a. Tab.
XLV.
Kg. XII.
f it , ut impediatur, ne is ex alio in alium con-
volvi locum queat. Quin ipfae etiam Tuber-
culorum cavitates magnitudine inter fefe difcre-
pant : quod quidem inde proficifci exiftimo,
•quia ipforum quoque Tuberculorum alia aliis
majora vel minora fuerunc, magisque vel minus
inaruerunt.. Communiter tamen unicus
tantummodo Phafeolus unoquoque in Tuber culo
invenitur.
Quum deinde de exfe&is ifHs Phafeoüs unum
follicitiflime aperirem ; vivum in eo deprehen-
debam Vermiculum, qui pluribus ex annulis
conftabat : prout hunc ipfum, medio fuper Quer*
cùs folio recubantem, magnitudine au6là re-
praefento ». Vermiculus ifte figurae erat ob-
longae, colorisque albi. In Doriò ejus grifea
. cernebatur lineola ad nigrum vergens. Cum
vero eundem dein diflecarem 5 tandem anim-
advertebam, lineolam iilam a contentis inte-
raneorum Vermiculi ortum d u c e re , & alterato
, quod in Inteilinis colleótum haerebat,
alimento, per cutem transparenti,revera deberi.
In aliis multis Vermiculis quandoque fufca,
alias rubra, flava, vel viridis ejusmodi lineola
comparet j quae a pabulo intus concofto femper
producitur. Vermiculus, quo de agimus, intra
tenellum fuum Phafeolum lunatam in for-
mam convplutus ja c e b a t , undequaque liber ,
ne c uspiam vinculo vel minimo cohaerens. Imo
neque Vafa etiam umbilicalia, aut alia ulla
¿lamenta conjungentia, quorum ope fuum is
nutrimentum, uti vulgaris fere opinio, adtra-
here potuiflet, circa eum reperiebantur. Infu-!
per pro lubitu quoque in Phaleolo fuo fernet j
is movebatac circumagebat, quippe qui fatis j
in grootte onder malkandereiì ; dai ik oordeel [
oorfpronk te neemen, naa de gewaskéns fejfs J
ter ende kleenderfyn gew eefi, en meer of %
der uyt gedroogt fy n . Egter fie t men net h
meefi maar een boonken in ieder gewaskert
A ls ik m een ban deefe uyt gefneede boonktit
! forgvuldig ofende 8 foo vond ik daar een levendiê
Wurmken in , dat uyt verfibeyde. ringekem |.
fion t ; gelyk ik dat felv e midden op bet Eylit-
blad in bet groot vertoon \ D it Wurmken ms
langwerpig vanfiguur j en wit van couleur ; op
de rug had bet een grys fircepken , dat naa Act
fw art trok. Maar als ik dit Wurmken openit,
fio fà g ik , dat bet de inhoud fyner Itigmmh
waaren ; en eygentlyk beflaande uyt bet veranéis-
de voetfel, yt geen in fyn Därmen beßooten w ,
en bet melk door de huyt been febeen. In welt
Wurmkens fie t men fomtyts foo een bruyn, dan
een root, g eel, ende groen fireepken op.bearli-
chaam door fchynen, dat alles van bet verteerde
voetfel komt. Het was in dit teere boonken y-
p la a tfi, in deform van een halve Maan: leggende
daar f eene maal los in , fonder de alder maf
ic comexie ; o f ook, dat men daar eenige Navel
vat en, o f andere famen voegende vefels in gèi
waar wierd , waar door het fyn voetfel naa bet
gemeene gevoelen fou kunnen getrokken. bebbeiu
Het beweegde en drayde fig ook in het boonken,
naa fyn welgevallen , fynde redelyk fierk ende Ir-
vendig. Ik vond de minfie tekenen van afgang
in het boonken n ie t, nog ook het minfie gaatken,
caeterum robuftus atque vegetus erat. Ne roi- daar bet Wurmken die fou door kunnen gelofi b
nima quidem exerementorum veftigia , neque '■ J ” . ~m mi ;k g/m arpmg in ¿M igM I
v e l tenuiffimum quoddam o fallum , per quod wn het gemstm> a,fio ia t „ n binm t,U „ „
Vermiculus foras ejicere feces fuas potuiflet, 1
klaar was.
in Phafeolo mihi occurrebant. Quin nec in
cavo ipfius Tuberculi, quöd purum intus & ni-
tidum erat, ulla exerementa lefe manifefta-
bant.
Interim haud negavero tamen, quod Ani.
Even wel kan ik niet locbencn, dat dit Diteti
malculutn iftud ibi loci nutrimentum ceperit: h gevoet geworden, afoo dat o n w e e r fp d i lft
quandoquidem id ex alterato pabulo , quod, | blykt uyt het gealtereerde voedfel fyner H '»
ipecie exerementorum, in ipfius Inteilinis con-j den, daar men de afgang in befiootenfag.
d u fum cernebatur,quamevidenriflimepatefeit. ik voor vafi f i e l, dat dit
Earn ob caufam pro certo affumo, quod V e r l is uyt het op klimmende fap van betEykebd
miculus ifte adfeendente viélitaverit folli Quercini
fuccojhuncque,perpetiolum usque incavidat
door het fieelken van het boonken, tot in
bolligheid van het felv e is gevoert geworden >
tatem Phafeoli delatum,ore ibi hauferit. Quum j het welke dan van het Wurmken dm | | |
vero ejusmodi alimentum , procul dubio, ad- is in gefoogen. En alfoo dit voetfel Jon ^
ihoduní fubíile fueric ; hinc mirum non e f t ,
quod Vermis nullas inde feces exereverit -, fed
has in fuis Inteilinis coacervans eousque retinere
potuerit} donee ^ jufto demum tempore.
fub Mufcae habituin lucem editus” , Omnes fi-
mul exoneraret. Scilicet quibuscumque id In-
feftis, quae ex Nymphis atque Ghr'yfallidibus
generantur, commune eft , quod quadrante
horae, poftquàm nata funt, plurima ejiciant
ao copiofiílima excrementa; Nec fane cuipiam
mirum videri exiftimem, quod Animal, absque
‘fecum emiílione, incrementa capere queat :
qiiandoquidém id ipfum iti recens nátis Agñis >
Vitülisque, quotidie obfervamus;utpote qui nulla
prorfus excrementa ano ejiciunt-, jjríusquam
in luceni prodiere,
Quanquam áutem verofimile thifii vidéátur,
quodfublkntiaTubérculi haüd prius exarefeere
incípiat -, nifi poftquam Vermiculus, plenum
incrementi fui terminum adfecutuS, jamjam in 1
veram Nympham abiturus e ftj Phafeolus ta-
men in Tubérculo vel tum quoque parte fua
inferiore femper humefeens reperitur : ut hinc
conelufus intus Vermiculus, fub id etiam tem-
pus,adfeendente atque in Phafeolum fuum penetrante
fuc'eo adhuc nutriri poffit ; ilcubi forte
nondum fatis alimoniae haufiflet. Unde e-
quidem fapientiflìma D E I Providentia, quae
ineffabili fociata Clementiae tam follicitam re-
rum creatarum curam habet, alio rurfus modo,
quam evidentifllme cognofcenda heic ex-
hibetur. Imo vel tantò etiam manifeftius eft
hoc indicium ;quòniam ima Phafeoli pars paul-
ìatim liberior fimulque ficcior e v ad it, quando
Vermiculus figuram Nymphae jamjam induet:
ut ideo humiditas ifta fenfim mucefcere inci-
piat i cum tempus adpropinquat, quo is fub
Muicae habitu m confpeélum proditurus eft.
SanePhafeoh tum nonnunquam penitus liberi
in Tuberculorum cavitatibus reperiuntur.
nus illorum Vermiculorum, quem fuo e
Ptafeotoexfcderam, a T»Junii ad r - I ulìl
munfn es.erac‘ Quando igitur fatis de-
»m.nummena cepit Vermiculus; tunc an-
■ trahum0rp0ns-e'’u! ar® us ad fe mutuo con-
S àcnla V ’. 1T a tant|u'n» depofita tenui cu-
; ’ pia ifthLc‘' n r w mphae adi? ircitur- % m-
aiem membra e ' ' ° ' a candlda e f t : Pro«t
de Mufcam ev ■ S ’ ,Uae nafcicuram in-
! 1“' S i i i i i W fendm mf s “ agis-
■ m SM W . a Ia & aoior ipfius quoti-
Capìte huins x F ° U^ ue Pr0P*us accedens. In
"qus Nymphae quam clariffime tum
temtwyfelfeer
fu b tiel was , foo is het geen 'wonder-y
dat het Dierken daar geene myltgheden .van heeft
uytgelaaten: maar dat by die tot .fyn. geboorte in
een F lieg , in,fyneDarmkensheeftkomen te bewahren
; otn die dan op een tyt alle te gelyk te loffen,
?elyk dat in alle'InfeSten , die uyt Poppen engul-
de Poppen gebooren worden, gemeen is , te weeten,
dat f e een quartier rnrs naa baare .geboorte , feer
veele en overvlpidige afgang komen te loofen. En
niemand behoeft het ook wonder te geeven , dat een
Üier fonder vuyligheden te loofen, fyn wasdom
kan verkrygen * alfoo men dat dagelyks. in de jong
geboortr Schaapen en de K a lm en f i e t , die ganfeh
geene wyligheden door.den afgang loofen , voor al
eerfy gebooren fyn,
En boewel ik vertröü, dat ile jubftantie van
bet wratken niet eer begint uyt te droogen , voor
bet Wurmken fyn vollen wasdom beeft bekamen>
en nuin een waaragtige Pop fa l veränderen, ege
te r fie l men> dat het boonken nog altyt not van andren
m het wratken is :f00 dat bet beßoote Wurmken
ook op die.tyt mg fyn voetfel, door bet op
ende door klimmende fa p , in fyn boonken kan ver- .
krygen, indien bet niet gemegfaam gevoet «
Waar in men de wyfe Foorfienigheid G O D S
nog op een andere manier, middag klaar km kennen
, Wiens Goedertierentbeid foo firg vu lä g fyne
Schepfelen beforgt. En dit blykt te meer, om dat
bet boonken allengskens lojfer ende ook drooger van
onderen word, wanneer dit Wurmken de geflalte
van een Pop fa l aan neemen. Soo dat emdelyk
deefe vogtigheid begint te fchimmelen, als d em
naakt, dat bet daar als een Pfiegken fa l uyt te
voorfcbyn komen : op welken tyt deefe boonkens
fomtyts ganfeh los in de Migbeeden der wratkens
gevonden worden*
Eenvan deefe Wurmkens, die ik uyt fyn boon.
ken geytieeden badt, leefde van den r -fum tot
den S D it Wurmken dan genOeg gevoei
.fynde , foo krimpen fyne ringen des luhaams dig-
ter in malkanderen • , tot. het eyndelyk een dun
vlieskenaf geftroopt bettende, de geflalte van eeii
Pop kamt tan te neemen. Deeje Pop is in het
eerfl hcel w it, eh naa proportie dat haare leeden
die een toekbmende Flieg uyt beeiden , flerker ende
fterktr worden , foo verändert het ook dagelyks in
couleuren : wordende geftadig fwarter. In bet
Hooft van deefe Pop , fie t men als dm feer klaar
de Oogen a a , die als een nettekenfym Onder
l i i i i i i i i 8