Tab.
XLIII.
Fis. VII.
m
I S -
k bb.
tig. v n i .
b.
Vifceribus aliquot & Mufculis, Annulos corporis
ibiconftitutosmoventibus, impertiuntur. Sub his
düo confpiciuntur Nervi infignesj quorum merque
in globum dilatatusj^, iterumque adtenua-
tús, tandem minorem âlterum format globui
lum, e quo bini Nervi proveniunt. Qttales-
nam vero hi lint N e rvi, &. quid tltilitatis Vernii
praeftent, ego qüidem ignoro : quamvis pro
cercó credam * eos propterea certo creaam j eus piuyicica faltem -h—eic m 0 o - - ..... rm-
Verme accrelcete ; ut poftmödum moVendis gehn äh deefe Wurm in een Vlieg fäl vergroeyt
Alarüm Mufculis infervire queant, cum in fyn. Voortsfeet men aan weer fyden uyt het Rug.
Mufcam fuerit mutatus. Porro eX Medüllae gemerg, feer veele fubtiele Senuwen gaan gg>di(
Spinalis latere utroque plurimi delnceps fubtiles a llem de Ingewanden, en byfonder tofde S/i.
' i , j . . :__ ..a . iniAm. ^bh de$ Ltchaams afgefonden worden, Eneetügi
derfelve ß e t men , dat nog in verfcbeyde takken ver*
de eit fyn h h h .
pïotetiduntur Nervi g g , qui omnes per intera
n e a , & podffimum per Mufculos corporis, fefe
diftribuunt: nonnulli autem eorum in varias
infuper ramificationes hhb dividuntur
Medulla,ad Vermis longicudinem comparata,
perquam brevis e ft; quemadmodum &Mufca ,
in quam fuccrefcic Vermis, admodum brevi
torpore gaudet. Unde omnino neceffum e li,
ut Nervi illi, adeo longe exporreéli, tempore
mutationis fefe contrahant, iddemque breviem
tur : quod quidem turn jam fieri incipit, quando
Vermis ifle in Nympham mutatur. In Ani-
maiibus fanguine rubro praeditis, Canibus v. g.
& Vitulis, mulcoties v id i, Nervos quam fre-
quentifiime ferpentum more in annulos, catenae
inllar, fefereduxiffe; ficubi pars , cuiiii-
figebantur, contrafta fuiffet: id quod in Nervis
Mefenterii praecipue obfervavi. At vero
in Verme noftro Nervi aequabiliter in omni parte
contrahuntur: quemadmodum in CoiTo vifu perquam
fingulare eli.
Medulla Acari duodecim diviftonibus , aut
nodofis quali fetlionibus , incerftinaa effe ap-
paret; quae tam e ii, quomam minimae fu n t,
n e t granulo fabuli majores, haud admodum db
lim ile difcerni queunt. Tenuiflima earn inve-
ftit T unica , multis perreptata Filtulis Pulmo-
nalib us ,& particulis infuperPinguedinis, quas
punilis Medullae infcriptis quodammodo expri-
mere conatus fum, obtefta. Omnes Ne rvi,
e Medulla prodeuntes , eadem illa Tunica fuc-
cinguntur: omnes etiam Fillulis infintali funt
Pulmonalibns, quae ad fubdliflimas usque ra- fynfte takskens.
mificadones ipfos comitantur.
Quodfi Medulla a latere confpiciatur ; longe
e a aliter fefe figuratam exhibet, quam a me
deepptiactlaaeeftltutttuumm eemnimm demum v id e re iic e t,C e ...................— —■ ,
:brum a aldorem locum, quam Medullam,occu- boger als bet Mer g geplaatß Jyn, en a
« •M• ed1u Slal am :q_u_o_dX amm- o- d-1—o incurvatam .« . 1 . r I r nm trfhnnrrfift. h . h e t ffCetl SK |
fe b : id , quod propterea fie conilitutum credialdaar
beweegen , afgefonden worden, Daat<fo
der ß e t men twee fierke fenuwen , die haar beyk
in een bol verwyden f f , en dan weer verkii
geworden fynde, itog een kkender botteken maakeh
waar uyt twee paar Senuwen fpruyten : mt dt
I voor fenuwen fyn , en wat dienfi fy in de Wm
hebben, is m!y onbeketit. Hoewel ik Vafi vertrm
datfe alhier maar aari gtbeyen, om naderhanttt
dienen tot de beweeging der Spieren van de | | |
Het Merg is naa proportie Van dé langte des
Wurms feer kort, gelyk ook de Vlieg, waar in
de Wurm vergroeyt, feer kort van lichaam is.
waar door het nootfakelyk is, dat deefe lange uyt-
gefirekte Senuwen haar op de tyt der verande•
ring komen in een te trekken, en meede te Verhörten,
het welk fyn begin neemt, ■warnet detle
Wurm in een Pop vergroeyt. ln de Dieren die
een root bloet hebben, als dé Honden en Kaken,
heb ik menig maal geßen , dat de Senuwen baat
ß e r veel maal als een ketting met ßangwyfe feba-
Kelen , kwamßn in malkander te buygen, als bet
deel, daar fy aan vafi waaren, in een getrokken
wiert, dat ik bejonderlyk in de Senuwen des Scheyls
geßen beb : maar alhier krimpen fy egääl in mal-
kanderen, dat in den Houtwurm byfonder raar tf
(ienis.
Het Merg in de KaaSwurm fchynt iz afdeeb
gen , o f knoopwyfe inkervingen te hebben,
die egtev niet heel kennelyk fyn, van weegens baar
groote kleente, die maar als een grynken fand ts-
Sy wort bekleet met een feer dun vlies, daar vee-
le Longpypen in verfprejt fyn , en dat met Vet-
deelkens bekleet is, ’t geen ik uytbeeldé door de fiip
pelen, die ik daar op geteekent heb. Alle de Sem-
wen, die uyt het Merg gaan, die fyn van het fei-
ve vlies bekleet, en alle fyn fy meede voorßen met
Longaderen., dewelke haar v e r fe t t e n tot de am
Als men het Merg op zy befiet, fio
een heel andere figuur , als daar ik het m m
beelt heb. Want dan ßet men dat de /
te
eenigfins krom geboogen b
gefchitden om de Slokdärm
bet g m ik H l
* van * * "
ffiderim, ht Gulaey a Faucibus ad Ingluviem,
Incelimi ìniìar, defeendenti , liberior conceda-
tur traniitbs. Hinc e f t , quod Cerebrum fupra
Culata ctìlloCàtum fit, & Güla viciffim, acque
VcntricbWs', Medullae, Nervisque exhac pullu-
lantibus. innitantur: ut ideo Medulla proprie;
in prona córporis regione; Mufculis Annuiorum
Abdomihis incombat Pinguedine circumfulà.
Mufclllorbm, qui corporis Annulos in hoc
I . . . > - i l . .O l . _ I I I I . -./Ir
de Krop als een Darm ncerdaalt, een bequamer
doortogt iegeeven, door het gat in het begin des
Mergs: waar door het gebeurt, dat de Herfenen
boven op de Slokdärm. geplaatß fyn , en de Slok-
darm met de Maag rußen weer op het Merg
en de. uytgaande Senuwen ; hebbende het Merg ey-
getitlyk haar plaats tujfchen het Vet \ onder op de
Spieren van de ringen ¿tes 'Buyks.
Muicuiurum, yu* — 1 ^ - Verwonderlyk kunßig fy f¡ de Spieren van maak-
Verrtib movent, conftruého admirabilis elf. f e i , diede ringendes lichaams in dit Dier bewee.
Tres eorum fpecies diverfas in fola anteriore ! gen. Drie onderfcheyde foorten heb ik daar alleen
Thorads regione detexi: quosdam nimirum Voor aän by de Borfi ontdeki, als eenige fchuyns
neergaande a a a , en dan eenige breede dwarfe b b¿
en voorts eenige fchuyns opgaande c c. Haar f i tuatie
isfoofraay, dat aile fchilders en teekenaars
bekennen fouden de kunfl niet te verfiaan , indien
I defeendentes, biventres an a-, tum la-
i. tbs aiiquOt trailsverfales bb j tandemque non-
t- aúllos öbliqüos adfceridentes ce. Adeo autem
eleganter fid funt hi Mufculi ; ut omnès fane
ártis píétoriae j graphicesve , magiitri fuam
am* ¿..VVV/..SVW. , , w , ------ \'fy haar naa Waar de wilden uytbeelden. En men
eonfefluri effent infeitiam ; f i illos pro dignitate j fou figuunn moeten maaken, die twintigmaal groo-
repraefentare fufeiperent. Imo, fi ¿ quidquid
dotatu dignum in iis òccurrit, accurate ex-
primere quis vellet, Icônes hiiic conficiendai
ter waaren, indien men dit regt fou willen uytbeelden.
De fchuyns neergaande tweébuyÛge , die
r « r a” " - " “ v. — .»• kamt ook eygentlyk deefe mam niet toe , alfoo
forent Vél vigeciiplo majores. Mufculis tarnen,1 hetfthynt, da» die Spieren vyfpeefen hebben,waar
. quos obliqnos defeetidentes, biventres, adpeila-j van de. eene inde Spier, die maß aan bem leyt,
vi, nominano iilhaec proprie haud competit: ingeplant wort, en de andere vier in de pergamen-
videntur enim quinqué inllriiéti effe tendinibus;, fe ringen des lichaams,die fy beweegen, dat ik
quorum unus in Mufculiim fibi proxime adja- eenigfins geträgt heb a f te beeiden: Indien de m-
centeni , quatuor vero rëliqui in Annulos cor- uytfpreekelybe keriykbeid der werken GODS door
potii pergamenos, quos movent ; infernntur: a f beeldingen te vertonen is. Onbyndige Longpy.
quod quidem aliqtíá ratione depiélum filiere pen dçor. Idopen deefe Spieren, maar de inpltm-
conatus fui-, fi quidem. ideffabilis Operum D E I fingen, die de Senuwen daar. hebben, die beb ik
magnificentia figuris exhibefi poteil: Infinitae nog niel ten vollen turnen ß en , waarm ik daaf
Fiftulae Pulmonales per holte Mufcülos diUri- Worftaa, gelyk voor veele andere dingen.
I bliuntür : at véro Nervorum in cos inferdones
tóéniis piene videre mihi non lieuit : ut ideò
I heic,quemadmbdum in multis aiiis rebus;aqua
mihi haerear;
tarn ejus fuperne nDorfo effe band K 5 H l , “ o f s h,nm m
Qu o m o d o c m r i ta t c b k tstÈ È
u n „ m rm ir r .» ,
H O L D E WU RM EN IN D E R AA«;
K O M E N ;
E n aldaar de v e r ro ttin g felfs veroorfaken
fon d e r d a t fe i iy t v e r ro t t in g g r o e v e n '
m e t and ere rare obfervatien. : ’
W K Ê Ê Ê Ê m m IN CASEUM\h Z i j A N T ’ W Ê ipfiputredinem
<n a> producant, nequáquam ex putre-
I— «ccedunt alia fn% pr
norma obfervata.
m m m part“.’ v i r ii,uiiris-
AnimaUuT ’ quas 111 mmui
«a ouaevl. .-!'egl:re pomi- Judicent
¡fei, Í 65 ’ 9“ * i« minntò bòcce
nunc fa-
De opgetelde leedèn,die ik befebreven heb , dat
fyn alle de Leeden myn Heer, die ik in dit I É ü
® ftnaevis ingenta'" ‘'nt“ ' JUaicent nunc fa- Dierien keb kunnen ontdekken. Jk laut nu alle
, utrum Ammans, in quoj verßandige geefien oordeelen, o f een fcbepfel daar
tan- R r r r r r r r ’ ’