o
Tandem etiam veram detexi rationem , ob
quam modo difta olim in Ape vulgari haud ob-
fervaveram : in eo videlicet haec lita e r a t ,
quod Crura Aculei ,'cume Vagina fueré protrat
t a , jugicer fefe nonnihil recurvent; unde tum
f i t , ut binae illae pariiculae Temper a latere
oppoiito compareant.
Obfervatio Quinta in Ape vera prolifica.
In Foemina,circa illüd autumni tempus mihi
d ata, quo Mella Apibus íubducuntur , & Cera
praeciditur, proptereaque nonnunquam duo
Alvearia in linum coguntur, Ovarium totum
innumeris..,etiamnum Övis perFettis plenum
deprehéhdi : ut hinc didicerim, quod Apes
ñunquam omnia penitus O va fua ponant : quem-
admodum quidem Gallinis proprium e i t , quae
plerumque, relittis Faltern exiguis quibusdam
leminibus, Ovarium fuum plane emungunt-.
Exiílimó igitur, quandoquidem Ovula in api-
cibus Oviduttuum Apis innumera & nitido ordine
digella haereñt, quod haec continuo inde
tantum devolvantur, atque in locum ilio-
rum Ovorum, quae jam expofita fu n t , fucce-
dant. In eadem hac Foemina , tantum non
integri anni fpatio a me in Spiritu Vini adfer-
v a t a , venenum quoque coagulatum e r a t , &
tanquam ovata Cerae partícula in fuo facculo
haerebatv ita tamen, ut facculi interna facies
a venenì contenti fuperficie in ambita difia-
ret.
Quum eo tempore , quo omneà hae Apum
Foeminae mihi tradebantur, plurimas poflìde.
rem Apes ; experiri etiam v o lu i, quidnam futurum
e ffe t, fi venenum cum pane Apum ditto
commifceretur : is autem erat experimenti
eventus. Friabilis Apum panis, quamfacilli-
me alias in aqua folubilis, nec ex fefe fubaótui
aptus, nec &aliquo modo glutinofus, ab ad-
mifto veneno paullatim reddebatur tenax &
ièquax , omnique abolita friabilitate, aliquate-
nus ad ignem liquefcere incipiebat} attamen
ultimo demum denigrabatur, priitinam mon-
ftrans panis Apum indolem, qui nunquamflam-
mara concipit, fed tantum igne nigrefcit. Porro
eadem illa mafia, in aquam conjetta, haud diflol-
vebatur ; fed intra aquam agitata quodammodo
priftinum fuum ad ingenium redibat, tandem-
que liquefcebat, Quaedam panis Apum parti-
culae , cum veneno fubaftae, 14 diefum Ipatio
Eyndetyk.foo ontdekte ik de waare recden, <toaar
dpi ik dit voor derfen in de gemeene Byen niet
gedhferveert had. Enik bevond die tebcfiaan) jn
dat deefe Beenen des Angels , wanneerj} uyt dp Ku.
ker getrokken fyn geworden, haar als dan, alty
wat kamen om te buygen, waar door dan die tixet
deelkens, haar geduurig als aan de verheer de
vertoonen»
Vyfde Obfervatie in een VvaarM
vrugtbaare Bye.
In een Wyfken, dat my gegeeven wiert, op dit
tyt, als men in de Herffimaanden de Byen haar
Honing ontneemt, en haar JVafch afkort, f 00 dat
men dan van twee korven wel een maakt, daar
vond ik den ganfchen Eierfiok , nog vol van een
onnoemelyk getal volkome Eyeren. Dat my leerde,
dat deefe Dierkens nooit haare Eyeren volkmen
uytfetten, gelyk de Hoenderen doen , die ordinarit
weh heel uytleggen, op eenige kleene Zaadjes na,
JVaarom ik oordeel, alfoo de Eyeren regulier en in
een ontelbaar getal, in de toppen van de Eyerlei•
ders leggen, datfemaaralleencontinueel aff chic,
ten, omfoo de plaats te vervuUen van die Eye-
ren, die alreede uytgefet fyn. In bet felve Wf.
ken, dat ik haafi een ront jaar in Brandewyn k'
waart badt, daar was het fenyn meede gefiremt.
en het lag als een wit ovaal fiuksken JVafch in
fyn Beursken, het geen in fyn omtrek daar van aj«
gciveeken was.
Alfoo ik op deefe ty t , waiinèer ik alle dtejt
JVyfkens der Byen bekwam , feer veeleByen had,
fio nam ik de proefi Van het fenyri met het Bp-
broot té vermengen , waar Van dii de uytkoniß
was. Dat het brokkelige Byenbrooi , 1 pu
feer ligt in het water fmelt, en-fig niet kneeicn
laut, nog 00k eenigfins kleverig is, allengskens tóy
ende kleverig wiert j het verloor 00k alle fyne brol
keligheid, en op het vuur begon het 00k eenigp
te fmëlten , maar eyndklyk wiert het fwariapb
gelyk het Byenbroot altyt gebeurt, dat tiici en
vlamt, maar fwart wort. Als ik het in het water
wierp, f io fmolt het niet, maar daar in geroert
fyndé ,foo keerde het eenigfins tot fyn voorige aert,
en eyridelyk fmolt het. Eenige deelkens, die $ 1>,et
fenyn gekneèt fynde 14 dagen bewaarden,
hielen
tlo adfervataè , fequacitatem acquifitam r e d -1 hielen haare kleverigheid finder te brokkelen. O f
nebant, nec denuo friabiles reddebantur» An
vero ex hoc experimento inferre quidpiam li-
ceat, nec n e , ego haften us vix aufim pronunciare.
Videtur faltem aliqua ex parte inde fe-
qui, qüod nihil adeo inveniatur repugnare ,
quo minus Apum Panis , aut faltem illa mate-
ries, quam Apes cruribus fuis adfixanl ferunt,
&quae fimili gaudet, ac Apum Panis* natura,
confieiendae Geràe infervire poffit. A t cum
hocce experimentum inilituebam, haud prae-
fto mihi erat modo difta materies : neque e-
nim potiri illä poteram; quum in agros Fago-
pyro florentes translata eflent Alvearia,
Frequenter admodum Apum Cultoribus haud
mediocre obtuli praemium, fi veram mihi Ce-
ram cruribus. Apum etiamnum adhaerefcen-
tem monftrare vellent: at* quam vis alacres
femper rem receperint, nunquam tarnen effi-
cere potueruntk Unde modus, quo Cera con-
ficitur, inter e a , q iia e , haftenus nobis incognita,
adhuc inveiiigari debent, referendus efle
mihi videtur. Quin eadem quoque dubia circa
veri Mellis canfefturam moveri poflimt :
quanquam facilius tarnen tolli queat ilthaec
difficultasi, Haud licuit mihi hucusqué omnia
illa, quae quidem defignaveram, hac fuper re
experimenta inftituere. Finio igitur hafce meas
de Foemella Obfervationes, poftquam prius
exhibuero modum difiinfte confpiciendi, quo-
nam paólo Apes Ceram conficiant. Hoc ob-
fervandi gratia coagmentum ligneum , tribus
quatuqrve pedibus innixum, eurarem conftrui,
idque intra ftramineum Alveare ea ratione ad-
aptari, ut Alveare defuperne commode auferri
iterumque fuper imponi poflet. Coagmentum
hocce deinde charta in ambitu adglutinata ob-^
ducerem, tumque, examinandi tempore, novum
examen Apum in id colloearem. Ubi autem
deinde viderem , Apes jam intus Ceram
fabrefecifle, Progeniemque generafle ; quod
fpatio decem duodecimve dierum fit 5 mox
tunc Alveare extimum de ilio coagmento a-
moverem, chartamque ftatim efiam avelie-,
rem : ita Apes in aprico operantes quam di-
ftinftiffime videre liceret. Quamvis autem
hocce experimentum nunquam tentaverim 5
ejus tarnen hunc fore eventum certus fcio :
multoties enim vidi, habitaculum Apum, quae
in fublapfarum aedium cavernis nidificave-
rant, foramine integrum pedem quadratum
ampio patuifie , per quod ipfarum Cera &
opus commode ipeftari poterat» Unde neqüanu
uyt dit experiment iets kan befiooten worden,
o f niet, daar van kan ik als nog niet veel feggen.
Alken dunkt my, dat het voor een gedeelte
bewyfi, dat het wel mogelyk fou kumen fyn , dat
het Byenbroot de fioffe tot het JVafch fou binnen
werfen , o f t tn minfien die fubfiantie, de-
welkc fy aan haar Beenen dragen, dewelke van
een natuur met het Byenbroot isi Maar Wanneer
ik dit experiment deed, foo had ik dat niet
by der band, alfoo daar omtrent geen Korven me er
waar en,fynde de Byen op de Boekwyt vcrvoert.
Dikmaals heb ik de Bycnhouders een goet fiuk
gelts belooft, datfe my bet waare JVafch op-dt
voeten der Byen fouden tootien , dat Je 00k met
blytfchap aannaamen : maar nimmermeer heb-
btn kumen doen\ Soo dat die faak,, om te weeten,
hoe het JVafch gemaakt wbrt ,-by my nog te onderfoe-
kenfiaat. En deefe fwarighedcn kan men 00k omtrent
den waaren Hooning moveeren: hoewel
dat van foo grooten dijficulteÿt niet en is. En
waar omtrent ik alle de experimenten tot nog tos
niet heb kumen neemen, die ik my wel voorge-
fie lt heb. JVaar meede ik dan deefe obfervdtien
van het JVyfken fa l eyndigen, met de manier voor
te fiellen, hoe men het JVafch der Byen dißinfib
fou binnen fien. Om dit te bbferveeren , foo fou
ik een bintfil van bout, op drie a vier, voeten, hin»
nen in een Korf van firoby laten maaken , en
die fidanig dàar in paffen , dat men do, Korf
daar bekwaam kon afneemen , en weer opfet-
ten. Dit binrfel fou ik voorts in fyn omtrek
met papier beplakken, en* dan in de fwermtyt
daar een jonge Swerm met Byen [in plaatfen*.
Dewelke als ik.fag> dat daar JVafch in gemaakt
hadden, en jong Broet in aangeteelt, dat binnen
10 o f i z dagen gefchiet : foo fou ik de buytenfie
Korf van dit binrfel afneemen, en voorts 00k het
papier daar affcheureni Op welken tyt men heel
difiinft de Byen in de ope lucht fou kunnen fien
werken. En hoewel ik dit nooit befogt heb , foo '
ben ik egter verfekert, dat dit gewis foo g e f chic*
den fou. JVant ik beb verfcheyde maal ge fien 9
dat de Byen, die in de holen der vcrvalle huyfen
neftelden, een opening van een ganfche voet in
het Vierkant hadden, daar men haar JVafch en
werk bekwaam door fien kon. Soo dat f e geen*
g g g g ß n‘