«
Tab.'
XXXIV.
fie. IV. I
I //•
J?ig.V.aa.
tera mufculofa ; tandemque tertia iterum fub-
tiliffima, ingellos cibos proxime ambiente.
Superiori & inferiori Ventriculi regioni fex
incumbunt Inteftina C a e c a , quae, verfus Intelti-
num craffum ddcendenda, ibi in caecostubu-
los terminantur. H e ic tamen ea e naturali fuo
fitu dimota offendo. Sex ifthaee Inteftinula,
quum. fefe lingula ¡recurvent, alteraque parte
deorfum ferantur , duodecim hac ratione con.
ftituunt. Unde Ìi de Ventriculo ea feparan-
tu r , huj usque ad latera digeruntur -, patetfena-
rium utrinque eorum numerum dari. Omnia
autem fubtus ex ilio Inteliino , quod Ventri-
culum proxime fequitur, nodiformi utrinque
trunculo exoriuntur//j tumque in fex tubulos
expofretta denua verfus Inteftina craffa recur-
runt g g , j.uxta quae mirum in modum con-
crifpautur hh. Praeterea unum e x Inteftinis
craifis i , 'in quibus excrementa figurantur, heic
cernitur; cui tandem proxime continuatur In-
teilinum rettum k.
Boven en ander op de Maag fyn fes blinde Dar.
men geplaatß I die men naa anderen by den dfr
ken Darm fiet loopen, daar fy in blinde pypkm
eyndigen. Maar ik verbeeld defelve buyten haar
fituatie. Dcfefes Darmkens, met haare ornky
\gende deelen,die naa beneeden loopen, JyntenUn
aanfien twalef in getal. En ah meri fe van k
Maag fepareert, en daarnefferts legt, foo ßet'mej,
dat ’er aan weerfyden fesfyn e e. Syfpruytenn}.
le aan weerfyden ander -uyt den Darm, die op §
Maag volgt, ahmarjy aan weerfyden , uyt m
knoapsgewys fiammelten, baar begintfel nemen {|
en dm keeren fy meer am met fe s pypkensggm
de dikke Darmen, daar Jy beneffens in een krkk.
len h ¡1 Vaarts fiet men een der dikke Damen |
w a r in de vuyfigheden , haar figuur verkry^eni
waar op dan de regte Darm volgt k.
Amoto Ventriculo , quam clarilfime confph
volgt dan eenfubtiel dun vlics , Waar in men ¡§
ingeflokte eeten fiet.
ciuntur duo Canalicoli 0 0, qui, in gyros aliquot
convoluti, ad' latera Ventriculi ante compare-
bant. Adfcendunt ii usque in Capitis anteriora ;
ubi eos perquam alte ad Cerebrum usque
profecutus fum. A t vero eo hattenus pervenire
nondum potai ; ut eorundem finem cogni-
tum habeam. Antica parte admodum graciles
funt & angufti' b"y polfea autem amplius dilatanti#
tandemque in acuta dho terminantur
fijamenta <£,« qyae' prope Inteftina Caeca in fe-
runtur. Qponam hae Pardculae ufu polieant,
Haud facile e x Erucae Anatorae Cognofcere, mul-
toque minus confettura alTequi licet ; nam non
fihgendUm auc excogitandum , fed inveniendum;
quid Natura? faeiac aut ferat. Prima qùi-
De Maag weg genomen fynde, foe fiet min nu
beel klaar t-wee pypkens a a , die neffens defelvi
haar vertoonden, en die in eenige bogten gekrinkelt
waaren, .defelve loopen tot voorin bet Hooft, daar
ik haar tot hoog aan de fferfenen toe vervolgt bei.
Maar ik heb f e tot nog toe niet ganfeh ¡piff
vervolgen{9 om net te Jeggen , waar fy eyn$ß
Voor aanfyn fy beel eng ende naauw b; daar nt
worden fy wyder uytgtfpannen c c, en voorts ep*
gjgen fy in twee fpitze draatkens d , die by dt Wm,
de Därmen haar inplanting hebben. Wat gebnfi
deefe deeikens hebben, is niet ligt uyt de ontleei
der Wurm, te kennen, en nog. veel minder tigiß
fen: want men met niet verfierefi qf gißn,mif
uitvinden, wat de Natuur doet o f toebrengt, I
bei begintfel meende ik dat het de Spinbeursiad
waaren, om dat fy met die der Sydewurmn baafi
over een kwamen. Maar naderhant heb, ik b0
onverändert gevonden in een Wurm, die alm
gefponnen hadt. Soo dat f e fonder twyfel hm
gebruyk in de Kapel füllen hebben,
dèm fronte eas pro-fàcculis textoriis habui j
quondam cum illis' Bombyeum fere con-venie-
banc, Veruni contigit deinceps, ut eas vel in
ipfo edam V e rm e , qui jam texuerat, invene-
rim minime mutatas. Unde v ix dubium e f t ,
qttin1 certo ferviant ufUr in Papilione.
- Sacculi fané cestoni modo memoratis Vafcu
lì» vel' quadruplo heic minores funt, duobus <
tubulis- angqfliffimis coiupofiti > quandoquidem
hgee Erucarum fpecie? perparum texit. Hinc
etjam praetermifi lacculos hofce icone expri
mire -, ut qui haud admodum notabiles funt.
Partìbus1 Hifce petftiÌÌfatis', Pinguedó clarius
fti confyettam venie*.' quae quidem totam Eru-
cam mtrinfecusr rcplèt, & vel in Capite edam
Want de Spinbeurskens fyn viel viermaal WM
der, befiaande nyt twee heel rtaüwe pypkens
fy fpinnen heel weynig: en alfoofy niet fett
merkelyk fyn, foo heb ik die ook mit afgebw
Deefe deelen befien hebbende, foo komtjtt ß
klaarder in het gefigf; dat de ganfeht g g -J
wendig, v e rv u lten cäm mtrinTecüi rcptet,öe vei cap ite eu<mi ■ » ook. in het Homof i hier M‘
^.Q w d aàive ih tu^ Flavo ea eft coloré, no»-- U fien is. Syn couleur ts geel, en hier
nihil 1
nihii tàmeii pàffim albicans : fbrmam fi fp e fte s ,
Biembraiulas refert inter fefe convolutas, quae
laud aequali ubique gaudent fabrica, fed o.
muemfere in modum figurarne funt. Pingue,
praeter alios ufus.hunc quoque praeftat, quod
{-¡(Mas Pulmonales fuifnlciat Mque firmet ;
qoippe quae ingenti numero p tr hafte Pingáis
j particuias decurrurtt.
fab.
XXXIV.
Fig. VI.
Filiulae Pulmonales e dtiobus pullulane ramís ■
; infignibm, qui utrinque in Peétore-, Venere, &
Cauda Erucae confpiciunturv Communicant hi
iugiter inter fe mutuo, ubicunque Pun6him refpr-
ratorium datur; ibique locorum plurimae fem-
I per& maximae Fiftularum Pulmonalium pro-
r pagines cemuntur , quae inde per univerfum
I corpus fefe diftribuunt : ut hinc nulla produci
I queat pars corporis > ne offe quidem corneo
i excepto, quae fuis non donata iitFiftulis P u t
monalibus.
Cor a a haud alia ratione eommodius in
conipettum venie* quam li Eruca * in dorfum
refupinata, in Ventre aperitur : turn vero patee,
quod illud per univerfìun corpus fefe ex-
porrigat, Caudam, Ventrem & Thoracemper-
means, atque inde altiflime ad Cerebrum usque
adfeendensi- E ft autem C o r gracilis &
fubtilis canaliculus, oblongus, fìbratis villis
mufcularibus, juxta longitudinem & in trans-
verfum decurrentibus, n e c , niii operofe atque
arte adhibita, detegendis, inftruttus,aliquibus
lods quodammodo dilatatus, alibi iterum con*
trattus, nonnullisque edam Fiftulis Pulmonali-
tus perreptatus. Propriarum equidem fibra-
lum liiarum adminiculo fefe contrahit hic Ca-
nalis; at vero ad efficiendam ejus dilatationem
ingens infervit numerus Mufculorum lingula-
hum, utrinque iplì extrinfecus adcretorum,
mm bbbbbb, qui unum velurì Mufculum repraefen-
tant; quamvis revera facile dividi, multosque
in Mufculos diftjngui queaat. Cor int-egrum
Icone haud expreflì, fed ejus tantum partem
qnandamk
Cerebrum & Medulla Spinalis haud com;
m°de funis in Erucis conipici poffunt : quapro-
ter morbofas hunc in finem eligere oportet,
qüarum confumta eft Pinguitudo: haec cnim
ahoqui impedii, quo minus quidpiam. videri
queat ; aüt continuato per aliquot dies labore
Prius removeri debet. Indilo auteni in dorfo
acienda eft j quoniam Cerebrum & Medulla
W Cerebrum e duabus
I at ^etnifphaericis particulis, globofis a ,
uPer Gulàe principio eollocatis. Sub his Mei
f l
wit, fyn figüur is, als o f men in een gekronkelde
vlieskens fag , ■ die geen gelykdeelige firuttuur hebben
, maar baafl op-aläerhande geftaltenffen haar
vertoonen. Syn gebruyk is onder anderen, om, de
Longpypen te onderjleunen, en vqftigheid te gee-
ven, die ook in een feer groot getal in deefe vet-
deelkens te fienfyn.
De Longpypen fpruyteh uyt twee grootc tdk-
, ken, die aan weerfyden in de, Borfi, de Buyk ,
en de Staart van de Raps te fien fyn, En^tver at
waar een Longopening is, daar commmiceeren fy
met malkanderen ; en dldaar ter plaatfe fiet men
de meefte en grootfie takken der longaderen , die
daar van daan het ganfehe .lichaam door gefordert
worden: föo dat daar geen deel in het lichaam
is , o f het is fyne Longpypen gegeeven, tot het
Hoornbeen toe,
Het Hert a a is iüet bekvbamer te fien, dan dat
men de Rups op fyn rüg leyt, en die dan op de
ßuykopent, als dan fiet men, dat het felve het
het ganfehe lichaam doorgaat, en de Staart, de
Buyk, en Borfi doorloopt, gaande voorts heel oni
hoog tot de Herfenen. H e tis een dun en fubtiel
langwerpig pypken, dat vefelagtige, langwerpige,
en dwars lopende fpieragtige draden heeft, die men
niet, dan door een fwaare moeyte ende kunft, fien
kan. Hier en daar is het eenigfins verwydert , en
danweer famengetrokken , ook lopen daar eemgtf
Longaderen door, Öm fyn famentrekking te man
ken, heeft het fyneyge Vefels, maar om het te
verwyden , foo fiet men , dat het aan weerfyden
een groot getal verdeelde Spieren heeft b b b b b b ,
die als een fpier haar vertoonen , haeviel nogtans
dat fe ligt te fcheyden fy n , en in veele Spieren te
fepareren. Het ganfehe Hart heb "ik niet afgp-
beelt, maar dlleen een gedeelte,
De Herfenen en de Ruggrdai fyn niet wel in
gef onde Rupfen te fien , waarom men fieke moe%
neémen, daar het vet uyt verteert i s , want anderf
belet dat al het gefigt: o f men moet eènige dagat
ärbeyden, oni het 'weg te neemen. In de Rüg
moét de opening gefchieden, väant de Herfenen en
! het Merg fyn in de Buyk geplant f i . De Herfenen
befiatm nyt twee hatfronde klootsgewyfe deeL
\kens a , die op het begin van de Éeeí ¿eplaatfi
I fyn, daar op vertoont fig het begin des Mergs
\dat uyt twee ZenuwAi befiaat b b , die in ein loapú
G g g g g g g * 0