Tab.
XXVI.
Wg. ix.
etiam Dentlbus inilruéti funt Crabrones,robu-'
il is , in minimos Denticulos divifis ; quos inter
breviflima conipicitur Proboicis. Abdomen
tenuiifimi velut fili interventu cuna Thorace ,
qui fads latus eft,conne6titur, atque caeterum
in fex Annulos dividitur corneo-ofleos, modice
firmos, qui ad extremas fuas oras flavi fun e ,
fuperne autem ruffis & atro fufcis ilriis aequa-
biliter interftin£ti : ex hifce ilriis praeterea u-
trinque oóto guttatae veluti maculae, fufcae,
profluunt, quae in fecundo atque terdo'Annu-
lo , li ab anterioribus numerare incipias, ter-
tia adhuc macula interpoflta augentur,& quad
trianguli formam exprimunt. C ap u t, Pectus
& Crura undequaque ejusdem fere funt colon
s , fubdlibusque caeterum pilis obfita. Acu-
leum ex apertura infimi Annuii protenfum vi-
d, dere licet d.
Vefparum novem ipecies poflideo ; quas inter
& ilia e f t , quam in ante memorato nido
lapideo Apum , quae lapillos ad exftruendum
iftud aedificium comportant , inveni. Maxim
a , quae inter varias Vefparum fpeeies datur,
difcrepantia potiffimum in corporis mole majo-
re minoreve , & pi&urae diverfitate, fita eft :
praeterquam quod in una vel duabus fpeciebus
ingens praeterea fabricae difcrimen occurrat.
A t hifce omnibus defcribendis nequaquam im-
morabor. Maxima Vefparum fpeeies plus quam
triplo major eft Ape vulgati, itidemque duo-
biis Dentibus , Probofcide, duobus Oculis &
Corniculis , quatuor A l i s , fenisque Pedibus
praedita: quemadmodum etiam in Apibus &
Crabronibus obtinet» Abdomen Vefparum,
aeque ac Crabronum , in acumen eonvergit,
& fimili fere modo conformatum e f t , ud in ita
di&o Apum Regulo. Abdominis caeterum
Annuii flavo fuper fundo nigricantibus punótis,
& circularibus ilriis, variegati funt; E x hacce
generali defcriptione putem fatis intelligi poffe,
qualia Vefpae lint Animalcula* V e ip a , quam
fig. X. exprimit, nonnihil minor eft fpecie
maxima. Infra earn vero alia adhuc quaedam
confpicienda datur, fingulari admodum fabrica
fefe diftinguens, fig. XI.
Ulterius o6to mihi funt Bombyliorum ipec
ie s , tam magnitudine & parvitate, quam di-
verfo colorum apparatu, inter fe difcrepantes*
Eorum quidam nigerrimo eft corpore, & p ur -
pureo-cyaneis Alis quammagnificentiflime ex-
ornatus. Species maxima vel fextuplo major
e ft, quam maxima Apum vulgarium, fatisque
fenga gaudet Probofcide : Dcntes tamen ejus,
haonder
de tuee Hoornkens geplaatfl fyn. ymi51
hebbenfy twee fierke Tanden , die infeerkleent I
Tantkens verdeelt fyn ; waar tujfchen men een I
feer körte Snuit fiet. De Buyk wort als met een I
fyn draätkeh aan de Borfi, die redelyk-breet «j I
vafi gefegt, en voorts infes tamelyk,fierke Hoorn• I
beenige ringekens verdeelt, die op haar uytetjlt I
rariden geel fyn, en van bovenen met rojfcke 011
donker bruyne fireepen ccnparig getekent worden; I
uyt defelve fiet men aan weerfyden agt ßippelvy. I
fe bruyne vlakskens fpruyten, dewelke op de tweeit I
en derde Ring van boverten , nog met een derk I
vlaksken vermeerdert worden , en als een driekih I
fig vertoonen. Het Hocft, de Borfi en Beenen jp I
haafi over al van defelve couleur, en voorts me tM
hayrkens befet: buyten de opening van de onderße I
Ring fiet men den Angel uyt kyken d.
Van de Wefpen bewaar ik negen foorteri,mtir I
onder die is , dewelke ik in hetfieene nefi der Bpi f l
die deefe fieenkens tot dat gebouw famen dm- I
gen, gevonden heb. : Het grootfte verfchil, MI
men onder haar bemerkt, is meefi. in de grootte m f l
kleente van het lichaam , en dan in de teken\% f l
der couleuren op het felve geleegen ; bebaken da11
ineenoftwee foorten de ßruttuur 00k feer ver- f l
fcheydenis; dat ik alles, voor by gaa om te he- I
fihryven. De grootfie foort onder de Wefien is f l
ruym driemaal grooter als de gemeene Byt, f jd ■
van gelyken met twee Tanden, een Snuit, twee Oe- M
gen' en Hoornkens, vipr Vleugelen, en fes Veda ■
voorfien: als 00k in de Byen en Horfels plaettshej. f l
De Buyk löopt in haar, gelyk oök in de Horfih, I
fpits toe ; op die wyfe ten naaften by,als in den pp- f l
meenden Koning der Byem En voorts fyn k I
ringen des Buyks met een geele gront geteekentfi I
door fwarte fiippelen, en ronde ringwyfe Jlreejß I
gevlakt worden. Uyt welke generaale befchrping I
men genoegfadm begrypen kan wat Dierkens dit f l
fyn. De Wefpe die ik uytbeelde fig. X is'M f l
kleender als de grootfie foörti JVaar onder meu f l
nog een ander fiet van een rare firudtunr. fig- Xi
Voorts bewaar ik agt foorien van Hoorntonnjt
die foo in grootte, als kleente en in tckening van
haare couleuren verfchillen} onder defelve n tt
heelfwart van lichaam , en feer heerlyk met pur
per blaauwe Vleugelen verciert. J)e grootfte joot'
te is wel fe s maal grooter, als die der gemeen
Byen, en met een redelyki langen Snuit voorfffl)
maar de fanden fyn kleender na de proportie ®®
• Tab.
XXVI.
Fig.?".
habita magnitudinis ratione, minores funt.
Caput nonnihil oblongumeft i Oculi itidem lu-
I nati • horumque a latere interno Cornicula I confpiciuntur. Peilus perquam latum e f t , pi-
■ lisque afperis confertim obfitum. Ad imam
I Peétoris faciem Crura funt collocata > numero
I pena> ratione corporis breviufeula, pilis hirfuta.
I Superne quatuor Pe&ori adhaerent A la e , qua-
rum interferes minimae funt. V enter valde latus
eil & verfus inferiora paullulum aeuminatus,
pilis itidem denfiflime ftipatus. Pili hi equj-
dem in nonnullis fpeciebus > juxta Annulos ventrales
y variis coloribus, alb o, flavo, rubro ,
nigro, aliisque diverfimode pi6ti obfervantur ,
in nonnullis autem tantummodo bieolores.
Bombylius -, quem depiólum exhibeo ä, mediae
I. eft fpeciei.
Pfeudolphecae,vel Veipaeipuriae a me ad-
fervantur quinque fupra v ig in ti, & fabrica
& magnitudine, & coloribus, inter fe diver-
filfimae. Omnia autem ifthaec Infeóla nonni!]
ob externam folum quandam flmilitudi-
nem, qua eorum nonnulla Veipis accedunt,
Vefparum nomine impertio; quam vis natalibus
atque indole quam maxime ab his diferepent :
utplurimum enim e Chryfallidibus prognafeun-
tur; dum videlicet e Verme in Nympham, atque
e Nympha porro in Pfeudoiphecam increfcendo
abeunt. Mutatio ifthaec perquam fingulari modo
fitj àtque diftinóle internofei poteil 5 quandoqui-
dem ei perficiendae Natura trium quatuorve
fepdmanarum fpatium impendit runde omnes,
quaeinterea fiunt, membrorum aecredones, mi-
rasque colorum mötationes, accurate obfervare
licet. Harumce Pleudofphecarum ipecies non-
nullas poifideo, quae Mufcas venantur & de-
vörant; alias, quae Araneos interficiunt, horumque
Crura defringunt & comedunt; E i l &
inter eas Mufca unifeta, atque ilJa ipecies , '
quam Mufcam tripilem b vocant : hae enim
omnes Pfeudofphecae funt 4 de qüibus nunc
pecialius agere mihi non licet; quandoquidem
ingens de iis volumen conicribendum foret.
het lichaam, het Hooft is wat langwerpig , de Oo-
genfyn meede halve maanagtig , waar neffens en
tuffeben men de Hoornkens fiet. De Borfi heb-
bende feer breet, en met een digt ruyg hayr befet,
onder aan de Borfi fyn de Voeten geplaatfi,
fe s in V getal, kortagtig ten aanfien van haar lichaam
, en ruyg bayrig van maakfel. Van bovenen
heefp de Borfi vier Vleugelen , waar van de
binnenfie de kleenfiefyn. De Buyk is feer breet,
en naa onderen een weynig fpits , en van gelyken
heel\ digt met hayr befet: het welk in fommige,
volgens de ringen derfelve , door witte, geele, rode,
fwarte en andere couleuren verfcheydelyk getekent
bevonden wort, en fomtyts maar met twee
couleuren allecn. De Hoorntoren die ik uytbeelde
a is een middclbarefoort-.
etiam indolem, naturam, propagationem
c.%xr
De bafiert Wefpendie ik bewaar , fyn vyf en
twintig in het getal, maar van een feer verfchillig
maakfel, dat foo wel 00k in haare grootte, als in
haare kleente plaats heeft, als meede omtrent haare
couleuren. Alle deeje Dierkens noem ik nergens
anders om Wefpen, als om de fuperficiele gelykenis,
die fommige met de Wefpen hebben, daar fe in ge-
boorte en aarp feer veel van verfchillen ; alfoo fy
meefi uyt Guide Poppen voorkomen $ waar in men
haar uyt een Wurm in een Pop,en voort uyt een
Pop in een Bafiert Wefpe kan Jien vergroeyen.
Dat feer raar in fyn werk gaat, en bekwamelyk
kan onderfcheyden worden, om dat in , deefe veran-
dering wel dric en vier weeken tyt van de: Natuur ,
befieet wort, foo dat men alle de aangroejingen in
leedematen , ende rare verwijfelingen van couleuren,
befcheydentlyk onderkennen kan-. Onder dpefc
bafiert Wefpen die ik kan vertoonen fyn eenige foorten,
die op de Vliegen jagt maaken j en defelve
verter en, andere dooden de Spinnekoppenf die.fy de
pooten afbreeken en op eeten. Nog is onder deefe de
eenborfielige Vheg, en diè foortè , dewelke drieborfie-
lifje Vlieg b genoèmt wort, dat alle bafiert
Wefpen fyn. Van de welke ik hiet particulierder
fou kumen fpreeken , ten zy ik daar een grooi
Ihoekvan wilde maaken: .als 00k van den aart, natuur
, voortteeliHg èn hit maakfel der Horfels, Hoorn-
torens en Wefpen felve , welkers hollen, gebou-
wenj woningen, en andere aanmerkelyke dingen ,
ik voor tegenswöordig voor by gaa ; en waar van
ik eenige bewaar. Van de Horfels kan ik vertoonen
een feer raar gebou c , als 00k het Marmiferi
en Wyfken, de Wurm, fyn fpinfel, ' het vel dat
Hinc
o p , . ------“ *>am, piu^agauuiicu
a r^carn Crabronum , Bombyliorum, & ve.
rarum Vefparum, heic exponere abftineo; ne-
que horumce Infe&orum veipeta di6ta, ae-
cja> habitacula, aliaque memorabilia, quo-
flwi nonnulla adfervo, in praefenti producere
r m ^ ar^ murn quoddam Crabronnm
ae 1 Giunii demonftrare v aleo, turn & Marem
jus*06 °eme^ m5nec n°n eoriirii Vermem,hu-
1 extum, & E xuvias , quas in Nympham' hy affiroopt als by een Pop wort; als 00k allefyn
abiens V v v v v v 2 vui