en daar een klcen weyrag naa het
geele trekkendc , bet welk mogelyk Jyn oorfprw
neemt, om dat de Wurm äldaar van het wratb
gegeeten heeft.
Haar fituatie ts feer verfcheyden,
men fe op het midden van het blad, tegent
nuw aan geplaatfi g , dan op de tont *?"' ■
blad h , dan m e t op de Senuw felve ■ > *
tyts ftaan fy hoog en dan e»eer lager ¡ a t
ter en ewyder van een, fonder eerdge er
«linote majof'eve iütervalio.a jemutuo diflitae: puylen altyt,.en dat aan vieerfydin , boven de ojjt
cemonturjut hincnecquidquam certi vel ordi-i pervlikte van de, tm e vliefen dis blads uyt. Maar
natiheicftabifitumfit. 5onftapcereae'ultrafu-|£«»»«tfyf foo ftaan ] y : veel verhevender aatl
uerficiero binarum .folii tunicarum , utrinquej de zy,daar de Sinuwen loopen , als aan de bin-
protuberarit: at illo tamen folii latere s quo nervi ” enfte fyde van bet blad. Hoeexel dat ik ’er' ook
™ eitel gevpnden beb, äii aan. weer ßden even, hoog
boven het blad uytpuylden lt. Ändere beb ik weer
geften, dat op de fteel vanhet blad geplaatft vtaa-
ten 1, dan dit isfoo gemeen niet.
decmruntj plerumque multo .magis eminulae
funt.quamlatere interiore: qüamvis ejusmodi
etiam repererim, quae ex utraque folfifiiperficie,
aequalem ad altitúdinem adfurgebant k. Vidi
pariter Donuulías j qüae folii petiolUm occupa-
bint f: at hae rariores funt,
1 Plurima quoque inter Verrucas datur, ratio-
pe magnitudinis & patvitatís, itenique mu|ti-
tinjiuis ac paueitatis , difcrepantia, Quibus-
dam enim in foliis una tantdmmoda vel duae,
¡n aliis vero decem, imó duodecim quandoque
cpnfpiriuntur. Mole itidem valde inter fe dif-.
ferunt;quodquidem indeoritor,quia Verrucu-
Ijrará aliae magis^ aliae minus adoleverunt ¡ aut
feniores funt, vel recens demum excrefcere.
coeperunt: qua de re poftmodum, in Ovi
hiftoria, agam, fimül.tunc earum duritiem atrae
teneritudinem defcripturus,
Quutn 14" Junii nonnullas ejusmodi Ver-
ruculas aperirem; perquam diverfae res in iis
mihioccurrebant. In quibusdam enim, quae
arftiffime claufae erant, Vermiculum inve-
ni, Erucae Convólvulo fimilem , una cum
luis excrementis, & depoíita pellicula ipil
aójacente. ln altera quadam Verrupubij quae
orbiculari ofcillo extrinfecus patebat, Erucam
reperi priori geminam, at notabiliter majorem.
In aliis,minime pérforatis,difcriptamque fuam
Erucam adhuc continentibus, ob le rva vi, hanc
ab aliis quibusdam Vermiculis , qui pariter. intuí
in Verruca latitabant, fuffocatam & inter-
emptam fuiiie. In nonnullas alia s , quae &
foramiue patulae , & Íncola deftitutae e rant,
pluviam confiuxiíTe vidi. In aliis iterum alia
deprehendi Infecta, quae fuum ibi femen de-
pofuerant. Quin & cavemulas horum Tuber-
culorum aliquando ofiendi occupatas a minuris
Arañéis, qui oftiolum tela obtexta clauferant.
verum de hifee omnibus infra Ipecialius agam.
Ook verfcbeel’ek de Wrafkens feer veei in i'Hat
grootte ende kleentc, als ook in haar veetbeid o f
fchaarsheid: want op fommige bladeren-fiet iheri
fomtyts maar een o f twee wratkens, op ändert
tien en twaalf: de groovte verfcbilt .ook merkelyk 9
dai fyn oqrfpronk tteemt, door dien de wratkens
meer o f minder aangegroeyt fyn, o f ook dat fev u -
dir fy n , o f eerft affen beginnen aast te groeyen j
daar ik van fpreeken f a l , als ik het Ey verbau-
del: alwaar ik ook van haar biirdighjjid ende teer-
heid fa l fpreeken,
Cunflae autem iilae diverfitates.j quae circa
ünum ideraque tale Tuberculum animadvertun-
harumce rerum imperitos fine dubio in
err°rem deducere poflunt. Quin firmiter mihi
perfuadeo, allucinari omnes, quotquot capir
eijdis .quibusdam experimentis operam navant j
n*1 funditus ea ipfa perveftigent, & yera eo-
I H
Als iknu op deri 14 funy eenigè Vßn deefe
Wratkens quam te openen, foo vo,nd & daar in feer
verjchülige, faaken • want in. eenige volad ik eett
Wimken^ajs een Rups Convolvulus met fyne vuylig-
beden, en 0.0k èen afgêfirpopt velleken, dat by hem lag,
en voorts wqs bei uytyòasken hèel digt gefiooten in
een ander : maar daar het wratken Van buyten
met een rant gaatken geopent was, Vond ik dier-
gelyk een Rups in , als in het eerfié, maar die
merkelyk grooter was. In fommige die niet ge-
gaat waaren , en daar dé, befchreeve Rups nog in
was y daar omirent bevond ik , dat bet verftikt en
gedoot was geworden y door, eenige. andere Wurm.-
kens, die meede binnen in het gewasken waaren.
In fommige andere van deefe wratkens, maar die
gegaat en hßplletig Waaren, daar in 'bond ik dal
bet regen water geloopen was. In. aridere daar
fag ik weer andere Dierkens , die haar faat daar
in geleyt hadden, Ik fa g ook, dat de holligheeden,
deefer. gewashns van kleéne Spinnekopkens befogt
wierden, die bst gaçtken daar van hadden toe ge-
gefponnen: maar van dit alle s fa i ik beneden par-i
ticulierder fpreeken..
Alle deefe verfiheyde faaken, die. men omirent
een en het felve vrugken geWaar wort, die fyn
fonder twyffelbekpjaam, omdie. oner varen.in. deefe
faaken i s , te. misleyden. En ik geloof vafielyk,
dat fy alle bedwogen. worden, , die haar omirent
eenige experimenten oeffenen , foo wanneer fy diet
niet tot de, gront toe onderfoeken , en haare waare
X x XX XX XX 2 begint