XXVI II.
auffa magnitudine de'
um artubus tranjpa-
j veutrem prona.
lìtes.
Ili P ili tranflu centes.
'nales.
s tranfparens.
lis exuviae concrifpatae.
ì c a e , cu i N ymp h a iilh a e c ,
memb ran u la e , lefc adglug.
XXIX.
Jìtts de e xu v iis protra
fup ìnata, ìtidem mag-
iore reprae/éntata.
s.
c. Probofcis.
ji par.
G en ita lium , e x tra abdomen
:lg. x xx .
mphae, naturali magni
ine depiffa.
ig. XXXI.
eae ; Tineae Vermis in-
ic ipfe inde exemtus ; tum
is & 'Papilla ; porro qua
fattidìs cutis in anteriore
egione adfixa maneat j ®
’ us f i l ì s domuncula intus
n medio am p ia , utroq ue ex-
Termis reconditus t e x i t , &
ad trabes & muros fufpendit,
ineae V e rm is anticis fuis P e -
fua p r o re p it, du£toque filo
g it .
e magnitudine nativa depi-
us inftru dus.
làllidem mucatus.
n a la tum P ap ilio n em , qui T i -
lutatus.
allidis derèlidtae , nonni hi 1 e x -
iminentes.
e in te r io r ibpe rfic ie s aequalis
lg. x x x i l .
fcht, ejufque mutationes.
b. F o r am in u la , ab ipio in
a , terebrata.
x tum . d. N ym p h a ipfius.
p rocrefcens.
F ig .
Fig. x x v i l i .
Defe Pop in het groot vertoont , nie!
fyne doorfchynende le ed en, op de
buyk leggende.
a .a . De doorfchynende Oogen.
b . De Borft met eenige doorfchynende Hayrkens.
c c . c . De Ringen van den Buyk.
d. De doorfchynende Vleugel, aan de eene fyde.
e . Een gekronkelt afgeßroopt Longpypken.
f . f. De plaats, daar defe Pop haar op het Kool-
blad, als door een dun vliesken, vaft kleeft.
Fig . x x ix .
Deefe Pop u y t haar hu y t getrokken, en
op de rüg g e le y t , mede in ’t groot
vertoont.
a. Het Oog aan de eene fyde.
, b . Syn tvjee Hoornkens. , c . De Snuyt.
d. d. Degeplooyde Vleugelen.
e. Het agterfie paar Beenen.
f. f. Het buytenße der Teelieden, die als buyten den
buyk lagen.
Fig . XXX.
D e V l ie g levens grootte.
F ig . x x x i<
Het huysken van de M ot ; de M o t-W urm
daar in j defelve daar u y t genomen;
als ook fyn guide Pop en Kapelletje :
neffens dan hoe het vel van de guide
P o p , dat voor a a n , in het huysken
b ly ftlitten ; en hoe fyndradig het van
binnen geiponnen is.
a. Het huysken, dat in V midden ruym is , en by
de tmee uytgangen vernauwt.
b . Dedraat, die de befloteWurm fpint, enivaar
mee by fig aan de balken en muuten ophankt, om
niet te vallen.
c . De manier, hoe de Mot-Wurm met fyn voorße
A fes Beenen uyt fyn kasje kruypt, en fig met een
gefponne draat ergens aan vaft houd.
d.' Het Wurmken meede levens grootte vertoont,
dat- 16. Poeten beeft.
e. Het felve in een guide Pop vergroeyt.
f . Defe guide Pop in een gevleugelde Kapel vergroeyt
i die men Mot noemt.
g . Het •Oel van de vertäte guide Pop, dat een they-
nig- buyten het kasje uytfteekt.
h . Het effenen gladde fpinfel van binnen, dat op-
Fig . x x x i i .
Het M u f c u s -W u rm k e n , en fyne veran,-
deringen.
a . He, Wurmken. b . De Gaalkens, die het in
het bout en papier byt.
c. Syn ovatti fpinfel. d. Syn Pop.
c . De Sebalbyter, die daar uyt groeyl. ^